De heer Heins heeft aangegeven dat het afstoten van gesubsidieerde wonin
gen eigenlijk zou moeten worden voorkomen. Vervolgens heeft hij terecht
een aantal argumenten genoemd die in de Leeuwarder situatie de verkoop
van bepaalde woningen rechtvaardigen.
Hij komt vervolgens met een motie, die dan die helderheid moet bieden in
de richting van de corporaties.
Ik constateer dat wij in feite inhoudelijk niet zo gek veel meningsver
schillen hebben over de doelstelling van het volkshuisvestingbeleidEr
is alleszins aanleiding om buitengewoon voorzichtig te zijn bij de ver
koop van de woningen. Je moet steeds voorzichtiger worden naarmate de
woningen goedkoper zijn, omdat die een steeds belangrijker rol, naar wij
mogen aannemen en ook kunnen aannemen op dit moment, in de sociale huur
markt zullen spelen.
Er zijn op dit moment, voor zover mij bekend, geen woningen beneden de
450,-- structureel leeg, dus in die zin is het een wat theoretisch
verhaal dat wij hier houden. Als het gaat om woningen die een lage huur
hebben, dat zullen de woningen zijn die wij straks hard nodig hebben,
dan behoeft bij de corporaties geen vrees te bestaan dat die straks leeg
komen te staan. Immers met de komende 5%2 huurverhogingen betekent het
gewoon dat die woningen een steeds belangrijker rol gaan vervullen in de
sociale woningmarkt. Het zal ook voor de hand liggen dat corporaties, die
er uiteraard belang bij hebben om voldoende woningbestand te hebben op
grond waarvan zij zelf kunnen functioneren, er ook inhoudelijk geen
argumenten of belangen bij hebben om die woningen te verkopen. Waarom dan
toch de mogelijkheid geboden7 Omdat het inderdaad voor kan komen om een
scala van redenen, de heer Heins heeft er een paar genoemd, dat woningen
beneden de 450,-- toch gedurende een lange tijd leeg staan en dus
blijkbaar in de sociale huurmarkt, ondanks de lage prijs, niet voldoen
aan een vraag. Dat kan te maken hebben, ik denk dat dat eigenlijk de
belangrijkste conclusie is, met de kosten-kwaliteitsverhouding
Dan moet je je dus afvragen wat je gaat doen. Ga je die woning opknappen?
Dat is denk ik de enige keus die een corporatie kan doen. Alleen het
probleem bij opknappen, en zeker als het gaat om de naoorlogse woningen,
betekent dat die opknapkosten ten laste gaan van of de ABR of wel gewoon
in de huur worden betaald. Die woningen zullen naar wij aannemen inder
daad vrij kostbaar verbouwd moeten worden. Wij zijn nu theoretische
voorbeelden aan het behandelen, maar die woningen zullen door de noodza
kelijke verbetering buitengewoon veel duurder worden dan die 450,
Dan zijn wij weer rond, dan is er wel aanleiding om te verkopen en ver
vullen zij wellicht in de woningmarkt nog steeds geen rol.
Ik denk dat je moet constateren dat het amendement naar de geest overbo
dig is en naar de letter te beperkend.
Ten slotte denk ik dat wij binnenkort met de corporaties in het kader
van het volkshuisvesting- en woningmarktplan overleg zullen hebben. Wij
hebben daar al eens een studie naar laten doen.
De conclusie is dat op dit moment de gemeente zeer wel bereid is, en er
ook het belang van inziet, om in ieder geval met de corporaties, zo
48
mogelijk ook met de wuonconsumentenorganisatiestot een convenant te
komen. Ik denk dat het verstandig is dat ook te doen op basis van zo'n
woningmarktplanalthans dat is een goed fundament daarvoor. Ik heb de
stellige overtuiging dat ook bij corporaties, die aanvankelijk een wat
negatieve houding hebben ingenomen ten aanzien van het vaststellen van
convenanten, die houding aan het vervallen is. Men beseft ook daar dat
het voor de helderheid en de rolbepaling van de verschillende partijen
goed is om dat in een convenant vast te leggen.
De heer Schreuder: Mijnheer de voorzitter, ik hoef hier niet weer uit
te leggen hoe wij tegenover de verkoop van woningwetwoningen staan. Het
is duidelijk, wij z' in akkoord gegaan met het vorige agendapunt, wij
zijn voor de verkoop ^an woningwetwoningen als er sprake is van structu
rele leegstand. De wethouder benadert het van een andere kant. Wij vinden
die bestuurlijke overeenkomst zo van belang dat wij dit voorstel toch een
soort ad hoe besluit willen noemen, waarvan wij zeggen dat je dit nu
juist moet regelen in een convenant.
Wij zijn van mening dat er op dit moment geen dringende aanleiding is,
of dat er ongewenste situaties ontstaan bij de corooraties in Leeuwarden,
in afwachting van dat volkshuisvestingsplan of op het afsluiten van
convenanten. Wij willen dit alleen als een politiek signaal geven, om aan
het bevorderen van convenanten en andere soort overeenkomsten hard te
werken. Wij vinden dit zo belangrijk voor de volkshuisvesting nu er hele
grote problemen zijn. Ook voor later na 1993, ook al is er dan geen
formele toestemming meer nodig en er achteraf bezwaar gemaakt kan worden.
Maar dit zijn details, het gaat er om dat er voor 1993 een bestuurlijk
overeenkomst moet zijn of in ieder geval dat de gemeente en de verhuur -
ders zakelijk met elkaar de volkshuisvestingsproblemen aanpakken.
Wij willen geen enkele aanpassing van de criteria en dat betekent helaas
voor de PAL-fractie dat wij de motie niet kunnen steunen.
Mevrouw Van Ulzen: Misschien dat de heer Timmermans en ik elkaar verkeerd
begrepen hebben, maar ik doelde op de verkoop aan huurders, want dat was
dacht ik in het verleden niet mogelijk. Hier staat: "In principe mogen
alleen leegstaande woningen worden verkocht, in afwijking hiervan mogen
ook woningen aan zittende huurders worden verkocht mits Ik dacht
dat dat in het verleden niet zo was.
Dan de motie van de PAL-fractie. Die is ons zeer sympathiek, wij zijn
ook van mening dat deze gemeente de beschikking moet blijven houden over
goedkope huurwoningen. Wij zijn het ook wel eens met de afgrendeling. Wat
wij wat moeilijk vinden is, wat de wethouder ook al zei, de kosten-kwali
teitsverhouding. Het kan natuurlijk toch voorkomen dat die woningen niet
goed in de markt liggen. Wanneer wij deze motie aannemen, zou dat bete
kenen dat er voor een heel groot bedrag aan aanpassingen en verbeteringen
plaats moet vinden, zodat het lak duurder is dan de brief. Wij vinden in
49