mee laten wegen. Als het gaat om de verbetering van de infrastructuur dient er altijd een afweging plaats te vinden met andere belangen. Dat geldt zowel voor Leeuwarden als voor Dokkum. Het ecologisch belang wint in deze en terecht. Geheel in de lijn van de motie die vorige maand in deze raad door de PAL—fractie is ingediend, waarin geschreven staat dat een ecologisch verantwoorde duurzame ontwikkeling het centrale uitgangs punt zou moeten zijn voor de toekomst van het stadsgewest. De motie werd niet aangenomen, maar de inhoud van het besluit van vanavond ligt geheel in de lijn van genoemde motie. Als de verbinding over de weg voor het autoverkeer niet wordt verbeterd, heeft onze fractie nog een vraag. Dient dan het openbaar vervoer dan niet de nodige compensatie te geven? Op dit moment is de verbinding met Dokkum erg slecht. De verwachting dat wij ooit weer het Dokkumer Lokaaltsje terug krijgen, is toch met reden erg laag te noemen. Een één-uurs-dienst met de bus is als reguliere frequen tie teleurstellend. Naar Drachten gaan 4 bussen in het uur en naar Dokkum 1 per uur, alleen in de spitsuren gaan er in één richting twee per uur. (Uit nadere informatie bleek dat er 2 bussen per uur naar Dokkum gaan. GH.In hoeverre kan de gemeente Leeuwarden een actieve rol spelen voor het verbeteren van de busverbinding met Dokkum? Ik denk dat die vraag toch belangrijk is, omdat de verbinding met Dokkum met het openbaar vervoer toch een belangrijke verbinding is. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, niet alleen in de krant, maar ook in deze bespreking komen uitspraken als "wij hebben geen bood schap aan Dokkum", althans er worden citaten in die richting geformuleerd en "de houding van Leeuwarden kan schade opleveren in de richting van Den Haag". Mevrouw Jongedijk is terecht begonnen met de constatering dat wij te maken hebben met beeldvorming die is ontstaan, over stappen die op dit moment gedaan worden en besluiten die wij nu moeten gaan nemen. Ik denk dat de uitspraak die zij gedaan heeft, dat het belang van Dokkum ook ons belang is, juist is. Ik vind het jammer dat niet iedereen dat eigenlijk zo geformuleerd heeft. Het is helaas zo dat in de beeldvorming naar voren komt alsof Leeuwarden, zeg maar coüte que coüte, Dokkum iets wil onthou den. Dat is volstrekt niet aan de orde. Het lijkt mij toch volstrekt duidelijk dat wanneer het zo zou zijn dat een verbeterde ontsluiting van Noord-Oost Friesland tot stand kan worden gebracht, dat dit ook in het belang van Leeuwarden is. Wij zouden onszelf volstrekt in de weg zitten als het sentiment van Leeuwarden contra Dokkum een rol zou spelen. Ik ga er van uit, voorzitter, dat dit helemaal niet aan de orde is. Dat is ook precies het antwoord in de richting van mevrouw Van Ulzen. (Mevrouw Van Ulzen: Ik heb de wethouder toch gelijk gegeven.Ik heb bedoeld dat wij in eerste instantie niet gekeken hebben wat nu de positie van Leeuwarden was. Nee, wij hebben gekeken welke belangen hier aan de orde zijn voor Dokkum en met name Noord-Oost Friesland in relatie tot de andere belangen die nu eenmaal een rol spelen op het moment dat je het hebt over een wegtracé en zeker als het gaat om een nieuw wegtracé. Dat is de afweging geweest. Dat is ook de reden geweest waarom wij niet zelf plannen hebben ontwikkeld, maar aan de hand van de notitie die de provincie heeft voorbereid een serieus antwoord hebben gegeven op grond van argumenten 22 en niet op grond van sentimenten. Wij hebben niet voor niets gezegd, laat een onafhankelijk adviesbureau nu eens op de argumenten ingaan die de provincie heeft geleverd. Dan kom ik bij het pijnlijke punt van de hele situatie. De constate ring is dat de provincie een onvoldragen rapport heeft gemaakt. Vervol gens zegt diezelfde provincie, wij vinden dat anderen daar dan maar een standpunt over moeten innemen. Als je dan zegt van, wij hebben onvoldoen de argumenten om zo'n ingrijpend besluit op dit moment te nemen, dan ontstaat de beeldvorming waar ik het over gehad heb. Ik ben het dan ook volstrekt eens met de heer Krol als hij zegt, de verantwoordelijkheid ligt niet bij Leeuwarden, dat beeld wordt geschetst, maar de verantwoor delijkheid ligt bij het provinciaal bestuur. Het provinciaal bestuur had voor zo'n belangrijke zaak moeten zorgen dat, als er een rapportage komt op grond waarvan een stellingname moet worden genomen, het een voldragen rapportage was, anders wordt het een heilloze heen en weer discussie van wie nu gelijk heeft. Ik heb ze ook van te voren een en ander maal in het vooroverleg gezegd, laten wij gelijk dan alle argumenten goed op een rij krijgen. Dat is helaas niet gebeurd. Het is toch volstrekt duidelijk dat willen wij zinnig kunnen adviseren er een advies had moeten liggen van de provincie, een stuk had moeten liggen wat minstens ook gedragen zou worden door een milieu-effectrapportage. Dat is toch iets wat je moet doen. Waarom heeft men dat nu niet gelijk gedaan, dan hadden wij niet met die rare constructie gezeten zoals nu aan de orde. Het heeft mij in ieder geval buitengewoon verbaasd dat de gemeente Leeuwarden nu in de publiciteit wordt afgeschilderd als degene die het dan zou hebben gedaan. Ik constateer dan vervolgens dat de inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening zegt van, dit is een onvoldragen rapport; de inspecteur van de Volkshuisvesting zegt, dit is een onvoldragen rapport; de hoofdingenieur directeur van de Rijkswaterstaat zegt, dit is een onvoldragen rapport; de inspecteur van Volksgezondheid en Milieu zegt, dit is een onvoldragen rapport, daar kan je zo'n beslissing niet op nemen en ik constateer dat de consulent van Handel, Ambachten en Diensten precies hetzelfde zegt, dit is een onvoldragen rapport. Tot mijn verbazing is Leeuwarden vervol gens dan de partij die datzelfde zegt, omdat dat ook aantoonbaar waar is, en vervolgens zouden die dan tegen die weg zijn. Dat is niet aan de orde. Wat aan de orde is, is dat wij geen zinnig besluit kunnen nemen op grond van een onvoldragen provinciaal rapport. De provincie moet gewoon terug en zich nog eens heel goed beraden over die belangenbehartiging. Dat het belang van Noord-Oost Friesland aan de orde is, zal niemand ontkennen en Leeuwarden heeft dat nooit ontkend en zal dat ook niet ontkennen, als wij het hebben over invulling in het kader van het stadsgewest, als wij het hebben over invulling in het kader van het knooppunt. Dan bij ik bij de heer Heins. Het is natuurlijk volstrekt duidelijk dat de verbetering van het openbaar vervoer van groot belang is. Niet alleen in de richting van Dokkum-Leeuwarden, dat geldt ook voor Drachten- Leeuwarden en voor Harlingen-Leeuwarden. Wij zullen ook nadrukkelijk in de discussies die nu gaan plaatsvinden, in al die werkgroepen die bezig zijn op het terrein van de vervoersregio, dat belang nadrukkelijk nastre ven. Wij zijn er bij gebaat dat Dokkum goed wordt ontsloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 12