spreekt Verder zegt de wethouder dat het eerste gedeelte van de motie weinig toevoegt. Daar ben ik op ingegaan. Het tweede gedeelte is duidelijk vanuit een andere invalshoek dan het college verwoord. Bij de beant woording van de brief staat wel dat openstellen van het huwelijk voor mensen van gelijk geslacht onverlet laat dat er verder gestreefd moet worden naar individualisering van rechten. Ik denk dat het vooral om die rechten gaat. Het gaat niet zozeer om het openstellen van het huwelijk. Als je namelijk - en dat is tegelijkertijd het antwoord op een vraag van de heer Herrema - rechten gaat individualiseren dan heeft elk mens toegang tot die rechten. Dan maakt het verder helemaal niet meer uit wat voor samenlevingsvorm je kiest, of dat een huwelijk is, of dat dat samen wonen is zonder bekrachtiging in de vorm van een huwelijk. Of dat je een LAT-relatie hebt of wat dan ook, of dat je alleen woont, dat maakt niet meer uit, want je hebt toegang tot die rechten. Daar gaat het om bij individualisering. (De heer Herrema: Ook dan zal er discussie ontstaan °f alle rechten wel toegankelijk zijn, voor homo-seksuelen bijvoorbeeld Bij individualisering maakt het niet meer uit of homo-seksuelen wel of niet toegang hebben tot die rechten, want iedereen - ongeacht geslacht, geslachtelijke voorkeur of wat dan ook - heeft toegang tot die rechten. Dat is namelijk het principe van individualisering. (De heer Herrema: Dat is een ideale situatie, maar zover zijn wij nog niet.) (Mevrouw De Haan: Hoe kom je daar?) Hoe kom je daar? Je moet er naar streven om die rela tiewetgeving zodanig te maken dat je komt tot een individualisering van rechten. Dat zal een verandering van de relatiewetgeving inhouden. Zo kom je daar natuurlijk aan toe. (.Mevrouw De Haan: Maar daar is toch helemaal geen discussie over?) Dan geloof ik dat de motie gewoon overgenomen kan worden. Het huwelijk zou niet moeten mogen, zou ik gezegd hebben. Dat is het citaat van Jan Blokker dat ik gebruikt heb. Inderdaad, je zou het eigen lijk niet moeten willen. Dat is mijn mening en dat is ook de mening van Blokker. Maar ik heb heel duidelijk aan het eind van mijn verhaal gezegd - en als dat onduidelijk is geweest dan wil ik dat nog wel een keertje citeren - dat je in eerste instantie moet zorgen voor een individualise ring van de rechten, want dan kan er geen sprake meer zijn van discrimi natie naar geslacht of naar samenlevingsvorm of naar seksuele voorkeur. De stap die daarna gezet moet worden is er voor te zorgen dat alle soorten van samenlevingsvormen openstaan voor alle me.;sen, ongeacht hun geslacht. Twee mensen kunnen dan kiezen voor het huwelijk dat dan ontdaan is van zijn wettelijk status. Dat huwelijk kan dan niet meer gelden als een eenvoudige en goedkope manier om wederzijdse rechten en plichten tussen twee mensen vast te leggen. Je kunt nog steeds kiezen voor het huwelijk, maar je kunt dan ook in alle vrijheid kiezen voor een andere samenlevingsvorm, al dan niet publiekelijk bekend gemaakt. Dat is wat ik in eerste instartie gezegd heb en ik denk dat dat duidelijk genoeg is waar het gaat over individualisering. Ik heb in de pauze het verzoek gekregen om een hele kleine wijziging aan te brengen in de motie. De kleine wijziging betreft de tweede alinea in het besluit, ongeveer in het midden, daar staat: "om met meerdere 60 gemeenten de mogelijkheid te onderzoeken om gelijktijdig actie te onder nemen" Het verzoek is om daar "gelijktijdig symbolische actie te onder nemen", neer te zetten (De Voorzitter: De motie is gewijzigd in die zin dat in de tweede alinea van het besluit, dat begin-: met: "De zesde alinea....", daar staat ergens halfweg: "In onze vergadering van 28 augustus 1990 hebben wij dan ook besloten om met meerdere gemeenten de mogelijkheid te onderzoek om gelijktijdig" en dat moet er tussengevoegd worden symbolische actie te ondernemen." Mevrouw Tiemersma: Ik heb weinig meer toe te voegen aan wat ik in eerste termijn al heb gezegd. Wij vinden dat de raadsbrief zoals die er nu uitziet ver genoeg gaat. Wij gaan dan ook niet akkoord met de motie die door de PAL-fractie is ingediend, te meer daar ook in deze motie het huwelijk ter discussie wordt gesteld, doordat de rechten die daarbij behoren geïndividualiseerd dienen te worden. Dit is inderdaad ook opgeno men in de brief die wij 16 maart j.l. hebben verstuurd. Ook toen is mijn fractie in de commissievergadering daar tegen geweest. Wij willen de raadsbrief zoals die nu voor ons ligt overnemen en niet verder gaan. Mevrouw WaalkensIn eerste instantie had ik met de motie enige moeite. De PAL-fractie heeft het woord "symbolisch" toegevoegd. Dit betekent dat wij nu akkoord kunnen gaan met deze motie. Het heeft altijd onze keus gehad om het individu zoveel mogelijk vrijhaid te geven. Wij kunnen ons hier verder in vinden. De heer Hiemstra: Voorzitter, na de wijziging en de explicatie van de heer Brinks hebben wij ook geen moeite meer met de motie zoals die voorligt en willen wij die wel steunen. Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, in reactie op de wethouder naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad en ik citeer hier de uitspraak van de Hoge Raad: "Ook het beroep van de vrouwen op het gelijk heidsbeginsel en strijdigheid met internationale verdragen wijst de Hoge Raad van de hand." Dus daar refereer ik aan. Wat betreft het huwelijk en het verwekken van kinderen daarin, dat is natuurlijk wel de grondslag van het huwelijk, dat ligt direct of indirect daaraan ten grondslag. Het is geen voorwaarde. Mijnheer Herrema heeft mij de vraag gesteld hoe wij die rechten die daaruit voortvloeien dan verder ingevuld willen zien. Ik denk dat ik dan even terug ga naar wat ik gezegd heb. Het is denkbaar dat in situaties waarin mensen zorg voor elkaar meer inhoud willen geven, de wetgever de daarvoor in aanmerking komende artikel van het wetboek kan aanpassen. (De heer Herrema: Dus de rechten die nu bij het huwelijk zijn, vindt mevrouw Visser op zich bespreekbaar dat die ook voor homo-seksuelen toegankelijk zijn?) Bepaalde rechten die voortvloeien uit de zorg die mensen voor elkaar hebben, die passen bij de menselijke relaties - daarin ben ik breder geweest, ik heb ook genoemd broer en zuster-verhouding - waarin die zorg tot uitdrukking wordt gebracht, daarin biedt de wet opening. Meer wil ik daar niet van zeggen. 61

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 31