On C Or P Vei Vei Vei Vei Vei Vei Ve R Ve S 2 I Vï Ui Vt Oi baast is dat niemand die factor heeft genoemd toen wij het hier een aantal maanden geleden hadden over de inhaaloperatiedie was ook niet gepland en die kon ook achteraf. Als wij dat toen konden doendan kan het nu ook, zij het dat het nu nog gemakkelijker is, omdat wij nu al wel zeggen van, o kee als er duidelijke redenen zijn.Ik was ook nog niet aant eind van mijn relaas op dit punt. Ik geef alleen aan dat het planma tig lastig is. Er is door sommigen gezegd - ik deel die mening overigens niet - dat wat wij nu doen paniekvoetbal is. Dat is volstrekt niet waar, wat wij de vorige keer hebben gedaan leek daar meer op. Met andere woorden wil je niet opnieuw in dat vaarwater belanden, dan zal je het planmatiger moeten aanpakken dan je toen gedaan hebt. Dus niet uitgaan van de veronderstelling dat het met één of twee keer kan en tot de conclusie moeten komen helaas dat je nog gauw even wat anders moet doen, dat lijkt mij niet de weg. Vandaar dat wij hebben gezegd, laten wij uitgaan van die drie keer, want dat is na alle berekeningen van dit moment toch de meest gerede aanpak. Daar komt bij dat je ook in het huren van de apparatuur, want wij hebben dat niet zelf, al redelijk ver van te voren claims moet leggen op dat soort spullen, want die zijn niet in overgrote mate aanwezig. Je moet in voldoende mate vooruit kunnen kijken. Ik heb nu aangegeven dat het moeilijk is, maar ik heb niet gezegd - na overleg met de dienst - dat het absoluut onmogelijk is. Ik denk dat wij - en ik zeg u dat toe - met de diensten er nog eens heel goed in zullen duiken en zullen proberen om een systeem te bedenken waardoor wij na de tweede keer nog een keer bij de commissie terugkomen als het kan - en dat moet heel tijdig - met een soort voorspelling van het ziet er nu zo uit, de gegevens zijn op het moment van de beschouwing aldus, wij voorspellen u dat het absoluut noodzakelijk is om het doen of wij denken het zo wel zou kunnen. Ik vind dat ook uit het oogpunt van zo efficiënt en zuinig mogelijk besteden van het geld een goed gegeven. Een dergelijke operatie is natuurlijk lastiger dan gewoon in één vloeiende beweging zeggen van: het moet drie keer zijn. Dat is planmatig en ook vanuit de dienst hande lend uiteraard veel eenvoudiger. Maar als er zo nadrukkelijk gezegd wordt van wij willen die vinger aan de pols houden en de mogelijkheid hebben om gelet op de omstandigheden te zeggen van, naar onze mening zou het in dit geval niet hoeven, dan wil ik dat doen. Ik doe niet bij voorbaat een uitspraak over die conclusie, maar als men die conclusie voor die derde keer überhaupt nog even vrij wil houden, dan zeg ik toe dat wij bij die dienst een uiterste poging zullen doen het planningssysteem zo op te zetten dat die mogelijkheid er in komt te zitten. Het blijft lastig en het zal misschien wat gaan wringen hier en daar, maar als alle dingen eenvoudig waren was er ook weinig aardigheid aan. Wij moeten proberen om dit maar op die manier aan te pakken. B Dan de financiële consequenties. De heer Heins zegt dat dit in januari nieuw beleid is, hij voegt er gelukkig aan toe dat hij daar geen moeite mee heeft, maar dat het dan wel zo genoemd moet worden. Dat is terecht. Waarbij ik mij meteen naar mevrouw Waalkens richt. Ik heb inmiddels begrepen dat zij met de wethouder de heer Koopmans bedoelt, hij heeft mij dat vertelt. Ik heb daar veel begrip voor, want het geld moet daar 30 vandaan komen. Mevrouw Waalkens zei: als de wethouder op dat standpunt terug komt, ben ik het er alsnog niet mee eens. Hij komt daar niet op terug. Hij houdt zich aan wat hij aan mevrouw Waalkens verteld heeft, namelijk dat het vrij komt op de wijze zoals wij dat in de raadsbrief hebben gezegd. Wij houden dit over, dat wordt dan heel keurig boekhoud kundig in de algemene middelen gestort en vervolgens er weer uitgehaald met het etiket "nieuw beleid" er op. Dan krijgen wij het voor de onkruid- bestrijding ter beschikking. Op die manier zullen wij dat doen. Ik spreek hier namens het college en een ieder die daartoe behoort voelt zich daar nu ook bij betrokken, denk ik. De heer Hiemstra heeft gezegd dat ook op dit punt het bedrijfsmatig opereren heel belangrijk is. In denk dat ik hem impliciet al gelijk gegeven heb, maar ik wil het ook nog wel eens expliciet doen. Hier politiek vaststellen dat er iets moet gebeuren, daar geld voor ter beschikking stellen en dan aan de deskundigen - die wij daar ook niet voor niets voor hebben ingehuurd - overlaten om het zo goed mogelijk en ook zo goedkoop mogelijk uit te voeren. Wij moeten dat planproces zo goed mogelijk laten verlopen. Maar als er tegelijkertijd politieke signa len worden afgegeven - en ik begrijp die ook wel - van je moet daar op de een of andere manier toch een beslissingsmoment voor de politiek inbouwen, dan denk ik dat dit op zich niet strijdig behoeft te zijn met bedrijfsmatig opereren, want wij zijn nu eenmaal een politiek opererend bedrijf. Ik denk dat dat op zichzelf geen belemmering hoeft te vormen. Waarbij wij uiteraard de concrete uitvoering wel aan de directie zullen overlaten. De heer Greving heeft gezegd dat zijn fractie als eerste gezegd heeft niet met gif te willen werken. De beschouwing die hij hier de vorige keer weg gaf vond ik op zich al erg ingewikkeld, maar deze mededeling kan ik niet goed plaatsen, want ik heb in mijn historisch besef niet dat zijn fractie dat zou hebben gedaan, ik heb dat van vele fracties hier gehoord. Maar op zichzelf is dat denk ik ook niet zo vreselijk interessant. Wij zijn het er met elkaar over eens dat het niet moet gebeuren. Dat is ook het uitgangspunt van het voorstel dat hier ligt. De heer Greving heeft het leergeld genoemd. Ik denk dat dat inderdaad een hele goede benadering is van het proces. Wij hebben pogingen gedaan om uit te vinden hoe het nu echt moet, wij zijn daar dichtbij in de buurt gekomen, denk ik, en daar moeten wij nu ook wat geld voor over hebben. Hij heeft nog eens gewezen op het belang van voorlichting, met name gewezen op het bedrag dat daarvoor ter beschikking is. Wij denken inder daad dat dat heel belangrijk is en dat dat ook een onderdeel moet zijn van "leergeld". Eén van de dingen die wij ook hebben geleerd van dit proces is, denk ik, dat wij aan de bevolking nog duidelijker moeten maken waarmee wij bezig zijn, wat wij aan het doen zijn, wat wij van plan zijn en waarom wij dingen doen en hoe wij hen daarbij willen betrekken, zodat de wissel werking tussen wat wij doen en wat de burger doet en ervaart beter wordt dan tot nu toe het geval geweest is op dit punt. Wij zijn dat stellig van 31

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 16