65. Graag een toezegging van de wethouder dat aan het eind van dit jaar
bekeken wordt in hoeverre een nieuwe verhoging van het subsidietarief
nodig is in relatie tot het streefpercentage.
Een laatste opmerking betreft het middel van subsidiëring. Over het
algemeen lijkt dit goed te werken. De ervaringen in den lande wijzen
daarop. Echter de gemeente kan meer doen om het oud papier uit het afval
te houden. Bijvoorbeeld door zelf te gaan halen, met een vrachtwagen één
keer per maand achter de vuilniswagen aan langs de huizen. Dit stimuleert
tegelijkertijd ook de instellingen om die wagen voor te zijn. Maar ook
door op meerdere plekken in de stad inzamelmogelijkheden te maken. Op dit
moment kan een particulier of bedrijf nergens in de stad direct terecht
om zijn oud papier kwijt te raken. Wil de wethouder eens bezien of hier
niet aan tegemoet kan worden gekomen en in de commissie hierover verslag
doen?
De heer Heere (weth.): Voorzitter, de vraag van de heer Heins over
de dekking kan ik kort beantwoorden, door te wijzen op de laatste alinea
op pagina 2 van de raadsbrief. Daar staat precies hoe dit geregeld is.
De nadelige financiële consequentie dient te worden geactiveerd op de
balans en bij de vaststelling van afvalstoffenheffing 1992 kan worden
bezien, gelet op het totale beeld van de kosten, in hoeverre en tot welk
bedrag er rekening mee gehouden moet worden. Dat is het verhaal en ik
denk dat daarin ook het antwoord past op de tweede vraag van de heer
Heins, namelijk of bij tegenvallende hoeveelheden er een evaluatie plaats
vindt. Dat zal in verband met het eerste antwoord wel moeten.
Op dit moment zijn wij nog niet voornemens om zelf te beginnen met
het ophalen van oud papier. Ik heb dat ook al in de commissie gezegd, met
name omdat wij vinden dat er voldoende afnamecapaciteit is en er daarom
geen reden is om hier zelf aan te beginnen. Als de heer Heins zegt,
niemand kan zijn oud papier kwijt in de stad, dan heeft mij dat bericht
niet bereikt, ik denk ook niet dat dat juist is.
De heer Heins: Nog één kleine opmerking. Wat de eerste twee opmer
kingen betreft, dat is waar, die zin heb ik ook gelezen. Ik had echter
gedacht dat dit een vorm van voorfinanciering zou kunnen zijn, waarbij
je er in feite van uit gaat dat door vermindering van het afval dat geld
als het ware later weer terug komt. Als je zo werkt, en zo hebben wij met
de GFT-inzameling ook gewerkt in Westeinde, dan is dit een vorm van
voorfinanciering, kostendekkend zelfs.
Wat het laatste punt betreft. Een particulier kan nergens direct op
dit moment zijn oud papier kwijt, maar moet dat altijd via een instelling
of een school of wat dan ook doen. Als zodanig is de hele stad afgedekt,
maar particulieren waarbij de verenigingen of de instelling niet actief
halen, wat ook gebeurt, kunnen nergens met hun papier terecht is mij ook
door de desbetreffende ambtenaren verzekerd. Ik wil nogmaals het verzoek
doen of hier niet op een of andere manier een oplossing voor gevonden kan
worden. Vroeger kon men terecht bij de LOPC, dat kan op dit moment niet
meer
14
De heer Heere (weth.): Als blijkt dat het een echt probleem is, want
het theoretische geval dat een particulier zijn oud papier niet kwijt kan
hoeft op zich natuurlijk geen probleem op te leveren, zullen wij nagaan
op de dienst hoe en in hoeverre daar aan tegemoet kan worden gekomen. Het
is mij bekend dat ook verenigingen zonder dat zij oud papier ophalen in
de meeste wijken wel containers neerzetten, daar kun je dan vrijelijk
je handel in storten. Ik neem aan dat dat ook een oplossing biedt.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 11 tot en met 19 (bijlage nrs14, 1, 5, 7, 8, 9, 10, 17 en
19).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voor
stellen van b. en w.
Punt 20 (bijlage nr. 6).
De Voorzitter: Aan de orde is ondersteuning protest Innu-bevolking
in Canada tegen militaire laagvliegoefeningen boven haar leefgebied.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, zoals u zelf in uw raads
brief ook al aangeeft, is de onzes inziens juiste weg de weg die in het
antwoord van de Minister van Defensie is aangegeven. De WD-fractie is
dus tegen het besluit nr. 2 behorende bij raadsbrief nr. 6 en verzoekt
u dit ook op te nemen in uw verzoek aan de Tweede Kamer en de regering
die overigens al lang op de hoogte zijn van deze problematiek.
De heer Heins: Onze fractie is zeer tevreden met het voorstel om het
protest van de Innu-bevolking in Canada te ondersteunen. Met name vanuit
de aanwezigheid van het militaire vliegveld op ons grondgebied is het
dringend verzoek aan de Tweede Kamer en regering te stoppen met dit soort
praktijken door F-16 vliegtuigen ook een onderdeel van het gemeentelijk
vredesbeleid. Wij willen u echter vragen een kleine wijziging in het
besluit aan te brengen. In de raadsbrief zowel als in het besluit wordt
expliciet gesproken over het zoeken naar gebieden waar laagvliegoefenin
gen geen overlast veroorzaken voor mens en dier. Wij denken dat dit een
niet reële oplossing is. Overal op de aardbol komen dieren voor en waar
vliegtuigen ook vliegen vervuilen zij altijd de lucht en veroorzaken dus
indirect overlast voor het milieu en dus ook voor de mens. Wij geven u
in overweging deze zinsnede, die niet realistisch is, te schrappen in het
besluit en te volstaan met de opmerking dat simulatoren vervangende
trainingsmogelijkheden kunnen bieden. Daartoe hebben wij een amendement
opgesteld, wat als volgt is geformuleerd:
15