ye, eens vaker gedaan, maar behoren niet tot de meest elegante.
Vei
De PAL-fractie komt uiteindelijk tot de conclusie dat hier sprake is van
paniekvoetbal. Het voorstel van vanavond is geen voorbeeld van goed en
behoorlijk bestuur en rammelt wat de financiële dekking betreft.
Vei
Vei
Vei
Vei
Ve:
R
Mevrouw Waalkens: Mijnheer de voorzitter, ten aanzien van de dekking van
dit plan kunnen wij hier als VVD-fractie eigenlijk niet onze goedkeuring
aan geven. Maae ik heb vlak voor de vergadering nog even gesproken met
de wethouder, die stelde toen dat de kosten van de riolering in het Fonds
Ve
Stadsvernieuwing zouden worden gestort, die zouden dan terugvloeien naar
de algemene middelen en daaruit zou dit worden bekostigd. Komt de wethou-
der op deze uitspraak van voor de vergadering terug, dan zijn wij tegen
dit voorstel.
On
C De heer Hiemstra: Voorzitter, ik denk ook dat de gemeente destijds een
goed besluit heeft genomen om geen chemische middelen meer te gebruiken.
Ou Waar wij nu mee zitten zijn de financiële gevolgen van die beslissing
p of wij accepteren dat de verhardingen wat groener worden. Ik denk dat
daarmee ook meteen aangegeven is wat de heer Heins zoëven vaststelde: wat
2 is onkruid, het ongewenste kruid dat op die verhardingen voorkomt. Als
ik destijds de directeur van de dienst goed heb beluisterd, is het haast
j niet mogelijk om met een deel van het geld dat beschikbaar is gesteld
tijdig in te haken op de ontwikkelingen in de natuur. Ik denk dan ook
yfc dat wij hier bedrijfsmatig zullen moeten opereren en het voorstel zullen
jjj moeten aanvaarden en aan de directie van de dienst moeten overlaten of
zij wel of niet twee- of driemaal zullen moeten borstelen.
De heer Greving: Voorzitter, dit betreft een discussie over wat ons de
afgelopen jaren overkomen is. De GPV/SGP/RPF-fractie is in het verleden
de eerste fractie geweest die met het voorstel is gekomen om te stoppen
met de chemische bestrijding van het onkruid. In eerste instantie werd
dat toen ook niet door de raad gesteund, in latere instantie zijn ook
andere partijen met dit voorstel gekomen. Zo zijn wij dan grotendeels
gestopt met de chemische bestrijding van onkruid. Wij staan nog steeds
achter het genomen besluit, alleen wij hebben de afgelopen tijd wel wat
leergeld moeten betalen. Ik zou dit dan ook niet paniekvoetbal willen
noemen, zoals de PAL-fractie, ik denk dat het simpelweg leergeld is.
De vraag hoeveel geld er nodig is, zal eigenlijk dit proefjaar uit moeten
maken. Ik kan mij heel goed vinden in het voorstel zoals dat er ligt om
driemaal te gaan borstelen. Praktisch lijkt het mij onmogelijk om dat
anders te gaan plannen, omdat juist die laatste beurt de belangrijkste
is. Vandaar dat ik mij heel goed in dit voorstel kan vinden.
Vt
Oi
I
A
B
Er staat nog iets anders in dit voorstel, daar heb ik nog geen enkele
fractie over gehoord en ik denk dat dat toch wel belangrijk is. In het
28
2
voorstel staat ook een bedrag van 20.000,om opnieuw aan een stuk
voorlichting te gaan doen naar de burgers toe om de zelfwerkzaamheid te
gaan bevorderen. Ook dat vind ik uitermate belangrijk. Wij moeten ons
niet voorstellen dat wij met deze 3 ton er wel zijn dit jaar. Ook de
burgers zullen nog steeds hun handen flink uit de mouw moeten steken om
in hun directe woonomgeving het ongewenst kruid zo goed mogelijk aan te
pakken. Ik kan mij goed vinden in dit voorstel.
De heer Heere (weth.Voorzitter, de heer Krol heeft nog eens benadrukt
dat het standpunt van zijn fractie is om niet meer met gif te werken. Hij
heeft daarbij gezegd dat het dus een logisch voorstel is om dan extra
inspanningen op andere wijze in te zetten. Hij vindt drie maal minimaal
noodzakelijk en heeft daarbij een aantal opmerkingen gemaakt, waarvan er
één is dat de burgers meer bij deze zaak moeten worden betrokken, onder
andere doordat de gemeente het goede voorbeeld geeft.
De heer Greving heeft op dat aspect ook nog gewezen. Ik denk dat het
inderdaad heel belangrijk is dat wij onze operaties doen in goed overleg
met en voldoende voorlichting aan de burgerij. Dat het gevaar van de
gifspuit dreigt als je te weinig doet, is inderdaad een terechte opmer
king en is één van de motieven waarom wij hebben gezegd dat wij nu deze
extra inspanning moeten doen.
Mevrouw v.d. Kloet heeft er op gewezen dat er aan de raadsbrief iets
mankeert, de suggestie is gewekt dat de Commissie Middelen akkoord is
gegaan. Die opmerking is juist. Zij zegt dat onduidelijk is wat nu
precies nodig is. Er zit nu eenmaal beweging in een aantal randvoorwaar
den: weer, verzuring en al dat soort zaken liggen niet helemaal vast. De
enige ervaring die wij hebben is die van 1990 en 1991. Die geven ons nu
aanleiding om te veronderstellen dat wij met het bedrag dat wij vragen
uit zullen kunnen komen. Maar of dat helemaal zo is, of het teveel zal
zijn of te weinig, moet nog blijken. Het bedrag kan gemotiveerd worden
met de gegevens zoals wij die nu hebben.
Mevrouw v.d. Kloet heeft gezegd dat zij aanvankelijk terughoudender was.
Ik herinner mij een discussie in de commissie toen zij heeft gezegd dat
zij er de voorkeur aan zouden geven om het budget maar te geven voor
twee keer en voor de derde keer te kijken of het echt nodig is. Ik heb
toen gereageerd met dat het praktisch erg lastig is, dat je dan een
nieuwe raadsdiscussie moet hebben, je een nieuw krediet beschikbaar moet
stellen. Bovendien is de planning lastig, want je moet dan uitgaan van
twee keer, als blijkt dat het dan drie keer moet zijn, moet je opnieuw
je hele planning bijstellen. Dat eerste element van opnieuw een krediet
beschikbaar stellen heeft zij er nu uitgehaald. Zij zegt, laten wij in
principe het krediet beschikbaar stellen. Maar zij heeft het tweede
element nog gehandhaafd in de zin van uitgaan van twee keer en naar de
commissie terug om te kijken of de derde keer nodig is. Dat blijft een
lastig planningsvraagstuk. (Mevrouw v.d. Kloet: Mag ik even interrumpe
ren? Alle fracties hebben daar ook even op gewezen. Wat mij nu zo ver-
29