De Voorzitter: Aan de orde is vaststelling rapport Stadsgewest Leeuwarden De heer HeinsStadsgewest Leeuwarden. 5 jaar geleden werd Leeuwar den stadsgewest. 5 jaar voor het maken van een ontwikkelingsvisie lijkt lang, toch mogen wij het vastleggen van een gemeenschappelijke noemer die bestuurlijk gedragen wordt als een prestatie van form'at beschouwen. Ik heb dit compliment al twee keer in de commissie geuit en wil dit graag nog eens in de raad herhalen. Tot voor kort zaten de gemeentebesturen elkaar nog regelmatig in de haren. Alhoewel liet nog lang niet koek en ei is, is met deze nota toch een eerste stap gezet tot bestuurlijke samenwerking op stadsgewestelijk niveau. Bestuurlijk is het stadsgewest echter nog een mistig fenomeen. Ergens tussen gemeenten, bestuurlijke regio's en provincie in met grenzen die geen gemeentegrenzen zijn. Misschien een uitdaging voor bestuurlijke vernieuwing. Wat gebeurt er trouwens als een gemeente van de nota Stads gewest gaat afwijken en daarmede het beleid van andere gemeenten door kruist of frustreert? En minstens zo interessant wordt de discussie rond het woningbouwcontingent Zoals gezegd is de nota volgens de PAL-fractie niets anders dan een eerste stap op weg naar een beleidsvisie. Want als je het werkstuk op de keper beschouwt, is het niet veel meer dan een verzameling van verlang lijstjes en wensen van provincie en gemeenten. Een echte duidelijke keuze wordt niet gemaakt. Vele voorstellen zijn indicatief en hebben open einden. Beide kritiekpunten wil ik nader toelichten. De nota wordt gepresenteerd als een integrale ruin-helijke beleidsvi sie voor de komende 25 jaar. Naar onze mening is ^ie titel veel te pretentieus. Plannen die een visie voor 25 jaar weergeven, worden niet meer gemaakt. 10 jaar is al een moeilijke en risicovolle opgave. Er wordt geen duidelijke keuze gemaakt. Dat zit al in de sub-titels. De één luidt: "Meer groen, meer water, meer stad voor later". Dat is een kwalitatieve doelstelling die in de sfeer lijkt te liggen van het streven naar een duurzame ontwikkeling. Maar als centrale doelstelling en ook als subtitel wordt gesteld dat gekozen wordt voor het verbeteren van de concurrentiepositie van het stadsgewest. Dit meer economische doel waait door heel deze wervende nota heen. Volgens de PAL-fractie is een economi sche groei-doelstelling niet zonder meer verenigbaar met het streven naar een duurzame ontwikkeling. Meer groen, meer water, klinkt mooi, maar heeft voornamelijk te maken met meer recreatiemogelijkheden en veel minder met de natuur. Onlangs is door gedeputeerde Van de Til en eerder al door wethouder Vlietstra, beloofd een milieu-effectrapportage op te stellen voor de aanleg van de meren in de blauwe zone. Maar, zo is onze vraag, is men bereid van de aanleg van deze recreatieve zone af te zien als uit een onderzoek komt dat de nadelen voor de natuur en het milieu groter zijn dan de voordelen? Nog steeds wordt het streven naar economi sche groei van de marktsector als zaligmakend gezien. De markt, zo zegt de nota, is de bepalende en sturende factor. Het verbeteren van het productiemilieu wordt enerzijds gericht op het bedrijfsleven en ander 66 zijds op het verbeteren van de kwaliteit van het milieu. Volgens ons is deze combinatie veel gemakkelijker in woorden dat in daden te maken. Economische groei heeft in het verleden de milieuvervuiling veroorzaakt. De bergen afval hebben een directe relatie met meer-produktie en meer- consumptieWaarom moet Leeuwarden zonodig groeien? Meer mensen, terwijl de vervuiling van het milieu toeneemt; meer woningen, terwijl te veel woningen leeg staan; meer bedrijven, terwijl de werkloosheid niet af neemt. Een ecologisch verantwoorde maatschappij die streeft naar een duurzame ontwikkeling stelt niet, volgens ons, de marktsector centraal of het verbeteren van de concurrentiepositie, maar streeft naar sober heid. Dan bedoel ik niet armoede, want laten wij wel zijn de marktsector is niet bij machte geweest de werkloosheid terug te dringen. Het is naïef te denken dat dit in de toekomst wel het geval zal zijn. Sociale achter standen hebben niets te maken met het uitblijven van economische groei, maar is een verdelingsvraagstuk, het gevolg van een ongelijke verdeling van economische middelen en mogelijkheden. Ik verwijs naar ons oppositie programma In de nota worden geen keuzes gemaakt. Drie voorbeelden: 1. verbetering van de bereikbaarheid van bedrijfsterreinen per auto en de aanleg van zichtlokaties aan snelwegen, is als voornemen gezet naast het terugdringen en afremmen van de automobiliteit en het woon-werkverkeer per auto; 2. het stadsgewest pleit voor meer openbaar vervoer en gaat tegelijker tijd door met plannen voor nieuwe wegen en verdubbeling van bestaan de wegen. Het is een èn-èn-beleid dat naar onze mening niet werkt. De bussen blijven leeg als de wegen verdubbeld worden en er geen files zijn. Opvallend is dan ook het harde "nee" van het college tegen de weg naar Dokkum aan de ene kant, terwijl aan de andere kant wordt gepleit voor de verdubbeling van naar Drachten; 3. de keuze voor de vrije sector in de woningbouw is Keel evident, maar tegelijkertijd staat de kwaliteit van de voorraad centraal. Een groeibeleid en een beheerbeleid naast elkaar. In de politiek noemt men dat wel een twee-sporenbeleid, maar soms wil men de kool en de geit sparen. Ik denk dat dat laatste op de nota Stadsgewest slaat. In onze visie dient de ecologische visie centraal te staan. Het verbeteren van de concurrentiepositie kan slechts een afgelei de doelstelling zijn. Centraal moet de vraag staan: Wat is nodig voor een duurzame ontwikkeling van het stadsgewest? Wat dan ook volgens de PAL-fractie in de nota ontbreekt, zijn: 1. een expliciete keuze voor kwaliteitsverbetering en beheer; 2. milieuzonering, het aangeven waar vanuit het milieu welke bedrijven zijn toegestaan en waar zij worden geweerd; 3. een selectief vestigingsbeleid waarbij stringente voorwaarden aan nieuwe bedrijven worden gesteld, zoals interne milieuzorg en het terugdringen van het autogebruik van het woon-werkverkeer; 4. een visie voor intensieve gemeentelijke samenwerking op het gebied van produktiebeperking, afvalpreventie en energiebesparing; 5. intensivering van gemeentelijke samenwerking op de handhaving van het milieu; 67

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 34