ook verwoord in hoofdstuk 1, paragraaf 3 van het programma. Het spijt
de D66-fractie dat de uitvoering van de motie Schadé-Meerdink uit 1989
voor 1991 niet mogelijk is gebleken. Dat deze werksoort in een duidelijke
behoefte voorziet, is overduidelijk. Een verzoek voor een hogere bijdrage
zal dan ook zeker onze steun krijgen.
Tot slot, in een aantal ingediende moties wordt dekking gevraagd uit ESF-
gelden. Mijn vraag: Kan de wethouder duidelijk aangeven hoe het zit met
middelen die blijkbaar overschieten uit deze fondsen?
Mevrouw GarmsVanavond stellen wij het vierde Programma Sociaal-Cultu
reel Werk vast dat is gebaseerd op het Sociaal-Cultureel Plan van 1988-
1992. In de raadsbrief wordt gesproken over het voornemen om het subsi
diebeleid te dereguleren. Wij kunnen in de verschillende commissies de
voorstellen voor de nieuwe subsidiemethodiek in de eerste helft van 1991
verwachten. Naast voorstellen met betrekking tot de nieuwe subsidiemetho
diek, lijkt het ons ook van belang om het beleid van de afgelopen 4 jaar
te evalueren, waarbij vooral gekeken wordt naar het gestelde doel en
behaalde resultaten. Wij willen hier graag een toezegging van de wethou
der over.
Waar in de raadsbrief en de nadere standpuntbepaling niet over gesproken
wordt, is het feit dat er slechts 30.000,-- in de pot Onvoorzien zit.
Dit is niet conform de afspraak. Wij vinden het een slechte zaak dat hier
geen melding van wordt gemaakt en dat ook de argumentatie en de mogelijke
gevolgen hiervan ontbreken. Graag een verklaring van de wethouder.
Dan nu naar een aantal punten uit de Nadere Standpuntbepaling en uit het
Programma Sociaal-Cultureel Werk.
In de commissie heb ik een aantal vragen gesteld over met name de perso
nele invulling bij het project Nota Bene. Het gaat hier om een banenpool
er. Het zou mooi zijn als het lukt om een langdurig werkloze binnen dit
project weer werk te bieden.
In de commissie liet ik mij, volgens de wethouder, wat al te somber uit
over de tijdsplanning waarbinnen een en ander gerealiseerd dient te
worden, in verband met de evaluatie per oktober. Ik zou dan ook graag de
toezegging van de wethouder willen hebben, dat wanneer per 1 maart geen
geschikte banenpooler gevonden is, dit gemeld wordt aan de commissie en
de consequenties voor het project besproken worden. Mogelijk betekent dit
dat er meer middelen vrij gemaakt moeten worden om aan een projectcoördi
nator te komen. En dat betekent ook dat de datum 1 oktober om te evalue
ren wat erg vroeg lijkt.
Voorzieningen voor kinderopvang.
Zoals ik in de commissie ook al gezegd heb is de PAL-fractie verheugd
over het feit dat voor het peuterspeelzaalwerk extra middelen vrij zijn
gemaakt om de leidsters op CAO-niveau te betalen. Ook ik sluit mij aan
bij de opmerking van de heer Herrema dat ik graag nog eens een keer
duidelijk wil horen van de wethouder dat het plafond dat is aangegeven
181
niet als plafond bedoeld wordt. In juni j.l toen wij in de raad de
Knelpuntennota en de Reactienota behandelden, hebben wij onder anderen
een motie ingediend om te komen met een meerjarenplan voor de kinderop
vang. Binnenkort kunnen wij dan ook het concept-plan verwachten. Maar dit
is niet een volledig plan, de peuteropvang wordt niet meegenomen. In de
commissie hebben wij al gesproken over de intentie van de motie, die de
wethouder - zo zei hij - heel goed had begrepen, namelijk dat dit wel
meegenomen zou moeten worden. Om de zaken niet te vertragen stelt de PAL-
fractie voor er maar van uit te gaan dat wij binnenkort een deelnota
ontvangen en dat wij voor de zomervakantie het tweede deel nog krijgen.
Dit is noodzakelijk om inhoudelijk goede afwegingen te kunnen maken
binnen de raad. Dan gaat het natuurlijk niet alleen om peuterspeelzaal-
werk, maar ook om de tussenschoolse opvang etc. Ik wil hierover graag een
toezegging van de wethouder.
Als het gaat om het woonwagenwerk, wreekt het zich nu dat nog steeds het
beleidsplan van de SWL niet is besproken in de commissie. Ook kun je
zeggen dat er nauwelijks gemeentelijk beleid op het gebied van het
woonwagenwerk is ontwikkeld. De SWL heeft door herschikking 12 uur
beroepskrachttijd vrijgespeeld voor dit werk. Zij geeft hiermee aan dat
deze groep blijkbaar een hoge prioriteit moet hebben. Afgelopen 3 jaar
heeft WVC het project gesubsidieerd voor 20 uur, waardoor een werker in
totaal 32 uur voor deze groep werkzaam kon zijn. Met ingang van januari
1991 zijn dat nog slechts de 12 uur vanuit de SWL. Iedereen kan op zijn
klompen aanvoelen dat een teruggang van 32 naar 12 uur nogal wat bete
kent. Er zijn goede resultaten geboekt. Zaken op het gebied van huisves
ting, werkgelegenheid, integratie en de individuele ondersteuning op het
gebied van onderwijs en werk zijn aangepakt. Eigenlijk zijn het aandacht-
gebieden die parallel lopen met die van de sociale vernieuwing. In de
Nadere Standpuntbepaling wordt voorgesteld om de werkzaamheden maar naar
die 12 uur toe te schrijven. Voorlopig kan de PAL-fractie hiermee akkoord
gaan, maar wel stellen wij voor om in oktober de werkzaamheden te evalu
eren om de consequenties van de terugloop van het aantal uren te kunnen
overzien. Mogelijk leidt dit in 1992 tot een heroverweging om alsnog 8
uur beschikbaar te stellen. Het is tenslotte een doelgroep waar de
werkloosheid hoog is, 80Z, en waar de schoolloopbaan van de kinderen ook
sterk door het milieu bepaald wordt met alle gevolgen van dien. Om te
zorgen dat de 12 uur die nu voor dit werk beschikbaar is effectief
ingezet kan worden, is het volgens onze informatie noodzakelijk om naast
de gemeentelijke bijdrage voor activiteiten woonwagenbewoners, ook een
budget beschikbaar te stellen voor organisatiekosten. Wij komen hiervoor
dan ook met de volgende motie:
"De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op dinsdag
22 januari 1991,
overwegende
dat een terugloop van het aantal uren van 32 naar 12 groot is;
dat het woonwagenwerk de afgelopen drie jaar een belangrijke
ontwikkeling heeft doorgemaakt;
182