nen en projecten. Wij willen er daarbij wel op aandringen dat er voldoen de ruimte wordt gelaten voor wijzigingen van het Plan van Aanpak, omdat anders participatie en aansluiting bij nieuwe ideeën in gevaar komt. Op bladzijde 5 van de notitie over de gemeentelijke aanpak wordt gesproken over wijk- en buurtgebonden aanpak. Wij vinden dat een goede zaak, maar stedelijke activiteiten en beleid ten aanzien van doelgroepen moeten daarbij niet ondergesneeuwd raken. Overigens willen wij hier ook nog eens wijzen op het belang van aansluiting bij bestaande plannen en uitkomsten van onderzoeken die er al liggen. Wat bruikbaar is, moeten wij niet nog eens een keer over doen. Het is funest als mensen het gevoel gaan krijgen dat zij voor de zoveelste keer moeten wachten op de zoveelste nieuwe plannen en op de zoveelste nieuwe onderzoeken. Sociale vernieuwing moet snel zichtbaar worden. Op dezelfde bladzijde 5 staat bij punt 2 iets over het gemeentelijk minimabeleid. Wij gaan ervan uit dat de aanbevelingen uit het rapport "Armoede uit de Stilte" daarin nadrukkelijk worden meegenomen. Dan een opmerking over de Stuurgroep Sociale Vernieuwing. Er zijn na de commissiebehandeling een aantal wijzigingen in aangebracht. Wij willen er nogmaals op wijzen, hetgeen wij ook in de commissie gezegd hebben, dat wat ons betreft die stuurgroep niet bij voorbaat permanent moet zijn. Een aanjaag- een coördinatiefunctie in het begin is een goede zaak, maar wij willen graag dat de stuurgroep ook bij het Plan van Aanpak aangeeft of en zo ja waarom een stuurgroep in het vervolg ook nodig is. Wij gaan akkoord met het Stimuleringsfonds Sociale Vernieuwing, maar willen wel graag bij de voorstellen voor nieuw beleid een wat concretere invulling van de 200.000,-- die daar genoemd wordt. Dan het maatwerk, je zou kunnen zeggen dat het maatwerk slechts mondjesmaat wordt overgenomen door het Rijk. Er zijn inmiddels nog twee extra voorstellen over gedaan. Desalniettemin blijft het voor onze fractie teleurstellend wat er aan maatwerk voor specifiek Leeuwarder zaken wordt meegenomen in het convenant. Ik zou van de wethouder willen horen welke zaken nu precies nog in overleg komen. Ik wil daar ook nog bij aansluiten wat betreft de brief van de Stichting Blijf van mijn Lijf. Die brief is te laat gekomen om daar nog een discussie in de fractie over te kunnen voeren. Ik denk dat een aantal argumenten van Stichting Blijf van mijn Lijf zeker opgaan. Aan de andere kant zijn er ook grote voordelen aan het toch handhaven van deze middelen in het kader van sociale vernieuwing. Maar omdat wij die discussie niet hebben kunnen voeren en dus ook niet een zorgvuldige afweging hebben kunnen maken, zou ik willen voorstellen om die discussie in de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken op 5 november a.s. nog te voeren. Wat mij betreft kunnen wij gerust vanavond het convenant vaststellen. 5 november valt voor de in de brief genoemde datum van 15 november - die ik overi gens nergens terug heb kunnen vinden - maar in ieder geval zijn wij dan zo wie zo op tijd om eventueel nog wel of niet dingen terug te trekken. Dat kan dan op grond van de discussie in de commissie. Tot slot voorzitter. Wij zijn het eens met de kritiek van het college op de inspanningsverplichtingen die van de gemeente geëist worden en de manier waarop dat gebeurt, maar het blijft staan dat wij ten 24 aanzien van het geheel toch positief zijn. Dan ben ik weer terug bij het begin van mijn verhaal, als je steeds maar roept "het wordt niets" dan wordt het ook niets. Wij zijn van plan om er toch iets van te maken en wij geloven ook nog steeds dat het kan. De heer Biemans: Sociale vernieuwing is een hoofdthema van het huidige kabinet dat een beleidswijziging op met name sociaal gebied wil uitzetten. Sociale vernieuwing is bedoeld om de posit:van diegenen die een maatschappelijke achterstand hebben opgelopen of dreigen op te lopen te verbeteren. Mijn fractie onderschrijft van harte de doelstellingen van de sociale vernieuwing. Verwonderlijk is dat niet, omdat wij sociale ver nieuwing zien als een voortzetting van wat al eerder door het CDA onder de naam "verantwoordelijke samenleving" werd bepleit. Volgens de filoso fie die daaraan ten grondslag ligt moeten de mensen geactiveerd worden om opnieuw aan een maatschappelijk leven deel te nemen. De notitie Sociale Vernieuwing in de gemeente Leeuwarden, die wij vanavond ter vaststelling behandelen, sluit daarbij naadloos aan als ik lees dat: "sociale vernieuwing in de context dient te worden geplaatst van een coöperatieve samenleving die burgers, organisaties en overheden stimu leert tot eigen initiatief, creativiteit en gedeelde verantwoordelijkheid en waarin mensen vrij, maar niet vrijblijvend, kunnen zijn." Een deels terugtredende centrale overheid en het tegengaan van bureaucratische regeltjes kan er voor zorgen dat de burger zich sneller betrokken gaat voelen bij het gemeentelijk bestuur. Dat is iets wat wij onder de noemer "Bestuurlijke vernieuwing" hebben opgenomen in het Collegeprogramma. WLj staan al met al positief ten opzichte van sociale vernieuwing. Toch zij wii wat huiverig voor de vele verwachtingen die de afgelo pen tijd gewekt zijn. Kunnen wij al die verwachtingen wel waarmaken? Het is met name funest voor mensen die hopen na jarenlange werkloosheid weer een plaatsje op de arbeidsmarkt te krijgen om opnieuw teleurgesteld te worden. Persoonlijke motivatie blijft enorm belangrijk. Vanuit de positieve opstelling ten aanzien van sociale vernieuwing heeft onze fractie over het ondertekenen van het convenant toch nog een vraag. Een aantal weken geleden werden wij opgeschrikt door de mededeling dat er op de rijksbijdrage ten behoeve van stad- en dorpsvernieuwing flink bezuinigd zou worden. Die dreigende bezuiniging lijkt inmiddels na de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer afgewend, hoewel daar nog geen absolute zekerheid over te geven is. In de Commissie Economische en Sociale Zaken is door mijn fractie al eens opgemerkt dat door het feit dat bezuinigingen door de rijksoverheid op de uitkeringen die betrekking hebben op sociale vernieuwing niet uitgesloten moeten worden, een tijdbom onder dit beleid gelegd is. Die tijdbom leek al erg snel tot ontploffing te komen, want naar aanleiding van de aangekondigde bezuiniging op stadsvernieuwing dreigde de gemeente Rotterdam bekrachtiging van het reeds ondertekende convenant op te schorten. Met d»?.e ontwikkelingen wordt eens te meer duidelijk dat sociale vernieuwing onder druk van dreigende bezuiniging geen echte vernieuwing op kan leveren. Ook ten aanzien van het door onze gemeente voorgestelde maatwerk hebben wij 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 13