2 Wij willen desondanks de nota niet helemaal geruisloos laten passeren, Verk( want in deze nota wordt immers het kader aangegeven voor de ontwikkeling Verw van gemeentelijk beleid op twee heel belangrijke terreinen, namelijk Verw werkgelegenheid en volwasseneneducatie. Het college stelt voor om voor Verw (je beleidsontwikkeling op bedoelde terreinen uit te gaan van een gewij- Verk> zigde doelstelling. Die luidt: het toeleiden van zoveel mogelijk werkzoe- Verw kenden naar betaalde arbeid. Bij de interpretatie of mogelijke consequen- Verw ties van deze doelstelling hebben wij in de commissie al de nodige kanttekeningen geplaatst. Een zwaarder accent op toeleiding naar de Ru arbeidsmarkt wordt door ons onderschreven, maar dit mag er niet toe leiden dat de aandacht voor de opvang van niet actieven in de nabije yerv toekomst uit beeld verdwijnt of als een soort sluitpost gaat fungeren. Ook moet het besef overeind blijven dat veel langdurig werklozen gebaat zijn bij een periode waarin zij zich voldoende en in vrij brede zin opnieuw kunnen oriënteren op de arbeidsmarkt. Met andere woorden, die nieuwe doelstelling mag niet tot gevolg hebben dat juist die mensen voor wie het perspectief op het verrichten van betaalde arbeid minder roos kleurig is, buiten de boot dreigen te vallen. Met deze overweging dient uiteraard ook rekening te worden gehouden bij de beoordeling van bestaan de en toekomstige werkgelegenheids- en scholingsprojecten. Voor die beoordeling moet het begrip output genuanceerd worden. Het mag immers plJ niet zo zijn dat er vanuit een vrij strikte interpretatie van die nieuwe doelstelling een uniforme lijst van beoordelingscriteria op uiteenlopende Zï projecten wordt losgelaten. Daarmee stimuleer je immers instellingen om reeds bij de toelating van cliënten een selectieprocedure te hanteren die Ei een zo hoog mogelijke uitstroom garandeert. Bovendien komen dan projecten onder druk te staan die weliswaar meer indirect gericht zijn op toelei- Ver ding naar de arbeidsmarkt, maar voor bepaalde groepen werklozen wel Uit] noodzakelijk zijn om überhaupt het eindpunt van het traject te bereiken. Wanneer het college deze overwegingen onderschrijft, gelet op de reactie van de wethouder in de commissie ga ik daar voorshands van uit, zijn wij van harte bereid om deze nota vast te stellen. Sc» Ontt Ont< O Vei On In de commissievergadering hebben wij ons positief uitgelaten over de uitgangspunten zoals in het vierde hoofdstuk van de nota zijn verwoord. Met name de keuze voor individuele trajectbegeleiding, het streven naar een betere samenhang tussen de verschillende instellingen die op het terrein van scholing en werkgelegenheid werkzaam zijn en de keuze voor de doelgroep hebben onze instemming. Ad Rest mij nog één opmerking, die heeft te maken met het tijdstip waarop c het college met nadere voorstellen komt voor het werkgelegenheidsbeleid. Voorstellen waarbij zowel gemeentelijke als gesubsidieerde projecten een I rol spelen. In de commissie hebben wij meer dan eens uitgesproken dat de desbetreffende gesubsidieerde instellingen voldoende tijd moeten krijgen om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie. Het college kondigt aan in het najaar met nadere voorstellen te komen. Daarmee wordt het wel zeer gt twijfelachtig of herstructurering van het werkgelegenheidsbeleid voor wat betreft de gesubsidieerde instellingen en projecten in 1992 nog zijn 52 beslag krijgt. Dat zou wel jammer zijn, maar wij dringen er wel op aan dat dit geen reden mag zijn de instellingen de nodige voorbereidingstijd te ontnemen. Wij kunnen hooguit constateren dat het bijzonder jammer is dat de discussie over de herstructurering van het werkgelegenheidsbeleid niet eerder in het jaar heeft plaatsgevonden. Mevrouw Garms: Mevrouw Waanders heeft het ook al even genoemd, toen ik dit onderwerp zat voor te bereiden realiseerde ik mij dat de nota ont brak. Wat dan overblijft is een raadsbrief die in mijn ogen nogal vaag en algemeen geformuleerd is. Ook staat in de raadsbrief dat dit ter kennisname aan onder anderen de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken is gestuurd. Ik heb vanavond een enveloppe voor de vergadering van 1 juli, die overigens niet doorgaat, die hier op het bureau lag open gemaakt en daar zat inderdaad de notitie bij. Dit lijkt mij niet helemaal een correcte gang van zaken, ook als ik dan nog bedenk dat wij in de commissie en een discussie werkgelegenheidsbeleid en de Nota Scholing en Werkgelegenheid achter elkaar aan de orde kregen. Terwijl het hier toch om een heel belangrijk onderwerp gaat, waar wij als raad, als gemeente Leeuwarden, ons duidelijk sterk voor willen maken. Namelijk het terug dringen van de werkloosheid. Toen dit onderwerp in de commissie aan de orde was, waren er een aantal zaken waar mijn fractie wel wat kantteke ningen bij wilde plaatsen. Ik wil daar nu twee punten uitlichten, te beginnen met de wijziging van de doelstelling. Voorgesteld wordt de doelstelling van het beleid gericht op de opvang en herinschakeling van beroepsmatig niet actieven aan te scherpen door prioriteiten te geven aan het toeleiden van zoveel mogelijk werkzoekenden naar betaalde arbeid. Op zich kunnen wij ons daarin vinden. De wethouder heeft ons in de commissie grotendeels kunnen geruststellen dat dit niet betekent dat de opvangsactiviteiten in het gedrang zullen komen en dat die zeker nog prioriteit zullen krijgen. Mevrouw Waanders heeft dat ook al genoemd. Maar wij leven in een tijd van forse bezuinigingen, wat vandaag nog heilig is, is dat morgen niet meer. Het tweede punt is het 1000 banen-plan. Een ambitieus plan, zeker de moeite waard om uit te werken. In de nota wordt globaal weergegeven wat de opzet is en welke instrumenten daarvoor beschikbaar zijn. Genoemd worden de Banenpool, het Jeugdwerkgarantieplan en de Kaderregeling Arbeidsinpassing. Voorwaarde om 1000 additionele arbeidsplaatsen te realiseren is een goede trajectbegeleiding, zo zegt de nota. Dat lijkt mij ook. Wat voor mijn fractie nu onduidelijk is, is wat er gebeurt met de 6000 andere langdurige werklozen. Wat wordt nu precies bedoeld met trajectbegeleiding en welke trajectbegeleiding hebben wij het over? In de commissie heb ik ook al geconstateerd dat bij instrumenten als Banen pool, Jeugdwerkgarantieplan en de Kaderregeling Arbeidsinpassing consu lenten horen. Dus zal het opzetten van de trajectbegeleiding met name gericht moeten zijn op die 6000 die niet in de Banenpool, het Jeugdwerk garantieplan of de Kaderregeling Arbeidsinpassing terecht kunnen. Dat 53

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 27