moeten constateren dat slechts enkele voorstellen in het convenant
opgenomen konden worden. De conclusie van de IPSV ten aanzien van het
grootste deel van de voorstellen was dat er ofwel geen middelen voor
zijn, ofwel dat het uit de bestaande geldstromen gefinancierd zou moeten
worden. Naar het oordeel van mijn fractie komt hier opnieuw de dreiging
naar voren van veel willen voor weinig - ja zelfs steeds minder - geld.
Deelt de wethouder die mening en zo ja, wat denkt zij te doen om die
dreiging zo veel mogelijk weg te nemen?
Daarmee ben ik eigenlijk al toe gekomen aan de notitie over sociale
vernieuwing. Mijn fractie kan met deze notitie instemmen. Nog een paar
kanttekeningen
Ten aanzien van het zogenaamde Breed Veld Overleg is in de commissie
al het één en ander gezegd. Ik wil nu volstaan met de opmerking dat mijn
fractie geen behuefte heeft aan een nieuw geïnstitutionaliseerde vorm van
burgeroverleg als wij tegelijkertijd studeren op de voor- en nadelen en
de haalbaarheid van een stadspanel of een consultatief referendum. Er
is gekozen voor die lijn, wij voelen er niets voor om daarvan nu af te
wijken. Een Stuurgroep Sociale Vernieuwing als aanjager van de sociale
vernieuwing heeft de instemming van mijn fractie. Wel willen wij graag
weten wanneer dece stuurgroep van start zal gaan, ongetwijfeld zijn zij
al bezig, en wanneer wij het Plan van Aanpak kunnen verwachten.
Voorzitter, mijn fractie onderkent weliswaar de noodzaak van een
stimuleringsfonds sociale vernieuwing, maar wenst niet vooruit te lopen
op de komende besprekingen over nieuw beleid. Wij zullen pas tijdens die
discussies een oordeel geven over de prioriteiten die in het totaal van
nieuwe beleidsvoornemens aan dit fonds gegeven moet worden en dan ook
eventueel over de hoogte van dit fonds van gedachten wisselen.
Voorzitter, al enige tijd wordt het Jeugdhulpverleningsproject
't Vliet bedreigd door bezuinigingen. De rijksoverheid is tot op heden
ongevoelig gebleven voor de argumenten van 't Vliet om die bezuinigingen
ongedaan te maken. Mijn fractie is van mening dat dit project ook in het
kader van de sociale vernieuwing een bijdrage kan leveren. Dat hebben wij
ook duidelijk gemaakt door de brief die onze fractie enige tijd geleden
aan de Tweede Kamerfractie van het CDA geschreven heeft en waaraan in de
regionale dagbladen aandacht besteed is. Graag wil mijn fractie weten of
het mogelijk is dit jeugdhulpverleningsproject eventueel via de sociale
vernieuwing op te pakken.
Tot slot voorzitter, in de notitie is op pagina 10 de zin opgenomen:
"Wij hebben geen reden gezien om voor te stellen bepaalde regelingen niet
te decentraliseren." Nu heeft ieder raadslid vorige week een brief
gekregen van de Stichting Blijf van mijn Lijf. Daarin wordt gevraagd om
een nadere discussie in commissieverband over de wenselijkheid om Stich
ting Blijf van mijn Lijf te decentraliseren. Mede vanwege het feit dat
ook mijn fractie geen gelegenheid heeft gehad zich intern te beraden over
dit verzoek, stel ik voor dat wij in eerste instantie tegemoet komen aan
het verzoek van de stichting en ik kan mij dan ook aansluiten bij hetgeen
mevrouw Van der Kloet hierover heeft opgemerkt.
De heer Burg: Mijnheer de voorzitter, de WD-fractie heeft vanaf het
26
begin van de discussie over sociale vernieuwing zowel op landelijk als
gemeentelijk niveau, daarmee ingestemd. De relatie werken en leren, de
bestuurlijke vernieuwing van de arbeidsvoorziening, de versterking van
de positie van de zwakke groepen (vrouwen allochtonen, jongeren), de
aanpak van de problematiek rond de kwaliteit van onze leefomgeving,
stadsvernieuwing, criminaliteitspreventie, onderwijs en welzijn. Uiter
aard kunnen wij onmogelijk heen om het constateren van de problematiek
van veel mensen die op één of andere manier de aansluiting met de samen
leving moeten missen. De uitkomst van het ook door u aangehaalde onder
zoek naar armoede geeft voldoende aan dat er grote achterstanden moeten
worden weggewerkt.
De geschetste Leeuwarder situatie spreekt boekdelen. De hoogste
werkloosheid, één op de vier Leeuwarders een minimum huishouden, een veel
te hoge score voor wat betreft de criminaliteit en de probleemcumulatie
in bepaalde stadswijken op terreinen die ik eerder al heb genoemd. Het
kabinetsbeleid, om deze problemen te lijf te gaan, ligt nu voor ons.
Bestuurlijke decentralisatie, sociale vernieuwing door bestuurlijke
vernieuwing in de vorm van de convenantconstructie. Of deze constructie
ook in de praktijk de beste oplossing is, zal in de komende jaren moeten
blijken, denk alleen maar aan de financiële verantwoording achteraf.
Bovendien is er inmiddels vanuit Den Haag al weer danig aan de idealen
geknabbeld. Hoe pakt de koppeling lonen en uitkeringen uit voor de
geplande bestrijding van de werkloosheid of heeft dit juist een averechts
effect? De middelen voor verslavingszorg zijn, zoals u dat noemt, wegbe-
zuinigd. En hoe wordt de situatie voor Leeuwarden voor wat betreft de
korting op het stadsvernieuwingsfront na wat er ook in de algemene
beschouwingen over is gezegd? Voor Rotterdam was dat in eerste instantie
zelfs een reden om van het convenant af te zien.
Kortom, mijnheer de voorzitter, naast waarderende woorden ook nog
de nodige kanttekeningen en eventueel ook zelfs een aantal twijfels.
Dat het voor alle betrokken gemeenten en met name de wethouder
sociale vernieuwing, projectleider Breed Veld Overleg, stuurgroep met
vertegenwoordigers van de betrokken instellingen, maatschappelijke
groeperingen enz., enz. een grote inzet en betrokkenheid vraagt en een
enorme klus zal worden, staat als een paal boven water. De invulling van
de diverse sectoren en de verdeling van de gebundelde geldstroom, wordt
vrijer aan ons over gelaten, wat automatisch ook een veel zwaardere
verantwoordelijkheid inhoudt. Als er ergens zicht op de problemen aanwe
zig is, is het wel bij de instellingen en organisaties die al plaatselijk
actief zijn en dagelijks met de problemen worden geconfronteerd. Zo heeft
de Stichting Welzijn ons al een eerste aanzet gepresenteerd, waaruit
blijkt dat genoemde instelling al aan het karwei is begonnen. Deze aanpak
strookt met de hoofdlijnen van aanpak in de notitie Sociale Vernieuwing
in de gemeente Leeuwarden en de daarin voorgestelde werkwijze met de
organisatie van een netwerk van gemeente en betrokken maatschappelijke
organisaties en een categoriale aanpak waar dat noodzakelijk blijkt te
zijn. Alle deelprojecten zullen in de komende jaren de revue en de
Commissie Economische en Sociale Zaken of een aantal andere commissies
moeten passeren. U noemt ze in de beleidsvoornemens gemeente Leeuwarden
27