Vei Vei Vei Ve Ve Ve Ve Benoemd worden de aanbevolenen met algemene stemmen Ve O e. Voorzitter Gemeenschappelijke Krediet Bank; de heer M.F. Koopmans te benoemen als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering van de NV Waterleiding Friesland en de heer E.M. Janssen als vertegenwoordiger aandeelhoudersvergadering NV Frigem Noord-West Friesland. f De heer Van Olffen en de heer Bakker vormden met de voorzitter de leden van het stembureau. Punt 11, 12 en 13 (bijlage nrs. 21, 25 en 40) 0| Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 14 (bijlage nr. 41). De Voorzitters Aan de orde is bijdrage gemeente in een eventueel optre dend exploitatietekort van het Landelijk Dienstverlenend Centrum voor Studie- en Beroepskeuzevoorlichting in de jaren 1993 en 1994. Mevrouw De Haan: Ik wil beginnen met uit te spreken dat wij als fractie zeer ingenomen zijn met de komst van het LDC naar Leeuwarden. Ik wil dan l ook niet nalaten om een compliment uit te delen aan het college, in het bijzonder aan wethouder Vlie-tstra, voor alle moeite en inspanningen die geleverd zijn om de regering uiteindelijk zover te krijgen dat het LDC in Leeuwarden gevestigd wordt. Iedereen weet dat dit zeer veel overleg betekent op de juiste momenten, op de juiste plaatsen en met de goede personen, voordat het uiteindelijk zover is. Waarom zijn wij zo ingenomen met de komst van het LDC? Wij verwachten dat dit centrum, dat landelijke maar waarschijnlijk nog bredere bekendheid zal krijgen, een positieve uitstraling zal hebben op de stad. Bovendien betekent dit een behoorlijk aantal hoogwaardige arbeidsplaatsen met mogelijk nog uitbreiding in de toekomst en een hele serie indirecte effecten zowel op het terrein van werkgelegenheid als ook nog breder. Er hangt wel een prijskaartje aan, waarschijnlijk. Hoe dat precies uit zal pakken is op dit moment door ons moeilijk in te schatten. Het hangt af van de mate waarin het LDC er in slaagt in de toekomst exploitatiete korten te voorkomen. Wat dat betreft zou ik het college willen vragen in ieder geval, voor zover dat mogelijk is, het LDC mee te helpen aan een goede start om daarmee te voorkomen dat zij exploitatietekorten krijgt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het meehelpen bekendheid te geven aan het LDC. Misschien indirect mee te helpen in de zin van dat er zo veel mogelijk opdrachten binnenkomen voor het LDC. Daar hebben wij zelf, denk ik, alle belang bij. 8 Wat de dekking betreft, daar zijn wij op zich niet zo gelukkig mee. Wat het college ons nu voorstelt is het financiële probleem nog wat voor ons uit te schuiven, in die zin dat wij dit pas echt tegenkomen als wij met de Voorjaarsnota te maken krijgen. Al is dat, naar ik heb begrepen, al redelijk snel. Het was mooier geweest als wij een dekkingsvoorstel hadden gehad. Maar het is nu eenmaal gemakkelijk om vrijblijvend te roepen dat wij iets heel graag willen, maar wij moeten ons vervolgens wel realise ren dat zoiets geld kost. Ook hier blijkt dat met name het financiële aanbod dat de gemeente heeft gedaan, doorslaggevend is geweest om het LDC hier te krijgen. Wij hebben in de commissie gesproken over het feit dat het lijkt dat er een nieuwe trend ontstaat als het gaat om het binnenhalen van werkgele genheid. Ten aanzien van het bedrijfsleven is de gemeente dat redelijk gewend. Wij hebben eigenlijk ook vroeger al als gemeente steeds goede koopman moeten zijn om naar het bedrijfsleven toe werkgelegenheid binnen te halen, in de zin van het aanbod van grond, vergunningen etc. Naar de landelijke overheid toe lijkt dit een heel nieuw fenomeen. Op zich zijn wij daar niet zo gelukkig mee. De enige reden om niet al te kritisch te kunnen zijn, althans dat wij ons dat niet kunnen permitteren, ligt in het feit dat wij nu eenmaal zitten met een gigantisch hoge werkloosheid en een economische structuur hebben die niet direct grote groeipotenties heeft. Bovendien gaat het hier om een centrum in de dienstverlenende sector, één van de sectoren waar wel groei in zit. Om die reden vinden wij dat wij niet zo vrijblijvend om kunnen gaan met dit soort trends en wij leggen ons er om die reden bij neer. Wij hebben in de fractie wel eens gepraat of je nu algemene richtlijnen zou kunnen geven aan het college van b. en w. waar zij zich in dit soort gevallen aan zouden kunnen houden. Wij zijn' daar niet goed uitgekomen en hebben eigenlijk voorlopig besloten om maar per geval de zaak te bekijken, zij het dat voor ons als raad in ieder geval uitermate belangrijk is de kosten en de baten nauwkeurig naast elkaar te kunnen zetten. Wat de kosten betreft, heb ik in dit geval al gezegd dat het gaat om een garant stellen, dus het is nog niet duidelijk wat dit uiteindelijk zal worden. Wij zijn er voorstander van om zo duidelijk en helder mogelijk te weten waar uitein delijk het geld aan besteed wordt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen op basis van een begroting en een bepaalde post. In dit geval was dat niet moge lijk. Maar in ieder geval naar de toekomst toe zouden wij er voorstander van zijn om zo helder mogelijk te weten waar uiteindelijk het geld dat de gemeente er in steekt aan uitgegeven wordt. Wat de baten betreft, naast de zaken die ik zojuist genoemd heb, die natuurlijk voor ons van uitermate groot belang zijn, lijkt het ons mogelijk om dat soort zaken nog wat helderder in de raadsbrief te schetsen. Ik denk aan werkgelegen heidseffecten, maar ook aan indirecte effecten, die naar ons idee uitvoe riger beschreven zouden kunnen worden dan nu het geval is geweest. Verder heb ik nog een slotopmerking en dan gaat over het feit dat waar schijnlijk een aantal nieuwe werknemers naar Leeuwarden komen van buiten af. Het is voor ons uitermate belangrijk om die nieuwe werknemers te 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 5