Sc\
Or
Za
Ei
c
Bt
2
Verkc
Verw
Verw
Verw
Verki
Verw
Verw
Rui
Verv
Ontt
Ont«
pli
Ver
Uitj
O
Vei
On
D
B
Ad
dichte rolluiken door doorzichtige afscheidingen.
Mevrouw Tiemersma: De CDA-fractie kan dit voorstel van harte ondersteu
nen. Het vervangen van dichte rolluiken door doorzichtige afscheidingen
verbetert de aanblik van de binnenstad en zorgt er voor dat de straten
levendiger worden. Ook dat is een belangrijk aspect voor de verbetering
van het imago van Leeuwarden. Wij kunnen er mee instemmen dat deze
subsidie in eerste instantie alleen voor de binnenstad geldt, maar wij
zouden er voor willen pleiten dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om
deze subsidie in de toekomst ook voor andere gedeelten van de stad te
laten gelden, omdat veel panden in de overige stadswijken nu eveneens
"gesierd" worden door gesloten rolluiken. De nadelen die genoemd worden
in de raadsbrief zijn natuurlijk ook hier van toepassing.
Voorzitter, wij kunnen verder van harte instemmen met dit voorstel.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, mevrouw Tiemersma heeft inhoude
lijk volstrekt gelijk. Ik denk dat wij ons in eerste instantie richten
op de binnenstad omdat daar het probleem zich het sterkst voordoet. Maar
ik maak mij sterk dat als dit een succesvol beleid is, het zeer zinvol
kan zijn om dan ook naar de buurtwinkelcentra te kijken.
Mevrouw Van Ulzen: Is het, gezien de toezegging van de wethouder, dan ook
mogelijk om te kijken naar degenen die nu geen rolluiken hebben?
De heer Timmermans (weth.): Wij kunnen er wel naar kijken, alleen dat zal
niet leiden tot een voorstel om subsidie te geven voor nieuwe rolluiken
in een situatie waar nog geen voorziening is getroffen, want dan hebben
wij een structurele subsidie, wat niet de bedoeling kan zijn. Ik wil er
op wijzen dat in één van de regels in de bouwverordening voor nieuwe
situaties staat dat dit een standaardeis is geworden.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
I
Punt 29 en 30 (bijlage nrs. 174 en 177).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van b. en w.
22
Punt 31 (bijlage nr. 167).
De Voorzitter: Aan de orde is kinderopvangplan "Meerjarenbeleid kinderop
vang van de gemeente Leeuwarden"
Mevrouw Dikken: Vorig jaar bogen wij ons als raad over de Knelpuntennota
Kinderopvang. Er waren toen nogal wat knelpunten: lange wachtlijsten,
problemen met huisvesting, fusieperikelen en zo zou ik nog wel even door
kunnen gaan. Nu, een jaar later, buigen wij ons opnieuw over de plannen
met betrekking tot de kinderopvang, maar nu geen knelpunten, maar oplos
singen en een beleid op de lange termijn. Kinderopvang groeit eindelijk
uit tot een volwassen werksoort en terecht. Juist door kinderopvang zijn
ouders in staat arbeid en scholing te verrichten en dit te combineren
met het hebben van kinderen. In het plan dat hier voor ons ligt wordt
kwantitatief en kwalitatief uitgewerkt hoe de groei de komende jaren
wordt gerealiseerd. Dit kan onder meer door een flinke financiële injec
tie van het rijk. Namens de PvdA-fractie wil ik een compliment geven aan
de opstellers van dit plan. Tevens wil ik de SKL en het GOB hierbij
betrekken, omdat zonder de hulp van de uitvoerders er nooit zo'n uitge
breid meerjarenplan kan worden gerealiseerd. In de commissie zijn wij
uitgebreid ingegaan op alle ins en outs van dit plan, ik beperk mij nu
tot een aantal discussiepunten en een paar dingen waar wij een voorbehoud
op hebben gemaakt. Ik begin maar bij het GOB.
Het is prima dat er meer aandacht is besteed aan het GOB. Ook het GOB is
een vorm van kinderopvang waar je als ouder voor moet kunnen kiezen. Het
hete hangijzer bij dit verhaal is het uurtarief. Vorig jaar heeft het
toenmalige GOB-bestuur de ouderbijdrage verhoogd zonder ruggespraak te
houden met haar toekomstige subsidiegever. Deze ging van 3,-- naar
ƒ4,--. In de raadsbrief wordt voorgesteld deze verhoging weer terug te
draaien. Inhoudelijk vinden alle betrokkenen dat een ouderbijdrage van
ƒ4,-- een terecht verzoek is. Gastouders hebben dat ook in alle toonaar
den nog eens ondersteund. Een moeilijk dilemma. Aan de ene kant een
terecht verzoek, aan de andere kant staan de financiële consequenties.
Dat laatste, de financiële consequenties, heeft bij de grote meerderheid
van mijn fractie de doorslag gegeven om dit verzoek niet te honoreren en
het voorstel in de raadsbrief over te nemen. In de raadsbrief wordt
verder nog gesproken over landelijke ontwikkelingen. Wij wachten die met
belangstelling af. Graag zouden wij zien dat er ook vanuit Den Haag, en
dan met name van WVC, meer duidelijkheid komt over de rechtspositie van
de gastouders en de financiële randvoorwaarden die dit met zich mee
brengt. Een minderheid in de fractie vindt dat de investeringsruimte die
er in 1991 en 1992 nog is gebruikt kan worden voor de verhoging naar
4,--, voor de jaren daarna moet er dan een discussie gevoerd worden
over het totale budget dat nodig is voor de kinderopvang en mag de
discussie zich niet alleen beperken tot het budget dat nodig is voor het
GOB.
23