De heer Den Oudsten: Voorzitter, twee opmerkingen. Allereerst zijn wij het eens met het voorstel dat gedaan wordt. Wij denken dat het een stap is in de goede richting. De tweede opmerking heeft betrekking op de ingediende motie van de PAL-fractie. Wij zijn in de afgelopen twee drie jaar keer op keer in de commissie, weliswaar in beslotenheid maar uitgebreid, geïnformeerd over de gang van zaken zowel rond het CEVAN en de toekomst van het CEVAN, als ook van de ontwikkelingen van het GSDIS-projectAls zodanig heeft dus het college over het gevoerde beleid steeds aan de commissie, maar toch verantwoording afgelegd. Wij denken dat het ook niet zo is dat, bijvoorbeeld als het gaat om het geld wat het gekost heeft om het GSDIS te ontwikkelen, die cijfers de openbaarheid niet kunnen verdragen, in tegendeel. Het lijkt mij zeker nu geen probleem dat die cijfers ook openbaar gemaakt worden. Maar de toekomst van het CEVAN, zeker in de situatie waarbij reorganisatieprocessen op gang zijn, waarbij ook andere partners in het geding waren, verlangde ook - wij hebben dat ook steeds geaccordeerd - dat de besprekingen daarover in beslotenheid plaats vonden. Het lijkt ons een goed voorstel van de wethouder om binnenkort in de commissie dat gevoerde beleid nog eens aan de orde te stellen. Aan de motie zoals die er op dit moment ligt hebben wij geen behoef te De heer Burg: Voorzitter, ook wij hebben op dit moment aan deze motie geen behoefte. Ik denk dat de wethouder dit min of meer zou kunnen beschouwen als een schot voor de boeg, waarbij straks bij de behandeling van de jaarrekening, zoals hij aangaf, meteen de intentie van de motie zou kunnen worden meegenomen. Maar om dit bij dit punt te behandelen, daar hebben wij geen behoefte aan. Wij hebben in de commissie al aangege ven dat de keuze van de aanpak zoals hier staat verwoord, het inschakelen van een extern adviseur, onze volledige instemming heeft. Wij gaan dan ook zonder meer met dit agendapunt akkoord. De heer Peeters Weem: Gehoord hebbende het antwoord van de wethouder in eerste termijn hebben wij geen behoefte aan de motie van de PAL-fractie en gaan wij akkoord met dit voorstel. Mevrouw Tiemersma: Ook wij gaan niet akkoord met de motie zoals die is ingediend. Wij denken dat dit onderwerp op dit moment totaal niet ter discussie staat. Daarnaast kunnen ook wij ons geheel vinden in de aanpak die nu is gekozen om de problemen van de afgelopen jaren in de toekomst te voorkomen. Daarom gaan wij ook akkoord met dit agendapunt. De heer Kessler (weth.): Ik denk dat ik het in tweede termijn kort kan houden. Nogmaals, wij wijzen de motie af. Ik denk dat de koppeling die de PAL-fractie legt er in werkelijkheid niet is. Het GSDIS is een CEVAN-projectdaar is de gemeente Leeuwarden zijdelings bij betrokken geweest, in die zin dat er personeel van de Sociale Dienst mee heeft gedacht hoe je zo'n project zou moeten opzetten. Maar in laatste instan- 12 tie dient er verantwoording afgelegd te worden bij het Algemeen Bestuur. Dit wat nu aan de orde is, is gewoon een feitelijk gemeentelijke beslis sing, dat valt binnen onze competentie. Daar moeten wij gewoon een keuze in maken omdat wij verder moeten met de vraag op welke manier wij de Sociale Dienst willen automatiseren. Wat mij betreft zijn het koppelingen die weliswaar gelegd worden, maar die niet juist zijn. Dat brengt mij er bij om te zeggen: deze motie zou niet ondersteund moeten worden. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Handhaaft de PAL-fractie de motie? De motie wordt gehandhaafd op risico dat zij weggestemd wordt. Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door de heer Heins van de PAL-fractie. De motie van de PAL-fractie wordt verworpen met 32 ten 4 stemmen. Voor stemden de leden van de PAL-fractie en de GPV/RPF/SGP-fractie De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 6. Zonder hoofdelijk stemming wordt besloten overeenkomstig het voor stel van b. en w. met de aantekening dat de PAL-fractie en de GPV/SGP/- RPF-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd. Punt 7, 8 en 9 (bijlage nr. 12, 13 en 4). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voor stellen van b. en w. Punt 10 (bijlage nr. 16). De Voorzitter: Aan de orde is wijziging subsidieregeling oud papier. De heer Heins: Voor ons ligt een voorstel om een krediet van 86.000,-- ter beschikking te stellen voor het verhogen van het subsidie op papier tot 8 cent. Wij zullen met dit voorstel akkoord gaan, maar hebben nog wel een aantal vragen. Overigens wordt in de concept-milieuno ta gesproken over verhoging tot 7 cent. Wij halen dus bij deze de nota al in voordat die is vastgesteld, op zichzelf een goede zaak. Het is de bedoeling dat door de subsidieverhoging de hoeveelheid huishoudelijk afval dat aan de straat wordt aangeboden verminderd. Dat heeft tot gevolg dat wij minder hoeven te betalen aan het OLAF. Zit hier, zo is onze vraag, de dekking van deze 86.000,-- in of houd het college nog geen rekening met een afname van het huishoudelijk afval? In de raadsbrief is opgenomen dat als de handelsprijzen voor oud papier zullen verhogen, wij ons opnieuw zullen beraden over de hoogte van het subsidie. In de lijn van de discussie in de commissie zouden wij daaraan toe willen voegen, dat dit ook zal gebeuren als de hoeveelheid ingezameld oud papier tegen valt. In de milieunota staat als streefdoel een percentage genoemd van 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 7