experiment in Haarlem volgen en ik zal de commissie, zodra daar meer van bekend is, daarvan op de hoogte stellen. Ik kom dan bij mevrouw Garms. Zij memoreert wat er allemaal is gebeurd. Ook zij heeft complimenten voor de opstellers. Ten slotte komt zij bij een tweetal knelpunten, één daarvan is het uurtarief. Daar ben ik inmiddels op ingegaan. Het tweede punt dat zij noemt is de kwestie van de kwaliteitsverordening. Zij vraagt: hoe ga je die bewaken, hoe ga je die controleren? Zij denk dan met name aan het pedagogisch aspect. Zij vraagt of het toch niet beter geweest was dat wij dit toch maar onder de subsidieverordening hadden gebracht, het zou niet kunnen omdat het een strafverordening is. Ik denk dat dat laatste een misverstand is, voorzitter, het is een strafverordening en dat betekent dat het een veel bredere werking heeft dan alleen de instellingen die subsidie krijgen. In onze gemeente is het straks zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden om aan kinderopvang te doen. (Mevrouw Garms: Ik wil nog even duideli jk maken dat ik niet heb gezegd dat het niet zou kunnen. Ik heb gezegd dat ik over tuigd ben dat er op dit moment nog al wat nadelen aan kleven om dit bij de kwaliteitsverordening onder te brengen. Mijn vraag is of het onder zocht kan worden of het ook bij de gemeentelijke subsidieverordening voor kinderopvang ondergebracht zou kunnen worden, zodat in ieder geval wij voor het gemeentelijk deel waaraan wij subsidie verlenen toch dat pedago gisch aspect kunnen controleren.Voorzitter, ik denk dat dat nu al het geval is, het is een strafverordening met een brede werking, maar daar naast zitten er tal van bepalingen in de verordening die slaan op instel lingen die subsidies krijgen. Dus ook het kwaliteitsaspect kan door de gemeente heel goed worden gecontroleerd. Dat is best mogelijk. (Mevrouw Garms: Ook het pedagogisch aspect7) Ook het pedagogisch aspect, daarvoor hebben wij niet een bepaald artikel, maar wij hebben een aantal zaken, zoals de opleidingseisen van de mensen die aan het werk zijn, wij hebben eisen ten aanzien van de inbreng van ouders, je zou een soort werkplan kunnen eisen. Wij gaan praten met de SKL om daar toch bepaalde afspraken over te maken. Mevrouw Visser heeft ook gesproken over de 3,A 4,--. Ik denk dat ik daar voldoen op ben ingegaan. Dan heeft zij een vrij lang pleidooi gehouden over de Friestalige en de christelijke kinderopvang. Zij komt daarvoor met een motie. Ik heb daar het nodige van gezegd, voorzitter. Ik ben nog volop in overleg met de drie instellingen. Op dit moment wijst niets er op dat dat vast zal lopen. Daarom vind ik de motie op dit moment niet op zijn plaats. Ik vind hem overbodig. Dan heeft mevrouw Visser gevraagd naar een variabele aanpak van de kinderopvang, ook in de toekomst, om op de diverse mogelijkheden en wensen die er zijn in te gaan. Ik denk dat wij dat zeker moeten doen. Ik denk dat wij bij de jaarlijkse bijstelling de ontwikkelingen op dat terrein kunnen gaan volgen en zonodig met elkaar kunnen bespreken welke wijzigingen er zouden moeten worden aangebracht. 38 Dan kom ik bij mevrouw Van Ulzen. Zij heeft eerst een wat ideologisch getint verhaal gehouden over de zelfredzaamheid van mensen, de eerste verantwoordelijkheid bij de ouders. Ik denk dat bijna elke partij dat hier zal onderschrijven. Zij heeft gesproken over de ouderbijdrage en het nivellerend effect daarvan en de monopoliepositie. Wij hebben het daar in de commissie vrij uitvoerig over gehad. Overigens wijs ik er op dat de tabellen niet worden vastgesteld door de gemeente, maar door het Departement van WVC. Dan zegt mevrouw Van Ulzen dat het nieuwe beleid nog niet is vastgesteld. Ik ben daar inmiddels op ingegaan, dat is één van de open einden van de verordening. Zij zegt, als je minder rijksbijdragen krijgt, dan krijg je ook minder gemeentelijke lasten. Dat is inderdaad het geval. Dit is namelijk aan elkaar gekoppeld. Zij vraagt of de CAO verbindend is. Ik kan dat bevestigend beantwoorden. Verder heeft zij gevraagd hoe wij de 5Z in de hand denken te houden die uit de buitengemeenten komt. Dan is gewoon een aanname, wij zijn er van uitgegaan dat ongeveer 5Z van de mogelijkheden aan kinderopvang door mensen uit de buitengemeenten zal worden ingevuld. Maar ook dat is een punt dat wij jaarlijks aan de hand van de ervaringen kunnen gaan bijstel len. Dan heeft mevrouw Van Ulzen nog gevraagd naar de mogelijkheid om zieke kinderen op te vangen. Zij heeft daar vaker naar gevraagd. In deze regeling zit dat nog niet. In de nieuwe regeling die er aan komt - het rijk stelt de zaken weer bij - hebben wij dat ook nog niet kunnen ontdek ken. Ik wil overigens met de SKL eens gaan praten over wat voor mogelijk heden er eventueel zijn. Dan heeft mevrouw Van Ulzen nog een verhaal gehouden over een advertentie in de Volkskrant, daarmee kennelijk aangevend dat er eigenlijk helemaal geen behoefte zou zijn aan kinderopvang. Ik weet niet hoe ik dan de wachtlijsten moet verklaren die er op dit moment zijn. Zij heeft over de reikwijdte van de verordening gesproken. Ik ken haar standpunt daarin en ik deel dat niet. Voorzitter, ik denk dat ik aan het einde ben. Mevrouw Dikken: Ik ga eerst even in op de moties. De motie van de PAL-, D66- en GPV/SGP/RPF-fractiezoals ik in eerste termijn ook al gezegd heb, steunen wij niet. Niet omdat wij ƒ3,genoeg vinden, maar omdat wij vinden dat deze structurele verhoging een te zware claim legt op de financiële ruimte die nodig is voor de kinderopvang. Een zeer kleine minderheid van mijn fractie, namelijk één persoon, steunt de motie wel. Toch moet ik hier nog wel het volgende over kwijt. Gastou- deropvang in de huidige vorm is niet goed voor de emancipatie van vrou wen. Juist emancipatie is er mee gediend dat vrouwen zelfstandig een dermate inkomen en rechtspositie hebben dat zij rond kunnen komen en dat is ook niet gewaarborgd met een uurtarief van 4, Dan de motie van de SGP/GPV/RPF-fractie samen met de WD-fractie. Ook 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 20