Tot slot de betrokkenheid van de burgerij. Het bestuurlijk platform
beoogt een breder draagvlak te vinden voor gemeenschappelijke ontwikke
ling en uitwerking van plannen. Het zal u duidelijk zijn dat op dit
moment of de komende jaren de normale ruimtelijke ordeningsprocedures en
dus de normale inspraakprocedures die wij in dit verband hanteren, van
toepassing blijven. Op dat moment kan zonder meer die betrokkenheid van
die burgerij gestalte krijgen.
De heer Krol heeft gewezen op het belang van goede afspraken en
zijn fractie hecht grote waarde aan de inzet die in deze nota op dat
terrein naar voren is gekomen. Hij heeft er terecht op gewezen dat de
milieu-aspecten wel degelijk in deze nota worden meegenomen en niet als
ondergeschikt moet worden beschouwd, ook het belang van de werkgelegen
heid heeft hij nog eens benadrukt.
De WD-fractie gaat akkoord. Mevrouw Van Ulzen erkent dat er sprake
is van een noodzaak, van compromissen sluiten en dat bereik je alleen
maar door met elkaar te praten. Dat is natuurlijk het grote probleem van
de voorgaande tijd geweest, wij spraken niet met elkaar, maar dachten
elkaar via de krant dingen toe. Dat leidt niet tot echt gemeenschappelij
ke conclusies. Nogmaals de bedoeling van deze hele aanpak is om met
elkaar afgesproken te hebben dat je over een aantal pijnpunten met elkaar
gaat praten en dat je daar uit wilt komen, omdat wanneer je dat niet
doet, je gezamenlijk nog veel verder van huis bent.
Mevrouw Van Ulzen had de indruk dat de nota wat betreft de belangen
van de randgemeenten, toch voor sommige gemeenten weinig helder was. Het
was althans niet direct afleesbaar wat nu het belang was voor sommige
gemeenten, als ik het goed begrepen heb. Ik hoor dan in tweede instantie
wel wat zij daar wel mee bedoeld heeft.
Ik ben het eens met de woordvoerders stersdie gesproken hebben
over de noodzaak om binnen een jaar helderheid te verschaffen over de
consequenties van de blauwe zone. En dan niet alleen of er een uitwer
king wordt gegeven aan dat idee. Ik ga er van uit dat dat zeker het geval
zal zijn, maar met name zoveel mogelijk, zo snel mogelijk concretiseren
waar dat van toepassing zou kunnen zijn op dat de desbetreffende landbou
wers weten waar zij aan toe zijn, zodat zij al dan niet hun investerings
programma's daar op af kunnen stemmen. Dat is een noodzakelijke helder
heid die wij zo snel mogelijk moeten leveren.
Het voorzieningenniveau is inderdaad in de stuurgroep al aan de orde
is geweest. Ik sluit zeker niet uit wat ik met betrekking tot de recrea
tieve ontwikkeling al wat scherper geformuleerd heb, dat wij ook bij
andere voorzieningen toch met elkaar gaan praten over de wijze waarop
voorzieningen, al dan niet in de stad Leeuwarden, van belang kunnen zijn
voor de randgemeenten. Op welke wijze je daar invulling aan zou kunnen
geven, wie er eventueel aan mee zou willen betalen. Het zal duidelijk
zijn, als er meebetaald wordt, is er zo wie zo aanleiding dat er dan ook
meegesproken kan worden.
De heer Janssen zegt dat samenwerking tussen provincie en randge
meenten van het grootste belang is. Het is inderdaad de bedoeling om het
al dan niet terechte beeld dat gemeenten nog onderling hebben, zo snel
mogelijk weg te werken. Samenwerking kan alleen als je vanuit een gelijke
76
positie met elkaar om gaat. Ik denk dat dat de inzet is van de verdere
aanpak. De heer Janssen heeft een gedachte ontwikkeld om met name ambte
lijke teams vanuit de verschillende gemeenten en de provincie samen te
laten werken. Ik denk dat dat ook de bedoeling zal zijn, als wij zien
hoeveel uit te werken plannen in de nota staan verwoord. Het is de
bedoeling om daar een projectcoördinator voor aan te stellen die met name
projectgewijzeal dan niet met vertegenwoordigers van de desbetreffende
gemeenten, dit verder uitwerkt. Sommige plannen kunnen door de gemeenten
zelf worden ontwikkeld en ingebracht worden, voor andere plannen zal het
zonder meer noodzakelijk zijn om dat gezamenlijk te doen. Ik denk dat
het heel goed is zoals wij dat ook met deze nota gedaan hebben, ambtena
ren uit verschillende gemeenten gemeenschappelijke voorstellen in de
richting van het platform, de desbetreffende gemeentebesturen en het
provinciaal bestuur te laten ontwikkelen.
Ten aanzien van het regiowonen ben ik akkoord met de stellingname
die de heer Janssen daar over ingenomen heeft.
Ten slotte de vraag wat het standpunt van het college is met betrek
king tot het voornemen van het Rijk dat staat aangegeven in structuur
schema Verkeer en Vervoer, om een onderzoek te doen naar het tracé van
rijksweg 31 Marssum-Werpsterhoek. Nog even een opmerking in de richting
van de heer Heins, ik stel mij voor dat het verstandig is om in een later
verband de discussie van de weg richting Dokkum te voeren. In dat kader
kan ook het onderscheid in belangen, althans waar het gaat over de
rijkswegen, worden gevoerd. Ik denk dat in die discussie ook antwoord
kan worden gegeven. Ik zou dat nu wel kunnen doen, omdat het college
inderdaad van mening is dat de rijkswegen - rijksweg 31, rijksweg 32 -
inderdaad als rijksweg dienen te functioneren. Dat wil niet zeggen dat
morgen dit tracé zou moeten worden aangelegd. Zolang dat functioneel niet
nodig is, moet je dat ook zeker niet doen. Maar je moet het zeker niet
uitsluiten, want het past in de totale visie over de ontsluiting van
Friesland in zijn totaliteit.
De Voorzitter: Het is half een. Als wij dit af willen werken, moet
het wel verschrikkelijk kort, anders wordt het een uur en dat is niemands
bedoeling
De heer Heins: Ik zal een poging wagen, maar ik vind het toch wel
belangrijk. (De Voorzitter: Maar hier is toch in de commissie druk over
gesproken. Wij hebben hier al twee keer in de commissie over gesproken,
maar er blijft t'>ch een verschil van mening. (De Voorzc tter: Maar dat hou
je altijd, dat blijkt bij de stemming dan wel. Als in een openbare
commissie iets uit en te na aan de orde is geweest, dan weten wij het
zo langzamerhand wel, dan hoeven wij niet nu nog een keer alles in
extenso te gaan herhalen.Ik zal onze stellingname afronden.
Vanuit de CDA-fractie wordt gezegd dat het milieu is gebaat bij
economische groei. Vanuit de PvdA-fractie wordt gezegd: milieu doen wij
in een ander verband. Ik denk dat dat de valkuil is die met het milieu
op dit moment overal gemaakt wordt. Alsof het milieu iets is wat je er
bij doet. Naar onze mening is milieu en het streven naar een duurzame
77