deren. Het gaat ae homo-beweging, gelet op de tegenstrijdige reacties uit die kringen, niet zozeer om het respect en de waardering voor het huwe lijk, maar om de weg vrij te maken voor het "normaal" maken van een homo seksuele relatie. Normaal is volgens mijn fractie verbonden met Gods universele normen. De publieke opinie is één van de mogelijkheden om dat te bereiken. Het sleutelwoord is hier discriminatie. Een woord waartegen vrijwel elke opponent machteloos staat als hij of zij niet vereenzelvigd wil worden met Janmaat of erger. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak dat argument verworpen. Een tweede front betreft de politiek, in het verlengde daarvan bevindt zich het derde, het recht. De politiek lijkt op dit moment het belangrijkste, al zal men daar wel oog hebben voor de publieke opinie, de kiezersgunst. Het recht lijkt er, gezien de uitspraak van de Hoge Raad jongstleden zaterdag, vooralsnog weinig voor te voelen de wetgever voor de zoveelste keer links te passeren. Wel biedt de uitspraak van de Hoge Raad opening naar rechtsgevolgen voor niet-huwelijkse relaties. Voor wie het huwelijk beschouwt als een instelling van God, is het woord homo huwelijk een contradictio in terminus, een tegenstrijdigheid in woorden. Het bijbelse huwelijk betreft een alomvattende verbintenis tussen één man en één vrouw. De Nederlandse wetgever ziet dat niet anders. Als een man en een vrouw elkaar op het gemeentehuis hun ja-woord geven, treedt ogenblikkelijk een groot aantal rechtsgevolgen in werking. De wetgever heeft met zijn huwelijkswetgeving in feite niets meer gedaan dan logisch antwoorden geven op voor de hand liggende materiële vragen. Zo regelt de wet niet de inhoud van het huwelijk. Zelfs de eis der liefde, wel nadruk kelijk vermeldt in het kerkelijk huwelijksformulier, ontbreekt. De desbe treffende bepalingen hebben vrijwel allen uit de aard der zaak gemeen dat het menselijk reproduktievermogen, het verwekken van kinderen, direct of indirect daar aan ten grondslag ligt. Dat maakt een homo-huwelijk tot een vrijwel lege huls, een losse flodder. Een beperkt aantal, voornamelijk financiële, regels kunnen ook getroffen worden buiten de ambtenaar van de Burgerlijke Stand om. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak uitbreiding van die mogelijkheden ook open gelaten. Ook een broer of ouder kan zich moreel verplicht voelen, degene die hem altijd verzorgt, zijn met hem of haar samenwonende zuster of dochter of omgekeerd, niet onverzorgd achter te laten of in het onzekere te laten over de wederzijdse rechten en plichten. Het is denkbaar dat in dat soort situaties de wetgever de daarvoor in aanmerking komende artike len van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing verklaart op verbanden van mensen, niet kunnende huwen, maar wel een gemeenschappelij ke huishouding verklaren te willen voeren. Maar dan moeten wij dat uiteraard geen huwelijk noemen. Hoe wij ook geschapen of geaard zijn, wij mogen terugvallen op de wijsheid van God die ons wetten geeft om aan die zorg voor elkaar inhoud te geven. Daarin moeten wij als politieke partij en als mensen niet wijzer willen zijn dan diezelfde God die ons leert onze naasten lief te hebben als ons zelve, om zo ruimte te scheppen in deze wereld, om de ander en ons zelf tot Gods recht en doel te laten komen. Menselijke liefde is beperkt, maar Gods liefde duurt in eeuwig heid. Er blijft voor de gemeente geen andere taak over dan wetshandhaving 54 en het huwelijk met alle waarborgen en zorgen te blijven voltrekken en omringen. Symbolische en schijnhandelingen passen daarin niet. Iedereen, zoals wij hier zitten, is politiek betrokken en kan vanuit die invalshoek actie ondernemen richting wetgeving en Tweede Kamer. Dat vindt mijn fractie de juiste weg, Zij is tegen het collegevoorstel en de motie van de PAL-fractie. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor een korte pauze. De Voorzitter schorst, om 22.50 uur, de vergadering voor de tweede pauze De Voorzitter heropent, om 23.00 uur, de vergadering. De heer Kessler: Ja mijnheer de voorzitter, ik zal het, gelet op de tijd, proberen beknopt te houden. Ik begin bij de heer Herrema. Hij heeft gesteld, en dat hebben een aantal andere fracties ook herhaald, dat deze hele kwestie ook mede gezien moet worden in het kader van veranderende relatiewetgeving en dat een herziening daarvan noodzakelijk is. Dat is een terechte opmerking die past binnen het Lele kader van de individualisering. Wij hebben overigens in de brief die wij op 16 maart j.l. aan de Minister-President gestuurd hebben daarvan ook blijk gegeven, door de zin op te nemen, dat wij van mening zijn dat deze rechten geïndividualiseerd dienen te worden en niet uitsluitend voorbehouden dienen te zijn aan één samenlevingsvorm, te weten het huwelijk. Wij zitten wat dat betreft op dezelfde lijn. Het college wijst juridische wegen af, dat klopt. Ik ben wel bereid, dat als er eventueel gemeenten zouden zijn die die juridische wegen gaan ondernemen, daar de commissie van op de hoogte te houden. Maar ik schat eigenlijk zelf in dat dat vermoedelijk niet zal gebeuren, te meer niet daar de Hoge Raad vorige week daar een uitspraak over heeft gedaan. Ik heb geconstateerd dat uit een notitie die gemaakt is van een overleg tussen ambtenaren van een aantal gemeenten, waaronder Leeuwarden, Gronin gen, Emmen, Nijmegen, Leiden, Schiedam, Haarlem en Amsterdam, men ook daar niet op de lijn zit van de juridische weg. Ook daar wordt die lijn niet gevolgd, maar misschien dat er een paar kleinere gemeenten zijn die dat toch proberen. Ik schat overigens in dat zij weinig kans maken. Symbolische actie niet alleen toespitsen op de symbolisch functie van het huwelijk. Dat is duidelijk, dat was ook nooit de bedoeling. De bedoeling was om met een symbolische actie aan te geven dat het onzes inziens noodzakelijk is dat ook twee mensen van hetzelfde geslacht in het huwelijk zouden kunnen treden, dan gaat het natuurlijk vooral om de rechtsgevolgen die daaraan verbonden zijn. Dan kom ik bij de heer Brinks terecht, die eerst begint dat hij onze brief, die hier voorligt, wat teleurstellend vindt. Wij zouden de zaken over laten aan andere gemeenten. Ik heb zelf zoiets van "waarom niet?". Als een andere gemeente, zoals Beverwijk, en dat hebben zij te kennen gegeven, bereid is om hier het voortouw te nemen, prima. Wij hebben het voortouw genomen bij een symposium over homo-zaken. Beverwijk neemt hier 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 28