wij nog over een aantal knelpunten gesproken. Met name ouders maken zich terecht zorgen over de verkeerssituatie. Verder willen leerkrachten graag duidelijkheid over de personele invulling. Er moet snel helderheid komen over de faciliteiten die er zijn voor het fusieproces, met name omdat nu is gebleken dat bij het samengaan van de Taniaburch en de Finne op dat punt de nodige onduidelijkheid is ontstaan. Ik hoop dat de wethouder ook hier informatie over kan verstrekken. En zo zullen er in de komende tijd nog wel meer knelpunten naar voren komen. Nu er dan vanavond de beslissing valt over welke school moet worden opgeheven en welke school moet blijven bestaan, kan vervolgens het overleg tussen de beide scholen, waarmee voor de zomervakantie al een begin is gemaakt, worden voortgezet. Ik hoop dat ouders, leerlingen en leerkrachten gezamenlijk willen werken aan één levenskrachtige school in de wijk Oud-West. Mevrouw Van Ulzen: Wij zitten opnieuw voor het probleem dat er een school opgeheven moet worden. Wij hebben ons aanvankelijk kunnen vinden in de instandhouding van de Vosseburcht wat betreft de lokatie, maar hebben echter geen inzicht in de kosten. Wij zijn wel voor renovatie, maar begrijpen dat de landelijke overheid, zoals mevrouw Dikken zegt met haar merkwaardige regelgeveri jniet van plan is er voldoende aan bij te betalen, zodat er dan door de gemeente uit eigen middelen bijbetaald moet worden. Ik heb in een eerdere fase in de commissie al gezegd dat mijn fractie zich niet wil binden als blijkt dat het bouwen achter de gevel, zoals dat toen heette, te duur zal worden. Het lijkt dat het die kant uitgaat. Wij zijn tegen afbraak van de Vosseburcht. Wij vinden die gevel van een dusdanige waarde dat wij die graag in stand willen houden. Er moet eigenlijk voor die school dan maar een andere bestemming gezocht worden als blijkt dat het renoveren te duur is en het heeft er alle idee van dat dat te duur zal zijn. Wij denken aan het alternatief van kinder opvang Vanwege de onzes inziens te hoge kosten voor de gemeente Leeuwarden als er gerenoveerd gaat worden, moet er desnoods dan maar nieuwbouw gepleegd worden op de plaats van de LeeuwerikschoolWij zijn daarom tegen het voorstel wat betreft punt 2 en 3 en willen een motie indienen, die als volgt luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden in vergadering bijeen op 22 oktober 1990, behandelende punt 29 van de agenda: Instandhouding en opheffing openbare basisscholen; overwegende dat renovatie van het schoolgebouw van de Vosseburcht de gemeente meer geld gaat kosten dan nieuwbouw; overwegende dat voor nieuwbouw het schoolgebouw van de Vosseburcht (uit de Amsterdamse school) moet worden afgebroken; besluit a. tot instandhouding van de Leeuwerikschool; b. tot opheffing van de Vosseburcht; en gaat over tot de orde van de dag." 8 Wij hadden liever gehad dat de school op de lokatie van de Vosse burcht terecht zou komen. Dat lijkt ons voor alle omstandigheden beter, maar wij zijn bang dat de kosten dermate hoog zullen zijn en dienen op grond daarvan deze motie in. (De Voorzitter: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer De Jong: Voorzitter, wij hebben op 10 september j.l. meer dan drie uren gesproken over de lokatiekeuze en over de Vosseburcht en de Leeuwerikschool, zodat ik mij nu wil beperken tot hoofdpunten. In eerste aanleg wil ik de raadsbrief ondersteunen voor wat betreft het in stand houden van de J.H. van IJsselskoalle en de Prof. Wassen- berghskoalle Ten tweede, de Vosseburcht en de Leeuwerikschool zitten onder de norm van 100 leerlingen. Dat betekent dat een fusie onontkoombaar is en praktisch dat er één school zal moeten worden opgeheven. De kern van het verhaal is de lokatiekeuze. Doorslaggevend is ook in de vergadering van de commissie het spreidingsargument gebleken. De spreiding van het openbaar onderwijs over de gemeente. Een tweede element dat toen aan de orde kwam was het belangstel lingspercentage. Dat van de Vosseburcht was duidelijk hoger, dat is ook logisch gezien het feit dat de Vosseburcht minder concurrentie onder vindt Het derde punt is de prognoses, hoe onzeker die ook zijn, maar die komen ook op de langere termijn beter uit voor de Vosseburcht. Op grond van deze drie zakelijke argumenten kiest mijn fractie voor de lokatie Vosseburcht De ouders van de Leeuwerikschool hebben actie gevoerd voor het behoud van hun school en ik hecht er aan om te zeggen dat ik het zeer terecht vind dat zij die actie voerden. Daar blijkt een bijzonder grote betrokkenheid uit. Ik wil in navolging van hetgeen mevrouw Dikken heeft gezegd mijn waardering uitspreken voor de in het algemeen zeer zuivere manier waarop zij hun standpunten naar voren hebben gebracht. Maar er is nog iets anders, wij als raadsleden hebben de verantwoordelijkheid om op grond van zelf vastgestelde criteria een keuze te maken. Die keuze maken wij voor de Vosseburcht. De betrokkenheid van ouders moet ook blijken bij de fusie met de Vosseburcht. De voorzitter van de MR van de Vosseburcht heeft zich in de commissievergadering hier zeer constructief opgesteld. Uiteraard mag ook van de gemeente een inspanningsverplichting worden verlangd, bijvoorbeeld wat betreft de verkeersproblematiek. De ouders hebben gevochten voor openbaar onderwijs, dat moeten zij blijven doen in het fusieproces. Dat is heel pijnlijk, maar wel noodzake lijk. Het is een uitdaging waarop een creatief antwoord past. Gezien de laatste brief van de MR van de Leeuwerikschool zou ik zeggen: dan pas kan een cultuur tot bloei komen. Een paar concrete punten nog. De boekwaarde van de Leeuwerikschool is 500.000,--. Er staat in de raadsbrief wat vaag omschreven: daarvan zal zoveel mogelijk dienen te worden afgeboekt. Mijn vraag is: gaan wij marktconform handelen wat de Leeuwerikschool betreft? 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 5