Ru
wil zijn is dat wij die voorstellen afwijzen die er voor zorgen dat het
aantal minima in deze stad zal groeien en dat de positie van de minima
yerw verder wordt aangetast. Dat is de essentie van onze motie en daarop
yerw zullen wij ook eventueel nieuwe alternatieven toetsen. In die zin wil ik
y>rw geen onduidelijkheid laten bestaan over eventuele plannen die nog op ons
afkomen, wii zullen die op basis van die criteria beoordelen.
Verk
^erv Dan wil ik terugkomen op een aantal suggesties die de heer Heins heeft
Verv gedaan. Hij vraagt de beloofde uitwerking van de nota te versnellen. Nu
mag ik wel reageren op deze motie, maar ik weet niet of ik toezeggingen
mag doen, dat zou op zich heel aardig zijn. Wat mij betreft zou ik wel
de toezegging willen doen dat die versnelling van die uitwerking van de
Verv nota er komt, maar ik weet niet of ik in die positie verkeer. (De Voor
zitter: U mag wel een inspanningverplichting aangaan om te proberen het
Scl college zover te brengen het in die richting te sturen.) Daarom, ik zal
weer in mijn bescheiden positie terugkeren en zeggen dat in ieder geval
Ontt de PvdA-fractie die suggestie graag wil overnemen, die leg ik dan bij
deze bij het college neer en ik vraag hen oin inderdaad de armoedeproble-
O, matiek weer opnieuw die prioriteit te geven die het verdient. Ik wil niet
zeggen dat dit college die prioriteit heeft laten vallen, maar er is alle
aanleiding om die prioriteit inderdaad hoog te houden en de nota "Armoede
uit de Stilte" opnieuw te bekijken op een aantal maatregelen die er
geweest zijn de laatste jaren die de positie van de minima hebben aange
tast.
Onti
pl;
Zi
Ei
De heer Bilker heeft ook zijn verontrusting uitgesproken. Hij heeft ook
uitgesproken dat de voorstellen die er liggen ernstige gevolgen hebben
voor de burgers in de stad en voor het beleid dat de gemeente voert. Hij
Ver heeft het ook over de nieuwe voorstellen gehad waar wij de precieze tekst
Uit] niet van kennen. Ik heb daarop gereageerd wat onze inzet is.
O Hij heeft een amendement ingediend waarin het zegt, dat het wat hen
betreft gaat om die voorstellen die tot gevolg hebben dat grote groepen
V arbeidsongeschikten in onze gemeente in inkomen terugvallen op bijstands
niveau, wat een aantasting betekent voor ons sociaal verzekeringsstelsel.
yei Verder blijft de motie bestaan. In onze ogen verandert dit de motie niet
Qn wezenlijk. Het gaat ons ook om het feit dat de groep die wij tot de
minima rekenen niet zou mogen groeien, dat is een element dat ik graag
in de motie gehandhaafd zou willen zien. Misschien dat dat er nog op de
een of andere manier in zou kunnen. Dan zou ik geen bezwaar hebben tegen
het veranderen van de tekst in die zin zoals de CDA-fractie dat nu
voorstelt. (De heer Bilker: Mag ik even interrumperen? Ik heb dat eigen
lijk impliciet begrepen uit het tweede aandachtstreepje, want ons hele
minimabeleid is daarop gericht.) Ik zou er het meest voor voelen het
amendement van de CDA-fractie over te nemen en er aan toe te voegen dat
die afwijzing ook betrekking heeft op voorstellen die er toe leiden dat
de groep minima in de toekomst groter wordt dan hij nu al is. (De Voor-
1 zitter: De heer Bilker studeert op een andere formulering? Die vernemen
wij straks graag voordat wij gaan stemmen.
Bt
D
B
Ad
c
26
2
i
y
De heer De Jong zegt dat het standpunt van zijn Tweede Kamer-fractie
duidelijk is. Hij heeft ook gevraagd over welke plannen wij nu eigenlijk
praten. Daar ben ik net op ingegaan. Wij praten over de plannen zoals die
er liggen. Wij hebben aangegeven wat wij daarvan niet aanvaardbaar vinden
en waar wij dus ook eventuele nieuwe plannen op zullen toetsen. Ik wil
daarover geen onduidelijkheid scheppen. Hij heeft ook gezegd dat dit een
kwestie is van de landelijke politiek. Ik zou aan hem hetzelfde willen
vragen als ik ook aan mevrouw Visser heb gevraagd: de mensen in de stad
vragen ook van de vertegenwoordigers hier in de gemeenteraad een duide
lijk standpunt, ook van de D66-fractie. De D66-fractie zou dat standpunt
kunnen geven door de motie te onderschrijven.
Waar ik erg van schrok, moet ik eerlijk zeggen, is dat de heer De Jong
zegt dat de motie alleen een signaal inhoudt, een signaal dat leidt aan
inflatie. Wat kunnen wij er uiteindelijk aan doen?
Als wij met z'n allen zo'n soort houding zouden aannemen van: wij kunnen
er toch niets aan doen, laat het maar over aan de Tweede Kamer-fracties,
dan kunnen wij als raad wel voor het grootste deel naar huis gaan, want
er zijn natuurlijk in de politiek eindeloos veel voorstellen waar wij als
gemeenteraad rechtstreeks beïnvloed worden door maatregelen die de
landelijke overheid neemt. Als wij dan als politici al zeggen: "wij
kunnen er niets aan doen"dan is dat een houding waar ik van schrik en
die ik in ieder geval afwijs. Ik zal dat niet met een motie doen, maar
ik schrik er wel van.
De Voorzitter: Is de wethouder in de gelegenheid om de vraag die hem zo
terzijde is toegeworpen of de prioriteit van de nota "Armoede uit de
Stilte" overeind blijft staan, nu reeds te beantwoorden zonder de college
te hebben kunnen consulteren?
De heer Janssen (weth.): Wij hebben vlak voor de zomervakantie in de
Commissie Sociale en Economische Zaken de stand van zaken van het rapport
"Armoede uit de Stilte" uitvoerig behandeld. Het lijkt mij eon goede
zaak om toch nog eens kritisch naar de afspraken die wij toen gemaakt
hebben omtrent de uitvoering van de maatregelen te kijken, met in ons
achterhoofd de discussie die hier vanavond is gevoerd. Wij zouden dan
eind september in de commissie met een voorstel kunnen komen over hoe wij
iets aan die versnelling kunnen doen.
Mevrouw Visser: Mevrouw De Haan heeft van mij een concretere uitspraak
gevraagd. Ik wil daar wel op ingaan. Hoewel ik de lijn van politiek Den
Haag handhaaf, want dat is juist onze opstelling geweest in deze. Ik ben
daarom met name ook ingegaan op de problematiek die ons ook zorgen baart.
Ik heb ook met name genoemd dat ik vind dat de fracties in de Kamers,
waar ik dan ook namens spreek, ook dat geluid laten horen. Wat dat
betreft zijn onze kanalen ook nog zo dat zij in Den Haag èn de provincie
en de gemeente één geluid laten horen op dit punt, wat ik van de partij
27