de wetgeving het woord fusie niet kent. Wij moeten één school opheffen en de ander in stand houden. Dat betekent niet dat je daarmee dus ook de naam van die andere school in stand zou moeten houden. Ik denk dat het heel verstandig is om een nieuwe start te maken en ook aan die nieuwe start een nieuwe naam te koppelen. Ten slotte heeft de heer De Jong nog gezegd dat de keuze van ouders steeds meer gebaseerd gaat worden op zaken als bereikbaarheid en steeds minder op denominatie. Het is wel aardig dat er net een onderzoek ver schenen is waar nagegaan is wat de motieven zijn van ouders bij school keuze. Wat een steeds nadrukkelijker rol blijkt te spelen is kwaliteit. Dat blijkt toch het eerste punt te zijn waarop ouders hun schoolkeuze bepalen, pas daarna komen zaken als bereikbaarheid en denominatie. Op zich is het denk ik positief dat ouders zeggen dat de kwaliteit op de eerste plaats komt. Dan kom ik bij mevrouw GarmsZij stemt in met de instandhouding van Hempens en Lekkum. Zij zegt dat er op basis van spreiding voor de lokatie Vosseburcht wordt gekozen. Westeinde-Zuid is inderdaad niet in de prognose meegeno men, ik heb dat vorige keer in de commissie ook nog een keer nadrukkelijk gezegd. Het staat wel in de raadsbrief, maar meer als een ontwikkeling die er op termijn aankomt, dan dat wij daar cijfermatig rekening mee hebben gehouden. De politiek druk daar heb ik intussen wat over gezegd. Heeft de wethouder persoonlijk gezegd dat de Vosseburcht gesloopt moet worden of is er een b. en w.-besluit over genomen? Nee, er is geen b. en w.-besluit genomen. Wat ik gezegd heb in de commissie de vorige keer, is dat de plannen om een verbouwde goede school te maken van de Vosseburcht resulteren in een bedrag van circa 1,5 miljoen; dat het ministerie niet verder wilde gaan dan ruim 600.000,dat daar dus een gat tussen zit van ruim 800.000,--; dat je een fonds bouwkundige voorzieningen onderwijs hebt waar je maximaal 250.000,-- uit zou kunnen halen en dat je monumentenmiddelen hebt waar je ook maximaal zo'n bedrag uit zou kunnen halen. Er resteert dus nog een gat. Dat zou er toe kunnen leiden dat wij inderdaad op een gegeven moment de keuze moeten maken om te slopen. Maar die keuze is op dit moment nog niet gemaakt. Ik denk dat dat verstandig is, omdat het in allereerste instantie belangrijk is om te gaan praten met de minister, danwel de staatssecretaris, over een andere aanwending van de middelen voor nieuwbouw. (Mevrouw Garms: Ik zei dit omdat in de Leeuwarder Courant vermeld stond dat de wethouder heeft gezegd dat er gesloopt moet worden in zo'n situatie en ik heb dat nooit gehoord.Er staat wel vaker iets in de krant en dat zal ook wel zo blijven. Je leest ook wel eens dingen waarvan je denkt: heb ik dat gezegd? Heeft de Leeuwerikschool voldoende vierkante meters? Ik heb al vaker gezegd, als wij uit spreidingsoverwegingen een keus hadden gemaakt voor de Leeuwerikschool, hadden wij daar de nieuwe school gebouwd. Dat had betekend dat wij waarschijnlijk een stukje omhoog hadden gemoeten. Maar als uit spreidingsoverwegingen daar de keus op was gevallen, had dat op die manier gemoeten. Dan waren er dus genoeg vierkante meters geweest. 16 Het argument van het aantal vierkante meters is niet doorslaggevend geweest voor de keuze van de Vosseburcht. (Mevrouw Garms: Er staat wel in de raadsbrief genoemd als zijnde niet voldoende.) Nee, het zijn er 2700, dat is dus te weinig voor een school van 2900 m2maar als wij hadden moeten kiezen voor die lokatie, hadden wij twee lokalen op verdie ping kunnen bouwen en dan was dat weer wel genoeg geweest. Uitgaande van het programma van eisen is het te weinig, maar nood breekt wet. Wij hebben ook in de binnenstad een school gebouwd op een te klein stukje grond en vervolgens zij wij daar inderdaad de lucht ingegaan. Niet omdat wij dat zo graag wilden, maar omdat er gewoon niet meer grond was. Dan ga ik naar de heer Krol. Ik denk dat ik eigenlijk alle punten die hij aan de orde heeft gesteld intussen behandeld heb. Dan ben ik heel snel met hem klaar. Ten slotte kom ik nog bij mevrouw Visser, die zegt dat het wel erg duur wordt en vraagt of de wethouder heeft overwogen toch een ander standpunt in te nemen. Nee, heel duidelijk niet. Ik denk dat het een verstandig besluit is om inderdaad de spreiding te laten prefereren. Voorop gesteld dat wij een school willen houden in Oud-West en dat wij niet willen dat alle kinderen uit Oud-West naar de Wester gaan. Ik denk dat je de beste kansen hebt op een levenskrachtige school in Oud-West als je hem niet zet op een afstand van 380 meter van een andere openbare school, maar als je hem inderdaad zet op een andere plek in de wijk. Wij hadden hem liever - maar dat hebben wij ook vaker tegen elkaar gezegd - iets dichter richting Leeuwerikschool gehad. Die lokatie is er niet. Er blijft alleen de lokatie Vosseburcht. Met de lokatie Vosseburcht krijg je een betere spreiding van het openbaar basisonderwijs over de stad dan wanneer je hem zet op de lokatie Leeuwerikschool. Dus die heroverweging is door het college niet gemaakt. Wij hebben gezegd, wij hechten zo aan die spreiding, dat wij vinden dat wij voor die lokatie moeten blijven kiezen. Mevrouw Dikken: Eerst even over de motie van de WD-fractie. Het verbaast mij samen met de wethouder dat de WD-fractie met deze motie komt. In de commissie heeft ook de WD-fractie alleen een voorbehoud gemaakt over het financiële gedeelte met betrekking tot de instandhouding van de Vosseburcht. Dus ik denk niet dat het iemand zal verbazen dat wij deze motie dan ook niet zullen steunen. Voor ons staat voorop dat wij vanavond beslissen over de instandhouding danwel opheffing van een school en daaraan vastgekoppeld op welke lokatie de nieuwe school wordt gebouwd. Het is duidelijk dat wanneer het Rijk niet voldoende bijdraagt aan nieuwbouw achter de gevel, wij een beslissing moeten nemen of wij uit eigen middelen willen bijdragen. Daar heb ik wel mijn bedenkingen bij, moet ik zeggen. Nogmaals, wij steunen het collegevoorstel. Mevrouw Van Ulzen: Ik ben natuurlijk helemaal niet verbaasd dat mevrouw Dikken samen met de wethouder verbaasd is. Ik zou verbaasd geweest zijn als dat niet zo was geweest. Ik hoop dat nog een keer mee te maken. Ik heb in ieder geval begrepen dat de wethouder geen heroverweging 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 9