yt nieuwe opzet, dat is niet gelukt. Wij hebben toegezegd, ook in de commis- sie, het staat ook in de inleiding van deze stukken, dat wij in de eerste yt helft van dit jaar zullen komen met een voorzet om tot een andere syste- y matiek te komen. Dit is dus, en dan wijs ik even naar de heer De Jong, naar wij allen hopen de laatste keer dat wij op deze toch wat ingewikkel- de en omslachtige wijze die eigenlijk stamt uit de tijd van de Welzijns wet, de zaak aan u voorleggen. v' De heer Herrema heeft ook gezegd dat de sociale vernieuwing in relatie staat tot het sociaal-cultureel werk. Ik ben dat met hem eens en ik denk ook als wij straks de nota's over sociale vernieuwing en het Plan van Aanpak zullen behandelen, je die relatie op tal van punten zeer duidelijk V zult zien. Vervolgens is de heer Herrema overgegaan naar een aantal concrete zaken. In de eerste plaats heeft hij gesproken over de kinderopvang en dan met name over het optrekken van de salariëring van de leidsters peuterspeel zalen op CAO-niveau. Hij heeft gesproken over het plafond. In de commis sie hebben wij een discussie gehad over de vraag of het nodig zou zijn om inderdaad direct over te gaan tot het toekennen van salarissen tot een bepaalde schaal zoals die was aangegeven door de desbetreffende organisa ties. Ik heb toen gezegd dat er een koppeling moet zijn met het toegeken de bedrag dat wij hebben uitgetrokken. De heer Herrema zegt nu dat hij nog een keer van mij wil horen hoe dat nu precies in elkaar steekt. Wij hebben 160.000,-- meer uitgetrokken om te kunnen voldoen aan de toepas sing van de CAO's. Ik zou het als volgt willen formuleren. Dat is een raming die wij indertijd hebben gemaakt. Wij willen met dat bedrag als plafond het komende jaar zien hoe ver wij gaan komen met de inschaling 1 van de desbetreffende mensen die verbonden zijn aan het peuterspeelzaal- 1 werk. Dan hebben wij aan het eind van dit jaar een duidelijk beeld in hoeverre deze raming genoeg is geweest. Ik denk dat ik daarmee heb verwoord wat ik ook indertijd heb gezegd. (De heer Herrema: Dat betekent dus dat het bedrag het plafond is en niet de CAO-schaal?Het toegekende subsidiebedrag is het plafond. De heer Herrema heeft ook gesproken over de subsidiëring van etnische groepen. Hij heeft gezegd dat er een forse ingreep is gedaan, met name omdat het subsidie in een drietal jaren vrij fors wordt teruggebouwd in die zin dat het bestaande koppengeld wordt afgebouwd en dat het geld dat daardoor vrij komt in projectenpotten zal worden gestopt. Hij heeft gevraagd hoe het in het overleg gelopen is met de etnische groepen, te meer omdat inderdaad in dit plan het spelproject al was opgenomen als mogelijkheid die de eerste keer zou kunnen worden toegepast als het ging om de besteding van de gelden uit de projectenpot. Wel nu voorzitter, ik heb, als ik het goed heb, vorige week een vergadering gehad met de externe commissie etnische groepen over deze zaak. Een vergadering waarin wij uitvoerig hebben gesproken over de inhoudelijke kant van het spelproject. Ik moet zeggen, zeer tot mijn genoegen, dat de plannen zoals wij die hebben voorgelegd bijzonder positief zijn ontvangen door de externe werkgroep. Natuurlijk had men er enige moeite 185 mee dat daarmee voor het eerste jaar het subsidie was besteed en men zei ook: Eigenlijk zijn wij zelf ook bezig plannen te ontwikkelen en die aan u voor te leggen en ook daarvoor zouden wij op die projectenpot een beroep hebben willen doen. Maar toch gezien de hele opzet van het werk en ook de overtuiging die men had dat dit werk in belangrijke mate zou bijdragen tot het opheffen van achterstanden, zo jong mogelijk beginnen en zorgen dat er dan continuïteit is, heeft er toe geleid dat men daar unaniem mee ingestemd heeft. Ik heb overigens aan het platform, want men heeft zich georganiseerd in een platform etnische groepen, gezegd ga door met het ontwikkelen van plannen en kom daar zo spoedig mogelijk mee. Het volgend jaar zullen wij, denk ik, in een eerder stadium de nieuwe subsi dieverzoeken behandelen en dan kunnen wij zien in hoeverre die voorstel len inpasbaar zijn. Ik heb overigens ook met de externe werkgroep een afspraak gemaakt over een meer regulier overleg, wat frequenter, zodat wij toch heel regelmatig contact met elkaar kunnen houden. Dan heeft de heer Herrema geïnformeerd naar gelden die vanuit het rijk zouden komen voor allochtone jongeren ter bestrijding van de werkloos heid. Ik moet zeggen dat ik daar niet van op de hoogte ben, maar ik zal het nagaan en dan kan ik in de commissie daar over informeren. De heer Herrema zegt dat het project Nota Bene een kans moet hebben. Hij is het er mee eens dat wij proberen uit de banenpool hier iemand voor te krijgen, maar hij zegt: in oktober al evalueren is wat kort. Hij dient vervolgens een motie in waarin wordt gevraagd om 12.000,-- extra te geven zodat het project zich kan uitstrekken over 2 jaar waardoor dit een eerlijker kans krijgt. Als dekking wijst hij de ESF-gelden aan. Ik zou toch het volgende willen zeggen. Wij hebben in dit programma het plan voor één jaar meegenomen. Dat kan ook niet anders, want het plan is tenslotte een plan voor één jaar, het programma is voor één jaar. Wij hebben daarbij gezegd dat wij in oktober komen met een evaluatie, niet een grondige maar wel waar wij uit concluderen of het plan levensvatbaar is, naar wens verloopt of dat er wat bijgestuurd moet worden, opdat wij kunnen beoordelen of het project voortgang moet vinden. Met andere woorden, de achtergrond van het verhaal is geweest dat dit in feite een project is dat doorgang moet vinden. Als inderdaad uit die voorlopige evaluatie blijkt dat het doorgang kan vinden, mag u van ons aannemen dat volgend jaar in het nieuwe programma, dat dan volgens de nieuwe methode is opgezet, je dit plan weer zult aantreffen. Daarom zit ik mij even af te vragen of de motie, zoals die door de heer Herrema is ingediend, in die zin zou moeten worden aangenomen, of daar behoefte aan is. Immers wij gaan dan dekking zoeken voor het jaar 1992, terwijl in 1991 de zaak al geregeld is. (De heer Herrema: Hoe kan je nu evalueren als je eigen lijk nog niet eens begonnen bent?) Als de raad meent dat de evaluatie wat later moet, dan laten wij die evaluatie in oktober weg en komen volgend met een plan waarin wij deze zaak weer opnemen met een evaluatiedatum. Dan hebben wij hetzelfde bereikt. (De heer Herrema: In het programma Ja, in het programma. Door dit uit te spreken, dat zou hij ook doen als dit gedekt wordt uit de ESF-middelen waarvan ik niet weet of die er zijn, 186

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 95