wording, bij die samenwerking, en dat lijkt mij buitengewoon jammer. Ik denk dat de inventarisatie laat zien, dat als je dat afzet tegen de reacties op de oproep in "Aan de Grote Klok" van de gemeente Leeuwarden, dat die de mogelijkheid biedt om subsidies voor activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking te stimuleren. Je moet constateren dat er geen reactie op die oproep in "Aan de Grote Klok" komt en alleen instanties reageren die persoonlijk door de gemeente zijn aangeschreven en die sinds jaar en dag al op die manier subsidies ontvangen. Dan is het een goede zaak, denk ik, dat je daar opnieuw naar kijkt, want datgene wat er door het particulier initiatief gedaan wordt lijkt mij van groot belang. De suggestie werd even gewekt dat het niet leeft onder de bevol king. Ik denk dat het tegendeel met die inventarisatie bewezen is en dat wij er naar moeten streven om ook als gemeente daar een hele stimulerende en activerende rol in te vervullen. Mevrouw Dijkstra: Wij sluiten ons aan bij het antwoord van de wethouder De heer De Jong: Voorzitter, wat mevrouw Garms naar voren brengt in de motie, daarvan heeft de wethouder gezegd, dat hij dat wat afgedwongen vindt. Ik ben met de wethouder eens dat wij in de commissie eers-c moeten wachten op dat wat er binnen komt. Ik denk dat wij daarover vrij snel een overzicht hebben. Er is gezegd dat er nog steeds reacties binnenko men. Dan moeten wij dat in de commissie gaan bekijken. De wethouder heeft ook toegezegd dat wij rekening gaan houden met maatschappelijke ontwikke lingen die op dit ogenblik plaatsvinden. Wij moeten dan vaststellen of wij het gemeentelijk beleid moeten herzien. In die zin steun ik dus de motie van de PAL-fractie op dit ogenblik niet Mevrouw Van Ulzen: Hoewel ik de motie erg sympathiek vind en onder schrijf, ben ik door het antwoord van de wethouder toch wat meer over tuigd geraakt om het niet te doen. Wij zullen deze motie niet steunen. De heer Koopmans (weth.): Het is eigenlijk een wat merkwaardige zaak, want ik denk dat wij het volkomen eens zijn vanavond. Mevrouw De Haan heeft gezegd, wij hebben in de commissie gesproken over een integra tie van beleid, om andere projecten op te zetten, de zaak anders aan te pakken. Eigenlijk zijn wij het in de commissie daar helemaal over eens. Wij zijn er mee doende en de eerste stap is geweest een inventarisatie van alles wat er gebeurt op dit moment. Het is verrassend dat er zo enorm op wordt gereageerd, zoals ik ook al in eerste termijn heb gezegd. Wij hebben overigens, en dat aan het adres van mevrouw Garms, nog niet inhoudelijk naar de reacties gekeken. Wij hebben zelfs met elkaar afge sproken dat wij daar in een volgende vergadering op vrij korte termijn over zullen praten als commissie. De reacties komen nog steeds binnen. Wij hebben gezegd, daaruit zouden wij kunnen opmaken in hoeverre de beleidsuitgangspunten, zoals wij ze in 1985 hebben vastgesteld, zouden strijden danwel belemmerend werken ten opzichte van alle initiatieven die 34 op dit ogenblik in deze gemeente leven. Dat is een uitgangspunt, dat houden wij staande, dat wil ik heel graag doen. Ik wil heel graag doen in overleg met die externe overlegcommissie, dat zijn betrokken instan ties, dat is in feite het platvorm dat er voor moet zorgen dat de bewust wording in deze gemeente gestalte krijgt. Voorzitter, wat betreft de plannen zijn wij het helemaal eens, alleen als dan de motie, het dictum met name, letterlijk zegt: "Het gemeentelijk beleid met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking op korte termijn op bovengenoemde wijze te herzien.", dan gaat mij dat net één stap te ver, dan overleg ik veel liever eerst met de desbetreffende partijen en zie wat zij aan inbreng hebben en kom vervolgens bij u terug. (De heer Heins: De motie geeft toch alleen maar aan dat de gemeente de intentie heeft om zijn beleid ter discussie te stellenniet over welke kant het opgaat.) Nee, voorzitter, dan leest de heer Heins zijn eigen motie niet goed. Daar staat in dat het beleid wordt herzien. En dat is een besluit. Voordat je dat besluit neemt, moet je weten wat je gaat herzien en in welke richting. Bovendien wordt in een aantal gedachten- streepjes aangegeven welke richting het op moet, gedachtenstreepjes waarvan mevrouw De Haan net beweert dat zij die eigenlijk niet begrijpt. Waarom zullen wij deze weg nu kiezen? De intentie in de commissie is om inderdaad te komen tot een bijstelling, tot een integratie van de projec ten die er zijn en tot een bijstelling daarvan. Daar is geen misverstand over De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door mevrouw Garms van de PAL-fractie. Mevrouw De Haan: Ik wou graag een stemverklaring geven. Eventjes over de motie, omdat ik mij daar niet over had uitgelaten. Ik ben het eens met wethouder Koopmans als hij zegt, wij willen best overwegen of wij een meer integrale aanpak kunnen kiezen. Na overleg dan. Ik zou de wethouder hierin dan ook willen steunen. Wat mij betreft gaat de motie ook een beetje ver, met name ook omdat die een beetje suggereert dat alle initiatieven die op dit moment boven tafel komen via de inventa risatie, je die eigenlijk zou moeten aansluiten bij wat de gemeente doet. Ik denk dat ik dat op dit moment te ver vind gaan. Ik heb ook de neiging van, laten wij vooral in de Commissie Ontwikkelingssamenwerking daar verder over praten, informatie vanuit de VNG opvragen, zodat wij goed geïnformeerd zijn en kijken hoe wij dan verder kunnen. Ik wou de motie niet steunen. Mevrouw Garms: De PAL-fractie handhaaft de motie. De motie van mevrouw Garms en de heer Brinks wordt verworpen met 32 tegen 3 stemmen. (Voor de motie stemden de leden van de PAL-fractie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 21. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 18