De Voorzitter: Van mijn kant een korte reactie. Ik ben het volstrekt eens dat wij met de bestuursopdracht snel ervaring moeten gaan opdoen. Wij hebben in ieder geval als college een drietal suggesties in deze vergadering gekregen. Het jeugdbeleid, het sportbeleid en het vrijwilli gerswerk. Wij zullen daar vast wel eentje uit kunnen kiezen en misschien komen wij nog wel met een heel andere. Maar ik ben het er mee eens dat wij daarmee moeten beginnen, omdat dit een leerproces is. De opmerking van de heer De Beer neem ik voor kennisgeving aan. Het is duidelijk. Over de opmerking van de heer Bilker misschien het volgende. De raad moet zich bewust zijn dat er op hoofdlijnen bestuurd moet worden. Ik denk dat het feit dat wij dit zo nadrukkelijk tegen elkaar zeggen en als notitie voor ons handelen hanteren, al een hele stap vooruit is. Dan zal het ongetwijfeld zo zijn dat je af en toe door politieke aspecten die aan de orde zijn, je toch een keer weer in de details moet verdiepen, maar het algemeen besef van op hoofdlijnen sturen is, denk ik, de winst van deze operatie. Het betekent dat je daar jezelf ook steeds kritisch aan kan gaan toetsen. Brainstormende vergaderingen moeten uitzonderingen blijven. Ik denk zelf dat je daar in een commissie ook maatwerk in kan leveren. Misschien dat de ene commissie wat meer behoefte heeft aan regelmatig brainstormen de vergaderingen dan de andere commissie. Als je stelt dat het uitzonde ring moet blijven, vind ik dat ook weer iets te zwak. Ik denk dat je gewoon op regelmatige tijden, en dat moet natuurlijk niet elke raadsad- viescommissievergadering zijn, maar toch zo één keer per kwartaal, een keer met elkaar in wat algemene zin brainstormend moet praten over bepaalde onderwerpen. Maar dit is een kwestie van met elkaar gaan probe ren en over een jaar te evalueren. De heer De Jong vraagt hoe ver het met het toegezegde kwartaalover- leg met fractievoorzitters staat. Wij zijn daar mee bezig. Ik weet de laatste stand van zaken niet, maar ik zal het aan de voorzitter vragen en dan krijgt u daar nog bericht over. Voor wat betreft het punt dat de heer Heins inbracht, dat bij de overlegcommissie de voorzitters niet aanwezig waren, daar wil ik niets over te zeggen, dat heeft u allen gehoord en de voorzitters kunnen dat al dan niet tot hun nemen. Mevrouw De Haan: Nog een enkele opmerking. Ik wou er nog op wijzen dat indertijd de heer Burger zich nogal verdiept heeft in het fenomeen bestuursopdracht. Ik kan mij herinneren dat hij de fractievoorzitters toen gevraagd heeft naar hun mening daarover. Ik zou het plezierig vinden als die kennis en ervaring straks worden meegenomen bij het maken van de eerste bestuursopdracht. De Voorzitter: Het antwoord daarop is "ja". Ik denk dat wij met hetgeen er aan onderzoek gedaan is ons profijt moeten doen. Dat zal ook zeker gebeuren. Aan de orde is de stemming. 6 Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie tegen punt l.a van de bijlage heeft gestemd. Punt 4 (bijlage nr. 288). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 5 (bijlage nr. 289). De Voorzitter: Aan de orde is goedkeuren begroting 1990 van de Stichting Cultureel Centrum De Harmonie. De heer Hiemstra: Voorzitter, wij hebben in de commissie destijds al even aangegeven dat wij wat laat deze begroting hebben kregen en dit wordt in de raadsbrief ook nog een keer genoemd. Als ik het wel heb, kwam het eerste concept in februari op tafel en wij zijn nu 10 maanden verder. Het heeft dus nogal wat geduurd. Een kind kan sneller, zeggen ze dan. Wij zijn er uiteraard mee akkoord gegaan, maar als je het achteraf bekijkt, wordt je toch een klein beetje schuw van het hele gemanouvreer om dit verhaal heen. Niet dat het niet zou kloppen, maar je denkt even vooruit. Wij hebben wat plannen met De Harmonie en als de financiën het toelaten zal dat op korte termijn ook wel worden gerealiseerd. Maar dan ga je twijfelen of bij dat bestuur nu voldoende capaciteit zit om dat financiële aspect helemaal te beheren. Misschien ben ik daar fout mee, maar dan zou ik mijn twijfel wel graag weggenomen willen zien. Ik dacht dat dat goed zou kunnen. Ik zou u daarvoor willen voorstellen om het bestuur van de Stichting Cultureel Centrum De Harmonie te verzoeken haar begroting voor 1991 op korte termijn in te dienen; laten wij stellen volgende maand of voor het eind van volgende maand voor mijn part. De Voorzitter: Wat betreft het te laat indienen van deze begroting, kent u de geschiedenis: Herenakkoord, Frysk Orkest verdwijnt, daarmee ook een inkomenspost van De Harmoniet-Wij hebben u in de vergadering van de Commissie Welzijn van midden februari van dit jaar mededeling over gedaan. Het heeft enige tijd geduurd, maar ik denk dat wij er op zichzelf goed uitgekomen zijn. Het is natuurlijk duidelijk dat dit geen regel moet zijn, maar gelet op de specifieke situatie die aan de orde was, het wegvallen van een duidelijke inkomenspost en het feit dat je toch onder ling moet overleggen, voor een deel ook in discussies c.q. onderhandelin gen, duurt dat een tijdje. Er moesten weer dingen uitgezocht worden, het kon niet anders. Dit staat nu pas op de agenda, maar wij zullen proberen dat in het vervolg te vermijden. Als er niet weer zulke gekke dingen gebeuren dat één belangrijke inkomstenpost wegvalt, zal dit in het algemeen ook wel lukken. De heer Hiemstra twijfelt verder aan de financiële capaciteiten van 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 4