tige aanpak moet worden bedacht. De heer Heins heeft zelf aangegeven dat er uitvoerig overleg met wijken en buurten tot stand moet komen. Daar moeten mensen voor geïnteresseerd worden. Hij heeft bovendien aangegeven dat wij de relatie met sociale vernieuwing moeten leggen. Dat zijn allemaal dingen die belangrijk en interessant zijn, maar natuurlijk wel tijd kosten. Bij een beperkte ambtelijke capaciteit is het natuurlijk niet zo dat als je al die dingen ook wilt aanpakken, je dan overmorgen klaar bent. Ik handhaaf dus de toezegging die ik aan de heer Janssen heb gedaan. Wij zullen daar zo snel mogelijk achter heen gaan, met inachtneming van de goede bedoelingen, maar ook met de beschikbare ambtelijke capaciteit en u zo snel mogelijk van een plan voorzien. De heer Heins heeft gezegd: wat bedoelen wij eigenlijk met onkruid? Wij gebruiken die term dan ook niet meer, wij spreken van ongewenst kruid. Daar zit toch een nuance in die de heer Heins moet aanspreken, neem ik aan, waarbij wij dan de Le Roy-tuinen uiteraard niet in de categorie onkruid rangschikken en zelfs niet in die van ongewenst kruid. Het is alleen een wat andere rangschikking van kruiden dan die wij tot nu toe gewend waren. Maar ik ben het met de heer Ten Hoeve eens dat ervaringen hebben geleerd dat je moet beschikken over voldoende groot areaal, wil dit op een natuurlijke wijze aanslaan. In de tweede plaats dat het inderdaad vrij onderhoudsintensief is en dat is nu juist wat wij hier in omgekeerde richting aan het doen zijn, namelijk van onderhoudsin tensief naar onderhoudsextensief werken. Dat is in financieel opzicht waarschijnlijk toch iets waar wij nog eens een keer met elkaar over zullen moeten praten. Bloemen in het gras, ik heb daar in die zin geen verstand van. dat ik daar nu al een uitspraak over kan doen, maar het lijkt mij een uitste kend idee om mensen die daar wel verstand van hebben eens naar te vragen. Als dat kan, waarom zou je het dan niet doen? Ik denk dat ik terug ga naar de dienst met de opdracht: bekijk eens heel serieus of wij dit snel kunnen doen en of wij het ook niet saai kunnen doen. Want dat was eigen lijk de opmerking van de heer Janssen, maak er geen prairie van, probeer er toch nog een zekere levendigheid in te brengen. Daar zullen wij dan zo snel mogelijk mee bij u terug komen. De heer J.F. Janssen: Ik zou toch nog wel even een opmerking willen maken over die 200.000,De wethouder zei dat die 200.000,-- waar wij in de commissie over gesproken hebben een andere was dan die 200.000,-- die hier in de raadsbrief staat. Maar in de raadsbrief die wij behandeld hebben binnen de commissie staat: de ombouwkosten worden begroot op 198.000,--, 138.000,-- voor Bilgaard en 60.000,-- voor Lekkumerend; over de dekking van de kapitaallasten, dat is dus 41.580,- bij 8 jaar afschrijving en 8rentepercentage, wordt nog beslist. Het krediet is namelijk ook aangevraagd bij de voorstellen van nieuw beleid. Een andere mogelijkheid is de dekking van de kapitaallasten binnen de onderhoudsbegroting en wanneer de kosten binnen de onderhoudsbegroting gedekt moeten worden, kan het vaker handmatig verwijderen van ongewenst kruid in het resterende areaal pas na afschrijving van 8 jaar plaats 20 vinden. Dat is dus even het misverstand geweest over die 200.000,--, vandaar dat ik even uit die raadsbrief citeer die enigszins anders gesteld was dan degene die nu voorligt. Dan ben ik blij met de toezegging die de wethouder gemaakt heeft inzake het groenbeleidsplan. Nog even in de richting van de heer Heins, voorzitter. Het schoffe len is niet alleen geestdodend werk, maar ook onkruiddodend Dan de tuin van Le Roy, die hebben wij hier in Leeuwarden, dacht ik, bij de Regenboogkerk, dus hoeven wij niet eens zo ver weg te gaan. Binnen de commissie hebben wij gesproken over het al dan niet schadelijk zijn van chemische bestrijdingsmiddelen. Daarbij bleek dat het ene middel sterker of schadelijker was dan het andere. Er was ook nog sprake van een bepaalde stof die voor 5 jaar terug er wel in zou zitten en nu niet meer. Dat was voor ons als PvdA-fractie aanleiding om toch een beperkt gebruik, zoals ook hier in de raadsbrief staat aangegeven, toe te staan. Wij gaan dus akkoord met uw voorstel. De heer Heins: Ik zit nog steeds met het probleem dat wij op 12 maart 1990 een besluit genomen hebben waarin wij als raad hebben gezegd dat er geen gebruik zal worden gemaakt van chemische bestrij dingsmiddelen. Er stond in eerste instantie een "tenzij zin" bij als dat zou leiden tot kapitaalvernietiging, die is in tweede instantie toen verdwenen. Er is gewoon een keihard besluit genomen. Met het besluit van vanavond veranderen wij dat besluit niet, dat blijft gewoon staan, maar wat in de raadsbrief staat, de toelichting, daar staat "om kapitaal vernietiging te voorkomen zal in het resterende areaal dan nog chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden". Ik ga er van uit dat het besluit van 12 maart j.l. nog steeds overeind staat, ook al nemen wij nu een besluit om sierheesters om te zetten in gazon. En dat wat in de raads brief, staat het besluit van 12 maart niet omver gooit. Ik hoor graag of dat anders is en als het anders is, vind ik dat wij daar als raad een nieuw besluit over moeten nemen en dat hebben wij nog niet gedaan. Daar wou ik het maar bij laten. Ik hoop nu dat het duidelijk is dat wij hier als PAL-fractie meer vaart achter willen zetten, want de snel heid, die er tot nu toe is geweest om uitvoeringsplannen te maken, vinden wij, ondanks alle onzekerheden die er zijn, nog steeds erg laag. De heer Heere (weth.Voorzitter, het misverstand over die 200.000,-- waar de heer Janssen over sprak, is denk ik dan opgelost. De heer Janssen heeft ook gezegd beperkt gebruik van chemische middelen, mits het middelen zijn die inderdaad in de commissie zijn besproken en die in die zin dan tijdelijk aanvaardbaar worden geacht, wat hem betreft akkoord. Ik denk dat dat ook het antwoord aan de heer Heins is. Het besluit van 12 maart j.l. was wat je zou kunnen noemen een soort raambe- sluit. Wij besluiten om het te doen, maar de uitvoering is dan nu aan de orde en die moet gebeuren op de wijze zoals die hier wordt voorgedragen, met het uiteindelijk doel om binnen zo kort mogelijk tijd te komen tot het stoppen met die chemische bestrijding. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 11