Set
Ontt:
Or
Ontt
2
Verkc
Verw
Verw
Verw
van goedkeuring van het bestemmingsplan "Recreatiegebied Schenkenschans
De heer Heins: Nog maar kort geleden hebben wij de afvalstoffenproblema-
tiek hier in deze raad aan de orde gesteld. Op 25 maart j.l. hebben wij
Verki jjg stellingname inzake de AVI en Schenkenschans besproken. Tegen het
Verw openhouden van Schenkenschans voor bedrijfsafval hebben zich 9 raadsleden
Verw uitgesproken, waaronder de PAL-fractie. Voor de PAL-fractie is het
logisch om dan ook tegen het onderliggende besluit te zijn. Voor de
Rui argumentatie verwijs ik dan naar de notulen van de vergadering van
25 maart 1991.
Verv Maar de actualiteit dwingt mij nog een andere opmerking over Schenken
schans te maken. Behalve voor bedrijfsafval is Schenkenschans ook genoemd
als alternatieve noodoplossing voor de interim-problematiek inzake de
afvalverwerking. Schenkenschans als tijdelijke opslagruimte voor huishou
delijk afval. De provincie heeft een traject uitgezet waarbij tot 1 okto
ber asals de Weperpolder opengaat, een interim-oplossing geboden
wordt in provinciaal verband. Deze Noordelijke oplossing is alleen
mogelijk als het OLAF besluit mee te werken aan het verbranden van
huishoudelijk afval in Wijster. Daar hebben zij nogal moeite mee, gezien
ook hun opstelling ten aanzien van de AVI. Het dagelijks bestuur zou
Plj vandaag een besluit nemen, maar dat wordt pas morgen, zo is mij verteld.
Opnieuw wreekt zich het feit dat Leeuwarden niet in het dagelijks bestuur
Za zit, want de consequentie van het niet mee willen werken aan de zogenaam
de Noordelijke oplossing zou betekenen dat als de duwbakken, waar de
Er kranten vol van staan, vol zijn - en dat zijn ze al - alleen de Schen
kenschans nog overblijft om dat vuil op te slaan. Ik denk dat het zeer
Ver verstandig is als het college deze week nauwgezet overleg pleegt met de
Uitj provincie, mocht het dagelijks bestuur morgen niet het gewenste besluit
nemen. Ik denk dat dan de Schenkenschans op de agenda zal staan. Naar
mijn mening is een tijdelijke oplossing daar een onmogelijke zaak, gelet
op de stank en hinder die dat opleveren de komende zomermaanden. Leeuwar
den zou daarmee voor de derde keer opdraaien voor het falend provinciaal
beleid in de tachtiger jaren.
Ik vraag mij bovendien af als het dagelijks bestuur OLAF weer dwars gaat
liggen, of Leeuwarden nog wel met de OLAF mee moet blijven doen. Ik zou
in de commissie wel eens willen praten over de mogelijkheden en onmoge
lijkheden om uit het OLAF te treden. Zij houdt veel te weinig rekening
met Leeuwarden en het vastgestelde provinciale beleid en voert op een
regenteske wijze een eigen pseudo provinciaal beleid inzake de afvalpro-
blematiek.
Oi
Vei
Ont
D
H
c
Bt
1 De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Heins heeft nog een keer
het standpunt van de PAL-fractie verwoord met betrekking tot de vraag of
1 en in hoeverre de huidige stortplaats Schenkenschans in aanmerking kan
komen voor een verdergaande stort van bedrijfsafval. De meerderheid van
de raad heeft toen een ander standpunt ingenomen. Op zichzelf is het denk
ik logisch dat de PAL-fractie waar het hier gaat om het intrekken van een
14
beroep tegen partiële onthouding van goedkeuring van het bestemmingsplan
van het gebied Schenkenschans, dan ook tegen het intrekken is. Maar
nogmaals, de raad heeft toen anders beslist en ik begrijp uit de eerste
termijn dat de mening van de meerderheid van de raad niet anders is en
derhalve de consequentie van dit voorstel onderschrijft.
Ten aanzien van het punt dat de heer Heins daarna naar voren heeft
gebracht met betrekking tot de interim-oplossing huishoudelijk afval,
heeft het gemeentebestuur van Leeuwarden nog geen standpunt ingenomen.
Ik wil er overigens op wijzen dat in dit kader de vergunningen moeten
worden verstrekt door de provincie. Voor zover mij bekend is er op dit
moment geen ruimte vergunningtechnisch voor het tijdelijk opslaan van
huishoudelijk afval. Ik wil daarnaast aangeven dat de niet onbelangrijke
partner in dit spel natuurlijk de eigenaar van dit stort is, in dit geval
de BV Skinkeskfins, die natuurlijk geen belang heeft bij het opslaan van
huishoudelijk afval. Deze zeer gekwalificeerde stort, althans uit het
oogpunt van milieumaatregelen, is natuurlijk veel te duur om huishoude
lijk afval op te slaan. Dat laat onverlet dat de discussie wellicht
binnenkort toch in de richting van het gemeentebestuur gevoerd moet gaan
worden. Ik denk dat dat bestuurlijk overleg tussen met name de partners,
in dit geval dan ook de provincie en de door mij genoemde BV èn het
gemeentebestuur gevoerd zal moeten worden. Wij zullen in dat verband dan
ook zeker in de richting van de raad aangeven wat de stellingname vanuit
het college zou kunnen zijn, voor zover er overigens bevoegdheden bij de
gemeente beschikbaar zijn.
Ten aanzien van de daaropvolgende vraag van de heer Heins met betrekking
tot de positie van Leeuwarden binnen de gemeenschappelijke regeling OLAF,
kijk ik even in de richting van de heer Heere, die daar wellicht op zou
willen reageren, tenzij hij op voorhand bereid is om "ja" te knikken, in
de zin van "daar komen wij in de commissie nog even op terug". (De heer
Heere: Dat laatste altijd.)
De heer Heins: Dan ben ik zeer tevreden. Alleen wat het eerste punt
betreft, het overleg waar de heer Timmermans over spreekt, mocht het zo
zijn dat het dagelijks bestuur van de OLAF niet het besluit neemt wat
iedereen hoopt dat zij zullen nemen en de Schenkenschans dus mee gaat
doen in de interim-oplossing, dan vraagt dat hele snelle besluiten op de
korte termijn. Ik zou graag van de wethouder nog willen horen of hij deze
week die contacten dan zou willen leggen. Als er overleg moet plaats
vinden, zal dat heel snel moeten gebeuren, want de nood lijkt heel hoog.
Wat de andere toezegging betreft, zou ik wel graag willen dat wij op niet
al te lange termijn over die situatie van Leeuwarden en de positie van
de OLAF in commissieverband zouden kunnen praten. Met name over de
positie die Leeuwarden daarin inneemt als één van de vele gemeenten, wat
daardoor eigenlijk een ondergeschikte positie inhoudt. Bovendien over
al het andere wat de OLAF doet. Ik zou over de onmogelijkheden en moge-
15