moment nagegaan in welke gemeenten die problematiek meer speelt. Van Delft weten wij dat omdat een van de leden van de IPSV oud-wethouder is van Delft en zich herinnerde dat hij met exact dezelfde problematiek te maken had gehad. Maar er zijn nog een aantal gemeenten en het is belang rijk om te proberen zoveel mogelijk gezamenlijk naar kamerleden op te treden. Die contacten zullen zeker op korte termijn gelegd gaan worden. Dan kom ik bij de PAL-fractie. Het verhaal van mevrouw Garms begon heel inspirerend, naar mijn mening, de PAL-fractie wil, de PAL-fractie wil, de PAL-fractie wilIk dacht dat is allemaal prachtig. Samenhangende aanpak, samenwerking met organisaties en instellingen, aandacht voor doelgroepen, buurt- en wijkniveau. Mevrouw Garms zei dat zij een heleboel punten genoemd had uit het oppositieprogramma. Ik moet eerlijk bekennen dat ik geen punten kon ontdekken die ook niet in het Collegeprogramma staan. Wat dat betreft zitten wij aardig op één lijn. Vervolgens kwam mevrouw Garms tot mijn stomme verbazing tot de conclusie dat zij het convenant toch niet wil ondertekenen. Overigens nadat zij twee keer in de commissie akkoord was gegaan. Dat verklaart mijn verba zing des te meer. Als ik dan luister naar de redenen, dan zit dat eigen lijk in de sfeer van: de voorwaarden die het Rijk stelt zijn slecht, die zijn onvoldoende; het Rijk probeert te doen alsof er iets nieuws komt, maar in feite is het oude wijn in nieuwe zakken; het Rijk presenteert het als de_ oplossing voor sociale problemen; geen extra middelen enz. Kenne lijk tilt mevrouw Garms daar zo zwaar aan dat zij zegt: dat is zo mini maal dat vinden wij een reden om het dan ook helemaal maar niet meer te doen Eenzelfde jammerverhaal komt er eigenlijk een beetje als het gaat om het gemeentelijk beleid. Kan het gemeentelijk apparaat dat wel aan? Kunnen die wel voldoende over schotten heen kijken? Zou die samenwerking met niet-gesubsidieerde instellingen wel lukken? Nog een aantal van die opmerkingen, ik hoef ze niet allemaal te herhalen. Over de bijeenkomst die wij gehad hebben, zegt zij: "wat een poppenkast!" Ik denk dat ik duidelijk heb gemaakt dat ik het daar volstrekt niet mee eens ben. Ik heb die avond zelf als heel positief ervaren. Daar was inderdaad kritiek, terecht, maar die wilden wij ook graag horen, maar daar kwamen ook ideeën over hoe mensen het dan wel zouden willen. Wat mij het meest teleurstelt in het verhaal van mevrouw Garms is dat zij van alles wil, maar geen enkel alternatief aangeeft. Intussen zitten wij wel binnen de gemeente Leeuwarden met een gigantische werk- loosheidsproblematiek, een armoede problematiek en met een rapport Naoorlogse wijken waarin nogal wat problemen staan die aangepakt moeten worden. De PAL-fractie wil dat allemaal aanpakken maar niet op de manier zoals het college voorstelt. Ik ben heel benieuwd hoe de PAL-fractie denkt die problematiek dan wel aan te pakken en hoe de PAL-fractie dat denkt te kunnen aanpakken zonder de ruimte die het convenant sociale vernieuwing met het Rijk ons biedt. Ik ben bijvoorbeeld heel bang, dat als wij geen convenant hebben, wij dan de middelen voor de banenpool niet krijgen. Maar misschien denkt de PAL-fractie dat wij zonder banenpool ook iets kunnen doen aan de werkloosheidsproblematiek Kortom, voorzitter, ik vind het nogal gemakkelijk om bij alles te 40 roepen dat je het niet zó wilt en vervolgens geen enkel alternatief aan te dragen. Ik zou mevrouw Garms graag uit willen nodigen om in tweede termijn dan eens aan te geven hoe de PAL-fractie denkt dat wij dit soort problemen als gemeente wel aan zouden moeten pakken, waarbij ik haar er wel op wil wijzen dat als het gaat om de gemeente, wi j dat zijn hier met z'n allen. Dan ten slotte mevrouw Visser. Ik heb begrepen van mevrouw Visser dat zij instemt met de aanpak zoals wij die voorgesteld hebben. Zij heeft nog gezegd dat het niet ten koste mag gaan van levensbeschouwing. Ik kan mij daar zo gauw niet iets concreet bij voorstellen. Misschien dat zij daar in tweede instantie nog wat nadrukkelijker op in zou kunnen gaan. Mevrouw Van der Kloet: Ja voorzitter, eerst nog even een reactie op een paar punten die de wethouder in haar beantwoording heeft genoemd. Ik ben blij dat de wethouder duidelijk aangeeft dat het Plan van Aanpak niet dichtgespijkerd zal worden, dat het al werkende vorm moet krijgen en dat bijvoorbeeld ook zaken die in de rijksnota minder aandacht krijgen, zoals de positie van vrouwen, daarin duidelijk meegenomen gaan worden. De wethouder heeft gezegd dat zij het maatwerk eigenlijk niet zo teleurstellend vindt, dat zij in ieder geval in het tweede overleg goed met de IPSV hebben kunnen praten. Die hadden ook begrip voor allerlei zaken, maar hebben ook beperkte mogelijkheden. Daar ben ik het op zich zelf mee eens, maar als ik kijk naar de resultaten en als ik ook kijk naar resultaten van andere gemeenten die proefgemeente zijn, dan moet ik constateren dat er slechts een paar voorstellen maatwerk op dit moment gerealiseerd worden. Ik hoop dat bij de dingen die er nog liggen en waar nog verder overleg over gevoerd wordt, nog andere zaken aan toe gevoegd zullen kunnen worden. Dan wat Stichting Blijf van mijn Lijf betreft. De wethouder zegt, er moet nog een apart convenant met WVC gesloten worden over opvang en hulpverlening, dat betekent dat er geen reden is om 5 november al de discussie te voeren. Als dat zo is, als wij niet aan termijnen gebonden zijn en nog alle ruimte hebben om nog dingen al of niet terug te trekken, dan maakt het mij niet uit of die discussie op 5 november plaats vindt of op een ander moment dat nog tijdig genoeg is. Voor ons was belangrijk dat wij juist in het kader van sociale vernieuwing vinden dat je ook moet luisteren naar degenen die zelf betrokkenen zijn. Ik heb in mijn eerste instantie ook al aangegeven dat wij best argumenten zien om die geldstroom binnen het kader van de sociale vernieuwing te houden. Wij hebben er niet over kunnen discussiëren, die discussie willen wij graag wel, dan kunnen wij ook een goede afweging maken. Hoe dat dan verder uitpakt, zien wij wel. Het zou best kunnen dat de stellingname van dit moment inderdaad gewoon gehandhaafd blijft, maar ik weet dat op dit moment nog niet. Tot zover de reactie op de wethouder. De heer Biemans heeft het consultatief referendum en het stadspanel gezet tegenover het Breed Veld Overleg. Voor mijn gevoel zijn dat toch twee heel verschillende fenomenen. Bovendien zegt hij dan: wij hebben de lijn gekozen van zo'n consultatief referendum. Volgens mij hebben wij die lijn nog helemaal niet gekozen, wij hebben alleen gezegd, dat in het 41

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 21