de zaak zodanig is geregeld dat de bevoegdheden over een aantal zaken verdeeld zijn. Wij moeten nu eenmaal volgens die bevoegdheden ook hande len Het is niet zo dat de gemeente, in tegenstelling Lot de provincie, buitengewoon afhoudend is geweest. Wij hebben van het begin af aan geweten en ook aangegeven dat het veel verstandiger zou zijn om het bedrijf niet eens zo gek veel verder te verplaatsen naar het industrie terrein bij de Newtonweg. Wij hebben zelfs als gemeente een voorstel gedaan om een bijdrage te leveren in die verplaatsingskosten. Weliswaar niet tot het volledige bedrag, dat lijkt mij nogal logisch want er is ook nog zoiets als een eigen ondernemersrisico, maar een substantieel deel van de aankoop van de gronden op het Newtonterrein zou daaruit kunnen worden betaald. Dus het is niet zo dat de provincie dan plotseling geheel anders en alleen maar bedrijfsvriendelijk en de gemeente niet bedrijfsvriendelijk zouden hebben geopereerd. Alleen is hier een grens bereikt en is het verstandig voor het bedrijf om op de juiste plek te gaan zitten. Mevrouw Van Ulzen: Die geweldige substantiële bijdrage van de gemeente is 25.000,--, de provincie geeft dan 45.000,--, dan zitten wij op 70.000,--. De grond kost daar 20,--, geloof ik, de vierkante meter. Bij evenveel grond zitten de onderneming dan op 120.000,--. Dan hebben wij het nog niet over verhuizing, wij hebben het niet over allerlei andere toestanden. Ik neem aan dat de ondernemer dat niet zo even uit de lossen pols kan schudden. Ik vind dit een gedoogde situatie en dat wekt verwachtingen. Ik vind het toch eigenlijk wel merkwaardig dat de wethouder het nu doet voorkomen alsof wij zo goed zijn geweest. Wij zijn helemaal niet goed geweest. Het is op zich begrijpelijk dat de wethouder zegt de dit daar niet passend is, maar men heeft daar een investering gedaan, men wil daar graag blijven zitten. Ik moet zeggen dat ik het nogal wat vindt dat de wethouder zegt, een grote loods in openbaar landschap is niet zo verhef fend. Als die auto's blijven liggen, vind ik dat net zo min verheffend. Nogmaals, ik heb dat ook in de commissie gezegd, ik denk dat het veel minder erg is om een loods in het landschap te hebben dan allemaal van die verschrikkelijke autowrakken. Dan kom ik nog even terug op het bestemmingsplan, dat is een algemeen beleid voor de buitengebieden. Onder aan bladzijde 3 staat: "Ten slotte zou het legaliseren van dit bedrijf in het buitengebied een precedent vormen voor activiteiten in het buitengebied, die niet in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan, wat wij te allen tijde willen voorkomen." Dat is natuurlijk altijd het geval met voorbereidingsbesluiten. Ik meen te weten dat ik wel meer bestemmingsplannen heb zien aanpassen, bij voorbeeld in eigen omgeving en dat gaat een heel wat gruwelijker ingreep in het landschap veroorzaken. Wij hebben ook aanpassingen gedaan die ons als gemeente goed uitkwamen. Dan denk ik, waarom zouden wij hier nu niet 24 eens een keer een klein beetje ter wille kunnen zijn. De heer Ten Hoeve: Mijnheer de voorzitter, ik heb met dit verhaal van de WD-fractie toch wel moeite. Aan de ene kant hoor je hier in de raad geluiden van de terugtredende overheid, zuinigheid, passen op de financi en, en er kan niet een inspreker of een burger komen met een probleem of mevrouw Van Ulzen trekt zich dat aan namens de WD-fractie. Dan moet de gemeente met meer tegemoet komen, meer geld in dit geval. Elke keer gebeurt dat weer opnieuw, het gebeurt nu ook weer. (Mevrouw Van Ulzen: Dat is niet juist wat mijnheer Ten Hoeve zegt. Ik heb helemaal niet gezegd dat de gemeente dat bedrag moet geven, dat is absoluut niet waar. Ik vind alleen dat de wethouder hier een verkeerrde voorstelling van zaken geeft, hoe goed wij zijn.) De wethouder zegt niet hoe goed wij zijn, hij hanteert bedragen die voor dit soort transacties gebruikelijk zijn. Mevrouw Van Ulzen pleit er voor bij dit soort situaties - en zeker bij deze - maar meer te gaan doen. Ik kom dan toch op het belangrijkste punt terug, wij hebben hier een algemeen kader van beleid vastgesteld, dan zegt mevrouw Van Ulzen, bij deze mijnheer is het toch wel jammer en zonde en moeten wij de mijnheer dan niet ter wille zijn. Dan blijf ik bij mijn vraag: wil de WD-fractie dat het algemene beleid ten aanzien van het buitengebied, ten aanzien van losse woningen, ten aanzien van sloopterreinen herzien wordt, dat elke burger die dit aanvraagt van de WD-fractie het groene licht krijgt om dit soort dingen daar te vestigen7 De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, ik wou niet meer ingaan op de discussie die hier net gevoerd is tussen mevrouw Van Ulzen en de heer Ten Hoeve. Het is duidelijk dat als wij het hebben over precedentwerking ik constateer dat er geen bijzondere argumenten zijn waarom wij in het geval van de heer Van der Veen een uitzondering zouden moeten maken. Als wij dat doen dan denk ik dat er weinig argumenten zijn om voor andere bedrij ven of mensen die zich willen vestigen in het buitengebied vervolgens dan niet dezelfde lijn te hanteren. Mevrouw Van Ulzen bracht als essentie van haar betoog de volgende stel ling naar voren: "het is een gedoogde situatie en dat wekt verwachtin gen" Ik denk dat dat een volstrekte verkeerde interpretatie van de werkelijkheid is. Want immers de enige verwachting, die wij hebben geschapen in de afgelopen tijd in de richting van het bedrijf, is dat het bedrijf daar niet thuis hoort en dus daar eigenlijk weg zou moeten. Dat is de verwachting die wij hebben gewekt. Dan moet mevrouw Van Ulzen het niet omdraaien en zeggen dat als je iets gedoogt, wek je verwachtingen. (Mevrouw Van Ulzen: Ik heb niet gezegd dat de wethouder die verwachting gewekt heeft. Mevrouw Van Ulzen heeft letterlijk namens haar fractie gezegd: "Het is een gedoogde situatie en dat wekt verwachtingen". Zo heb ik het begrepen en daarom heb ik zo gereageerd. 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 13