Dan kom ik bij de heer Hiemstra. Hij constateert terecht dat de mogelijkheid van een juridische constructie op dit moment niet meer echt aan de orde is. Hij conformeert zich dus met de symbolische actie. Mevrouw Visser tot slot geeft een wat principieel standpunt met betrekking tot deze hele zaak, dat hadden wij natuurlijk ook niet anders van haar verwacht. Ik zou daar natuurlijk ook wel weer in principiële zin op in kunnen gaan, wij hebben in de Commissie voor Emancipatie aangelegenheden daarover ook al op die manier met elkaar van gedachten gewisseld. Wat dat betreft wil ik daar nu niet al te diep op in te gaan. Twee opmerkingen toch. Het feit dat de Hoge Raad heeft gezegd dat binnen de huidige wetgeving geen huwelijk van personen van hetzelfde geslacht mogelijk is, wil nog niet zeggen dat er geen discriminatie aan de orde is. Wat het wil zeggen is, dat binnen de huidige wetgeving dit niet mogelijk is. Een waardeoordeel daaraan moet je vooral in de politieke sfeer beantwoorden. Dan nog de opmerking waarbij mevrouw Visser stelt dat het huwelijk vooral als doel heeft kinderen te verwekken. Ik denk dat dat een opvat ting is die er mag zijn, maar dat is natuurlijk niet de opvatting van veel mensen die een huwelijk sluiten. Dat is vaak wel het gevolg er van, maar lang niet altijd. Ik denk dat mevrouw Visser haar hele standpunt met betrekking tot het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht in een hele specifieke context plaatst. Ik heb er overigens alle begrip voor dat zij dat doet, gelet op haar achtergrond, maar ik hoop dat zij het ons niet kwalijk neemt dat wij toch een wat andere opvatting op dat terrein hebben. De heer Herrema: Ik heb begrepen dat de brieven zo aangepast worden dat het doel van de actie duidelijk is. Dat het gaat om de individualise ring en gelijk berechtigingIk vind dat de motie van de PAL-fractie nadrukkelijker het doel van die actie formuleert, namelijk de maatschap pelijke discussie op gang brengen voor die gelijke oerechtigingDaar staat dat al in verwoord. Dat is denk ik het mooie van deze motie. Alleen daar is wat aan vooraf gegaan, namelijk het verhaal van de PAL-fractie. Dat was vreselijk belerend en normatief in de zin van, het huwelijk zou niet moeten, men zou niet eens moeten willen kiezen, werd zelfs nadrukke lijk gezegd. Een dergelijke opvatting is in ieder geval niet de onze. Waar wij uitgaan van mondige mensen, waar de PAL-fractie dacht ik ook van uit ging, zouden mensen zelf moeten kunnen kiezen of zij willen huwen of andere vormen van samenleving willen kiezen. Dat de rechten anders geregeld zouden moeten worden, goed, maar dat daarmee ook het instituut huwelijk zou moeten verdwijnen, gaat mij veel te ver. Ik raad de PAL- fractie dan ook aan om bij het Stadhuis te gaan staan en hun vorm van sociale vernieuwing daar toe te passen met een bordje van "u zou dit huwelijk niet moeten willen"Dat is een suggestie van onze kant naar de PAL-fractie toe om sociale vernieuwing dan maar op die manier in te gaan vullen. (De heer Heins: Het wordt al een beetje laat en dan wordt luiste ren voor de heer Herrema een beetje moeilijk, denk ik.Ik heb heel goed geluisterd, gezegd is dat men het huwelijk niet zou moeten willen en dat vind ik zo'n normatieve opvatting. Het verhaal is duidelijk zo gericht 58 dat het huwelijk eigenlijk zou moeten worden afgeschaft, terwijl de motie luidt: "de actie dient zich niet te beperken tot het openstellen van het huwelijk voor twee personen van hetzelfde geslacht, maar moet breder zijn", dat suggereert dat de PAL-fractie wel degelijk voor die optie kiest. In het verhaal wat daaraan vooraf ging was men eigenlijk helemaal tegen het huwelijk als zodanig en ook de keuzemogelijkheid. Daar wou ik graag een toelichting op hebben. De inhoud van de motie op zich spreekt ons aan en die strookt ook met mijn bijdrage in eerste instantie. Het tweede punt van de PAL-fractie is, dat men een hele brede discussie wil hebben over individualisering van de relatiewetgeving en daarna de discussie wil starten, dat stond ook in het artikel in de Leeuwarder Courant, over de toegankelijkheid van mensen van hetzelfde geslacht. Dat betekent in wezen dat homo-seksuele mensen en lesbiennes nog jarenlang moeten wachten om de rechten die er nu zijn te kunnen verzilveren, want die individualisering is een hele ingewikkelde proble matiek. Ik denk dat dat nooit de bedoeling kan zijn. Vaar je constateert dat er discriminatie op basis van geslacht plaats vindt, zal je nu al moeten werken om daar een oplossing voor te vinden. Bovendien is het bij individualisering van de relatiewetgeving helemaal geen automatisme dat daarin ook mensen van hetzelfde geslacht meegenomen zullen worden. Dat is een apart discussiepunt, waar je voor zult moeten knokken om dat geregeld te krijgen. De CDA-fractie zegt, het burgerlijk huwelijk is geen grap. Nee, juist omdat het geen grap is en die rechten zo belangrijk zijn, is het van belang dat die rechten ook toegankelijk zijn voor iedereen. Voor die mensen die het huwelijk inderdaad niet als grap zien en er voor kiezen, dat ook zullen kunnen doen. Ik ben ook benieuwd hoe de CDA-fractie op die motie reageert, omdat die in de lijn is van de brief die de gemeente aan het Rijk heeft gestuurd over dit thema. Tot slot mevrouw Visser. Zij zegt, het huwelijk mag niet aangetast worden, ik zou heel graag van haar willen weten, hoe het dan staat met de rechten. Mevrouw Visser wil niet in de hoek geplaatst worden van de Centrum Democraten, dat kan ik mij voorstellen, dat zal ik haar ook niet doen, maar uiteindelijk gaat het wel om de rechten die nu aan het huwe lijk gekoppeld zijn en die niet toegankelijk zijn voor mensen van het zelfde geslacht. Zij zegt dat die niet toegankelijk zijn, ook in de toekomst niet, nog los of je dat in het huwelijk doet of ergens anders. Als zij dat zegt, dan is zij in wezen toch aan het discrimineren op basis van geslacht en aat is tegen de Grondwet. Ik wil daar graag een duidelijk standpunt van mevrouw Visser over hebben. De heer Brinks: De wethouder zegt, als anderen het voortouw nemen, waarom zouden wij dat dan ook nog een keertje moeten doen? Ik heb nooit bedoeld te zeggen, dat daar waar anderen het voortouw nemen, wij exact hetzelfde nog een keertje moeten doen. Ik heb gezegd, uit de beantwoor ding van de brief klinkt, dat het college erg afwachtend is. Dat is ook een van de redenen om de brief te wijzigen. De wethouder noemt dat dan een redactionele wijziging, voor mij zit daar een iets meer dan redactio nele wijziging in. Het is ook wel degelijk een intentie die er meer uit 59

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 30