Punt 2 (bijlage nr. 24). De Voorzitter: Aan de orde is vaststellen Programma Sociaal-Cultureel Werk 1991. Mevrouw Van Ulzen: Ik zou graag eerst iets willen zeggen ten aanzien van het Bureau Sociale Raadslieden. Wij vinden het eigenlijk wat mager waar het college mee komt en dan denk ik dat ik mij zelfs nog wat vriendelijk uitdruk. Met het voorstel van het college wordt een stukje van de perso nele kosten afgedekt. Dat is zonder meer waar. Maar daarmee is onzes inziens de motie Schadé niet geheel uitgevoerd. Bovendien, en dat vinden wij ook wat vervelend, blijft er een situatie ontstaan dat er iedere keer weer met een voorstel gekomen moet worden. Mijn fractie hecht toch wel aan het voortbestaan van het Bureau Sociale Raadslieden, want onzes in ziens bewijst dit een gewaardeerde functie te vervullen, zo zeer zelfs dat het de hoeveelheid werk nauwelijks aan kan. Ondank het feit dat daar zeer veel wordt overgewerkt en dat er nota bene een publiciteitsstop is ingevoerd, dat ook uit de nood geboren is. Wij denken dat op deze wijze geen enkele instantie kan werken en dan ook nog kwaliteit kan waarborgen. Het aanbieden van èn informatie èn advies samen met voorlichting door één onafhankelijke instelling is bij ons weten uniek in Leeuwarden. Om tot een oplossing te komen verzoeken wij het college het volgende. Bekijk onder welke noemer het subsidie kan worden ondergebracht. Laat het bureau daarbij net zo zelfstandig blijven functioneren als nu het geval is Bekijk, met inachtneming van de eigen taak van de sociale dienst, of er doublures voorkomen en indien dat het geval is, breng die dan over naar het Bureau Sociale Raadslieden. Bedenk daarbij dat het bureau onafhankelijk is en, wat ook heel belang rijk is, integraal advies geeft. Ken het bureau eenmalig een bedrag toe voor een overgangsperiode van ongeveer een jaar. Dan komt natuurlijk onherroepelijk de vraag aan de orde waar dat dan uit betaald moet gaan worden. Wij denken dat dit gefinancierd kan worden uit de gelden die nog komen uit het ESF en waarvan de verdeelsleutel nog niet bekend is, maar waarvan de omvang waarschijnlijk zodanig is dat hier wel de mogelijkheid toe bestaat. Als dat allemaal gebeurd is, kom dan zo snel mogelijk met een voorstel waarin structureel voor een oplossing wordt gezorgd. Wij denken dan aan een bedrag in de orde van 15.000,--. Dat wat betreft het Bureau Sociale Raadslieden. Dan het onderdeel Nota Bene, daar hebben wij toch eigenlijk wel sympathie voor. De WD-fractie vindt dit een belangrijk middel om de mogelijkheden van sociale vernieuwing duidelijk te maken. Er zijn dacht ik 27 wijkkran ten, als je die hulp kunt bieden bij de totstandkoming, dan moet je dat vooral doen, vinden wij. Er is vanuit de wijkkranten veel belangstel ling. Dit is bovendien in onze ogen een uniek middel om bewoners in een wijk met elkaar te laten communiceren. Waar ligt dan het probleem? Het college draagt het project ook een warm hart toe, hebben wij begre pen. Het is natuurlijk weer het geld. Dat is natuurlijk ook wel een probleem. Wij vonden het een geweldige creatieve vondst om iemand te trachten aan te trekken vanuit de banenpool. Maar mijn fractie, en misschien zijn wij daar wat pessimistisch in, verwacht eigenlijk niet dat een zodanig gekwalificeerde kracht te vinden is binnen de banenpool. Eigenlijk denk ik dat andere fracties daar ook zo hun aarzelingen over hebben, maar daar wat discreter over zijn. Wij vinden het project Nota Bene een prima middel, in het bijzonder om in de diverse wijken uit te leggen wat de sociale vernieuwing voor bewoners kan inhouden. Het is nu eenmaal een feit dat dit toch voor vele mensen nog steeds over iets abstracts gaat. Op de inspraakavond bijvoorbeeld kwamen voornamelijk organisaties hun ideeën en verlangens uitleggen en de mensen die het zou moeten betreffen waren eigenlijk maar in geringe mate aanwezig. Dit is geen verwijt, dat kan ook helemaal niemand helpen, maar het is wel een feit. Ik moet er bij zeggen dat ook wij niet een oplossing hebben hoe het anders had gemoeten. Stel nu dat de raad besluit mee te gaan om iemand uit de banenpool aan te trekken. Stel dat wij gelijk krijgen en dat dat niet lukt. Dan begint het hele verhaal opnieuw, een nieuw voorstel van de wethouder, weer naar de commissie, het geld van de ESF - want daar gaan wij straks een beroep op doen - dat is inmiddels op, problemen met de dekking. In ieder geval zijn wij dan weer een jaar verder. Gisteravond is in deze raad nog gepleit voor snelle aanpak en zo snel als mogelijk te beginnen met de sociale vernieuwing. Terecht, want voor mensen met weinig uitzicht is elk oponthoud veel te lang. Wat ons ook veel sympathie doet opbrengen voor het Nota Bene project is het feit dat het bekend is dat zeer veel mensen geen krant lezen, maar wel geïnteresseerd zijn in hetgeen er in hun wijk gebeurt, welke moge lijkheden daar voor hen zijn, die zij dan eventueel in die krant zouden kunnen lezen. De gemeente kan daar bovendien ook nog gebruik van maken om de voorlichting die zij belangrijk acht in kwijt te kunnen. Het zou onzes inziens erg jammer zijn dat de uitvoering van het project Nota Bene en de aanvang en de mogelijkheden van de sociale vernieuwing met zoveel tijdsverschil van start zouden gaan. Ik bedoel dan, de sociale vernieu wing gaat van start en Nota Bene komt een jaar later, dat zou eigenlijk gelijk op moeten gaan. Het is de vraag of met zo weinig middelen, zoals het college dat voor stelt, het project wel uitgevoerd kan worden. Wij vinden dat, onder anderen in verband met de snelle aanpak van de sociale vernieuwing, ook met dit project toch wel enige haast geboden is. Wij zijn het ook eens met Project Mensen Zonder Werk daar waar het gaat over de evaluatie. Wij vinden die tijd ook veel te kort, dat kan je niet verlangen. Wij zullen dan daartoe ook een motie indienen, die luidt als volgt: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 22 januari 1991, overwegende: dat het project Nota Bene een belangrijke functie heeft in het kader van de sociale vernieuwing; 172

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 88