de belangen soms botsen is bijna vanzelfsprekend. Maar gelet op de afspraken die er gemaakt zijn, onder anderen ten aanzien van infrastruc tuur - het openbaar vervoer en het wonen - hebben wij er alle vertrouwen in dat het de goede richting op gaat. Je zou je vervolgens de vraag kunnen stellen of met het vaststellen van deze nota wordt voorbijgegaan aan milieu-aspecten, sommigen in deze raad beweren die. Anders gezegd, wordt het milieu nu ondergeschikt gemaakt aan economische aspecten? Naar de mening van de CDA-fractie is dat absoluut niet het geval. Het milieu is niet ondergeschikt aan welk aspect dan ook. Kijkend naar wat er staat over het openbaar vervoer, het wonen, maar ook over de infrastructuur in de nota, zal - denken wij - telkens weer bij de definitieve realisering van een en ander het milieu een belangrijke en misschien doorslaggevende rol moeten spelen. Maar wanneer je kijkt naar het hoge percentage werklo zen in onze stad, is het ook meer dan verdedigbaar dat in deze ontwikke lingsvisie het economische aspect wat meer op de voorgrond treedt. Overigens is ook het milieu gebaat bij economische groei. Alleen al uit een oogpunt van betaalbaarheid. Ik zou het dan ook jammer vinden, wanneer bijvoorbeeld de PAL-fractie op basis van milieu-overwegingen niet zou kunnen instemmen met deze visie op het stadsgewest. Daarmee zou dan, naar onze mening, worden voorbijgegaan aan de problemen van bijvoorbeeld die hoge werkloosheid. Een vergissing, denk ik, sterker nog, een misser, met name richting werklozen. Afrondend, voorzitter, deze ontwikkelingsvisie staat en valt met goede en duidelijke afspraken, geven en nemen. Middels de te sluiten bestuursovereenkomst hebben wij daar, zoals eerder ge?cgd, alle vertrou wen in. Mevrouw Van Ulzen: De VVD-fractie gaat akkoord met de fraaie voorne mens zoals weergegeven in het rapport. Maar de concretisering zal veel overleg en tolerantie vergen. Ten slotte is het toch de bedoeling en ook de verwachting dat alle partijen er beter van zullen worden. Met andere woorden dat een ieder zo goed mogelijk aan zijn trekken komt. De WD-fractie heeft een paar opmerkingen. Voor alles moeten de landbouwers, horende bij het stadsgewest, weten waar zij aan toe zijn. Zij hebben geen enkele zekerheid, met alle kwalijke gevolgen voor de bedrijfsvoering. Wij verzoeken de wethouder dringend er bij de gewest partners op aan te dringen dat dit met absolute voorrang geregeld wordt. Er is een termijn genoemd van een jaar, daar willen wij iedereen ook graag aan houden. Het lijkt ons redelijk dat met de 5 randgemeenten overleg plaats vindt over het Leeuwarder gemeentelijk beleid met betrekking tot het voorzieningenniveau. Voor de WD-fractie houdt dat ook in dat met betrek king tot de komende schaalvergroting in het voorgezet onderwijs, de randgemeenten hun invloed kunnen uitoefenen op eventueej te nemen beslui ten. Is daar al overleg over gaande? Ik denk ook in dit geval aan het Museum voor Moderne Kunsten, ook daar is sprake van een gezamenlijk belang, zodat ook hier overleg op zijn plaats is. Ten slotte de bestuursovereenkomst. Zonder daar nu een punt van te willen maken, hebben wij toch wel enig begrip voor het bezwaar van 70 Menaldum. Er staat weinig expliciets in. In een eerder stadium heb ik aangegeven niet helemaal gerust te zijn daar waar de belangen van de Regio Noord Friesland niet helemaal parallel lopen met de belangen van het stadsgewest, maar laten wij hopen dat het mee zal vallen. De VVD-fractie wenst het college en ook de raad succes en wijsheid toe bij de verdere ontwikkeling van het stadsgewest. Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, akkoord wat mijn fractie betreft met het rapport Stadsgewest. De zaken die al in de commissie door mijn fractie aan de orde zijn gesteld, zal ik niet herhalen. Blijft nog een aanvullende vraag in deze fase over voor wat betrert de blauwe zone. In samenhang met de vergroting van het wateroppervlak wordt aan de oostzijde daarin aangewezen als blauwe zone, de mogelijkheid voor uitvoe ring staat ter discussie in dit plan. Wij hebben, na de commissie verga dering, ook argumenten gehoord van deskundigen uit het veld die pleiten voor een blauwe zone aan de westkant, de kant van de Grote Wielen. (De heer Ten Hoeve: Dat is de oostkant.) Ik ga even in overleg met mijn fractie De heer E.M. Janssen: 6 gemeenten en het provinciaal bestuur verte genwoordigd in het stadsgewest Leeuwarden, hebben een ruimtelijke econo mische ontwikkelingsvisie op het stadsgewest Leeuwarden opgesteld. Centraal thema in deze nota is de verbetering van het stadsgewestelijk productiemilieu. Zoals het eerste hoofdstuk al stelt, is dit een selec tief beleidskader. Alleen die aspecten die direct van invloed zijn op het verbeteren van het productiemilieu komen naar voren. Dan kom ik gelijk bij een categorie kritiek die op deze nota te beluisteren valt. Die kritiek richt zich op wat niet in de nota staat. Onder andere het ontbreken van uitgewerkte voorstellen op het gebied van toerisme en milieu. Daarbij wordt dan door de krit',Rasters de indruk gewekt als zouden de opstellers van deze nota deze beleidsterreinen niet belangrijk vinden. Niets is echter minder waar, alleen komen die niet in dit verband aan de orde, maar in een ander verband. Zo kregen wij dit weekend de concept-milieunota toegestuurd. Daarin worden maatregelen aangekondigd om in 2000 de milieuproblematiek tot beheersbare proporties terug te dringen. Deze maatregelen brengen de komende 10 jaar 180 miljoen aan kosten met zich mee. Dat wordt nog een hele klus, maar dat is nu niet aan de orde. Nu hebben wij het over de vraag hoe wij het productiemilieu op stadsgewestelijk niveau kunnen verbeteren. Voorop willen wij stellen dat wij veel waarde hechten aan het samen optrekken met het provinciaal bestuur en onze randgemeenten. Wij hebben meer te bieden, wij staan als eenheid sterker als wij in staat zijn als stadsgewest te opereren. Dat er wat moet gebeuren, hoef ik hier niet te betogen. Cijfers over werkloosheid, het rapport "Armoede uit de Stilte" en gaan zo maar door, hebben dit afdoende aangetoond. Zoals blijkt uit de bestuursovereenkomst die wij gaan afsluiten, vindt dit gezamenlijk opereren plaats vanuit een onderling vertrouwen. Gelijke partners die ervan overtuigd zijn dat samen meer bereikt kan worden. Dat beeld van gelijke partners kan nog wel enige versteviging gebruiken. Aan de hand 71

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 36