CDA-fractie staan wij achter. De motie van de D66-fractie knabbelt aan de reserves en degenen die wat langer in deze raad meedraaien weten dat als het woord reserves valt, de WD-fractie onmiddellijk protesteert als daar de bodem van in zicht komt. Wij zullen ons dan ook niet kunnen verenigen met de motie van de D66-fractie, hoe sympathiek ook, om te proberen de OGB niet te laten stijgen. Met dit paardemiddel is het niet mogelijk naar onze mening. De moties van de PAL-fractie, afgezien van het draagkrachtbegingsel lijkt mij om nu in zo'n korte tijd een complete belastingherziening invoeren gelijk een orkaan in een porseleinkast. Daar wagen wij ons dus niet aan. Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, de beantwoording en toezeg ging van de wethouder is voor mijn fractie voldoende. Op de moties ben ik al ingegaan in eerste termijn en heb ik verder geen toevoegingen. Wel heb ik nog in eerste termijn onze zorg met betrekking tot de algemene reserve genoemd en gevraagd die ook mee te nemen in de discussie. De heer Brinks: Ik ga beginnen met een citaat en dat luidt: "Lange tijd is het verhogen van de lasten voor burgers voor vele PvdA-bestuur- ders een moeilijk bespreekbare zaak geweest. De portemonnee van menige inwoner stond immers al onder zware druk door de stijgende woonlasten, dreigende huursubsidievermindering en een inkomensverdeling waarbij zwakkere groepen het al moeilijk genoeg hadden. Het ontzien van juist die zwakkere groepen en het voeren van een zo rechtvaardig mogelijk kwijt- scheldingsbeleidbeheerste de discussie." Ik citeer uit Lokaal Bestuur van november 1990, het is een artikel geschreven door mevrouw Salet, wethouder voor de PvdA in de gemeente Gorkum. Ik haal dit even aan, omdat boven het artikel staat dat discussie over draagkracht hard nodig is. Het voorstel dat wij hebben ingediend gaat juist over die draagkracht. Mij heeft het eigenlijk een klein beetje verbaasd dat de PvdA-fractie zegt van, laten wij nog maar een poosje door blijven discussiëren, wij zouden eigenlijk met een nota moeten komen. Maar volgens mij zijn de mensen met de laagste inkomens vooral gebaat bij een verlaging en niet bij een discussienota De vervuiler betaalt, heeft de heer Janssen namens de PvdA-fractie gezegd. De vervuiler betaalt is -vïen principe wat gehanteerd zou moeten worden bij de afvalstoffenheffing. Ook de PAL-fractie is er uiteraard voorstander van de vervuiler te laten betalen voor de vervuiling die hij veroorzaakt. Dan wordt er door de CDA-fractie gewezen op experimenten die in het land gevoerd worden om naar mate van gewicht van het aangeboden afval te differentiëren in de tarieven. Als ik bedenk dat een kilo piepschuim net zo zwaar is als een kilo aardappelen, maar dat een kilo piepschuim heel wat meer vervuilend is. (De heer KoopmansDie piepschuim doet u toch niet in die zak?) Je hebt van die mensen die dat wel doen. Waar het om gaat is dat er nu gezegd wordt, wij moeten differentiëren naar het gewicht dat je aanbiedt. Ik denk dat er niet gedifferentieerd moet worden naar het gewicht, maar naar mate van vervuiling die het aangeboden afval veroorzaakt. Gewicht alleen is daarvoor niet een goede maat. Vandaar dat wij zeggen dat je op dit moment nog niet naar mate van vervuiling kunt heffen en gewicht alleen is ook niet goed. Wat wij al wel kunnen doen, dat is een tweede principe waar wij graag iets mee willen doen, dat is dat niet alleen naar vervuiling betaald wordt, maar dat ook naar draagkracht betaald wordt, ook bij de afvalstoffenheffing. Mensen met de laagste inkomens zullen naar winkels moeten en datgene moeten aankopen wat daar het goedkoopste aangeboden wordt. Over het algemeen zijn dat op dit moment nog steeds die produkten die verpakt zitten in plastic. Produkten die goedkoper zijn, maar meer vervuilend dan duurdere produkten, moeten zij kopen. Vandaar dat het ook belangrijk is om bij de afvalstoffenheffing naar draagkracht, naar inkomen, te gaan heffen. Het voorstel van de PvdA-fractie om voor wat betreft de onroerend goedbelasting te beginnen met het tarief en van daaruit te gaan berekenen wat het inkomen van de gemeente zal zijn, levert volgens ons elke keer weer een discussie op over wat nu eigenlijk een aanvaardbare belasting druk is. De heer Janssen heeft in eerste termijn al gezegd dat wij waarschijnlijk veel meer geld voor het milieu nodig zullen hebben. Dan moet je dus uitgaan van de opbrengst van die 0GB en niet van het tarief wat je aanvaardbaar vindt of wat je niet aanvaardbaar vindt. Het probleem is natuurlijk ook dat je met een tarief dat aanvaardbaar is misschien lang niet alles kunt doen wat gewenst is of wat noodzakelijk is. Zeker voor wat betreft de milieumaatregelen. Bij de behandeling van de Voor jaarsnota hebben wij al gezegd dat je misschien wel zal moeten bezuinigen ten gunste van het milieu. Wij zullen zien wat dat op gaat leveren bij de komende voorstellen rond de Voorjaarsnota. (De heer Janssen: Ik hoop dat de heer Brinks zich realiseert dat hij mijn woorden zeer krom weer geeft. Hij zegtof het één of het ander, ik heb dus beide gezegd. Ik heb dus gezegd, de hoogte van het tarief is nu te zeer sluitpost en moet meer uitgangspunt worden. Ik heb dus niet gezegd van, doe hetzelfde met het tarief als uitgangspunt wat wij nu als sluitpost doen maar bekijk dat wat genuanceerder. Ik denk, zijn hele verhaal zo horende, dat wij helemaal niet zo ver van elkaar af liggen en dat hij tegenstellingen suggereert die er niet zijn.) (De heer Heins: Maar er is wel sprake van een heel duidelijk spanningsveldmet name als het gaat om de betaling van al die milieumaatregelen, dus het spanningsveld tussen wat aanvaardbaar is en wat je eigenlijk zou moeten hebben.) (De heer Janssen: En de heer Brinks doet het voorkomen alsof je naar de vervuiler betaalt moet gaan rekenen en dan maakt hij hele ingewikkelde verhalen over piepschuim, voor al die mensen in Leeuwarden die piepschuim eten, denk ik dan. Van de andere kant doet hij alsof je alleen maar naar inkomen kunt rekenen, terwijl wij juist het verhaal hebben gehouden dat het wat een ingewikkelder probleem is. Helaas, de werkelijkheid is complex en wij kunnen nu wel gauw in korte stappen thuis willen zijn, maar dat kan wel betekenen dat dat consequenties met zich meebrengt die wij niet voorzien hebben en waar wij dan tegenop lopen. Dus zeggen wij, laten wij al die redelijke argu menten nu eens goed op een rijtje zetten en de consequenties daarvan overzien en dan pas beslissingen nemen. Ik denk dat dat een reëlere voorstelling van zaken is.) Het of-of-verhaalof het één of het ander, 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 28