reageren. Wat betreft het vrijwilligerswerk kan ik zeggen dat er nog een nota faciliteiten vrijwilligerswerk ligt. Die is voor een deel behandeld in de commissies. Er is inspraak geweest, de nadere standpuntbepaling moet worden geformuleerd. Ik zeg toe dat wij dit binnenkort weer eens zullen oppakken. Ik zeg er wel meteen bij dat als wij die nota tot beleid verheffen, daar dan een financieel plaatje aan hangt, dat moet betaald worden, want faciliteiten (dat woord zegt het al) zullen geld gaan kosten. Maar ik denk dat wij dit op niet al te lange termijn wel weer aan de orde kunnen stellen. Sprekend over het ouderenbeleid heeft mevrouw Visser gevraagd om de signalen over eenzaamheid en isolement van ouderen serieus te nemen. Ik kan haar zeggen dat het college dit zeker doet en ik wil dat aantonen met het volgende. Wij hebben de Stichting Welzijn Ouderen Leeuwarden, die tot taak heeft te coördineren, leemtes op te vullen en waar mogelijk voor stellen te doen om daarin te voorzien. Wij kennen de alarminstallatie, die kan ook worden aangebracht op sociale indicatie. Aan voorlichting wordt het een en ander gedaan en wij kunnen zeggen dat in onze contacten met de uitvoerende instellingen deze problemen regelmatig aan de orde komen. Natuurlijk is het zo dat je mensen moet bereiken en dat mensen dit moeten willen. Ik denk dat wij het nooit zover zullen krijgen dat inder daad de problemen, die mevrouw Visser noemde, 1002 zullen worden opge lost. Bovendien is eenzaamheid voor een deel natuurlijk ook een subjec tief begrip en zal de overheid daar maar in beperkte zin iets aan kunnen doen. Mevrouw Visser heeft ook over de kinderopvang gesproken. Zij heeft een zekere angst uitgesproken over de organisatie waarvan de financiële consequenties niet zijn te overzien. Ik kan haar zeggen dat de kinderop vang zoals die nu gestalte gaat krijgen binnen de gemeente en waarover binnenkort een beleidsnotitie wordt ontvangen, bijzonder zorgvuldig wordt opgebouwd. Uitgangspunt zal waarschijnlijk zijn een bedrag per kind plaats. Dat zal dan de basis zijn op grond waarvan het geheel wordt gesubsidieerd. Mevrouw Visser heeft dan gezegd, moeten wij niet de prioriteit geven aan mensen in achterstandssituaties, lage inkomensgroe pen. Ik heb al eerder gezegd bij de behandeling indertijd van een nota over kinderopvang, dat het hier gaat om een algemene voorziening, wel is het zo dat de retributiebedragen inkomensafhankelijk zijn gemaakt. Dan heeft mevrouw Visser ook over de financiën en de dekkingsmiddelen gesproken. Ook zij is minder optimistisch. Zij heeft over de rente gesproken. Ik heb daar inmiddels op geantwoord. Zij heeft over de algeme ne reserve gesproken, ook daarvan heb ik het nodige gezegd. Verder heeft zij over de grote projecten gesproken en heeft gezegd dat onder geen enkele voorwaarde de geraamde bedragen mogen worden overschreden. Daar streven wij met zeer veel klem naar, maar ik vind het, moet ik eerlijk zeggen, wat absoluut. Als ik alleen al denk aan een inflatiepercentage, rentestijgingen etc., kan ik op dit moment niet toezeggen dat dit in het geheel niet zal gebeuren. 85 Ik constateer dat ik door mijn vragen heen ben. (De heer De Jong: Voor zitter, mag ik misschien één vraag stellen? De wethouder heeft bij de beantwoording van de vragen heel veel papiertjes omgedraaidmisschien heeft hij er één teveel omgedraaid en mijn inbreng in eerste termijn vergeten. Ik ben bang, voorzitter, dat de heer De Jong gelijk heeft. De heer De Jong heeft gesproken over de gemeentelijke reorganisatie en heeft gevraagd naar de stand daarvan. Hij heeft ook gevraagd of het niet mogelijk zou zijn om daar een methodiek uit het bedrijfsleven op los te laten. Ik denk dat dat niet verstandig is, de reorganisatie is in feite achter de rug, overigens heeft hij dat zelf ook aangegeven. Hij heeft geconstateerd dat er grote aanvangsproblemen waren, wij hebben als raadsleden daar veel van gemerkt. Voorzitter, ik wil er toch op wijzen dat het succes van de reorganisatie en de inhoud van de reorgani satie zich moeilijk laat aflezen door te late stukken, hoe vervelend ook, maar dat is natuurlijk maar één element van de reorganisatie. Ik heb verder de indruk dat wij met de reorganisatie aardig op streek zijn. Er zijn inderdaad hier en daar knelpunten, maar wij zijn bezig met bijstu ren. De heer De Jong heeft gevraagd om nog dit jaar een evaluatie te doen. Ik denk niet dat wij dat moeten doen. Wij hebben in het College programma ook aangekondigd dat wij over drie jaar zullen evalueren, maar het is wel zo dat tussentijds zo nodig wordt bijgestuurd. Dan heeft de heer De Jong nog een vraag gesteld over de etnische groepen. Hij heeft gevraagd of dat voortaan niet kan worden behandeld in de Commissie Emancipatieaangelegenheden. Ik heb de indruk dat dat voortkomt uit de verdeling van de werkzaamheden in de commissies, want de raakvlak ken van etnische groepen met de Commissie Samenlevingszaken zijn bijzon der groot. Ik denk aan allerlei vormen van sociaal-cultureel werk, onderwijs, volwasseneneducatie etc., ik zou daar niet voor zijn. Slachtofferhulp heeft de heer De Jong over gesproken. Ik heb dat in eerste termijn bij de beantwoording van de heer Bilker al behandeld. Dan heeft hij gesproken over vluchtelingen uit Oost-Europa. Hij heeft gevraagd of wij klaar zijn voor opvang. Dat zijn wij niet op dit moment, maar dat komt ook omdat het probleem nog niet manifest is. Mocht zich dat onverhoopt voordoen, want dat zijn natuurlijk afschuwelijke toestanden, en Leeuwarden zou een gemeente zijn die wordt aangewezen danwel zich vrijwillig daarvoor meldt, dan denk ik dat het college alert zal reageren en zal zorgen dat de nodige opvang er komt. Dan is er nog gesproken over de herwaardering door het rijk en de bezui nigingen die er wellicht aankomen. De heer De Jong heeft in dat verband gesproken over de verhoging van de efficiëntie. Hij heeft gezegd dat het misschien mogelijk is door een extra verhoging van de efficiëntie een herwaardering te voorkomen. Voorzitter, ik wil er op wijzen dat bij elke herwaarderingsoperatie wij efficiëntiewinst inboeken, bij de reorga nisatie maar ook bij herwaarderingsoperaties. Daar is op een bepaald moment de rek uit. Als er een herwaarderingsoperatie moet komen, denk ik 86

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 44