u Ve Vt Vt Vt Vt Vt Vt 1 Vt onderzoeksrapporten gemaakt in opdracht van b. en w. Als ik met het voorgaande gelijk heb, dan moet dat goedkoper kunnen dan voor 71.500,- Dan de tweede vraag van de RPD. In deze vraagstelling zitten zoveel elementen die nationaal zijn, dat wij ons afvragen of je die nu als Leeuwarden apart moet gaan onderzoeken. Gezien de algemene nationale elementen die er in zitten er zijn ten slotte meerdere stadsgewesten, er zijn meerdere knooppunten - zou je je kunnen afvragen of het niet beter is dat de VNG of de RPD zelf ingescha keld worden. Als dat niet kan en wij moeten dat zelf doen, dan lijkt ons 25.000,wat aan de magere kant. Oi O V V O De heer Timmermans (weth.Voorzitter, de eerste opmerking aandacht voor de agrarische sector, dat betreft een bijzondere discussie. Het college zegt al jaren dat zij zeer veel aandacht aan de agrarische sector be steedt. Mevrouw Van Ulzen begon met de opmerking dat zij blij is dat het college zo veel belang hecht aan de agrarische sector. Die opmerking maakt zij altijd. Ik zet daar vervolgens tegenover dat zij een tegenstel ling suggereert dat het college daar geen aandacht voor zou hebben. Toon dat nu eens aan. Maar dat blijft waarschijnlijk nog een zeer lange discussie. Zij vindt gewoon dat wij dat niet goed doen. Wij vinden dat wij dat wel goed doen. Daar komen wij denk ik niet uit. Het feit dat het college in het kader van het stedelijk knooppunt met een profiel komt dat heel nadrukkelijk aansluit juist op dat primaire karakter van deze provincie, voedings- en genotmiddelenindustrie, agro-industriedat geeft al aan dat wel degelijk erkend wordt waar onze sterke kanten liggen. Dat is een analyse niet op basis van precieze vraagstelling bij bedrijven, maar op basis van globaal onderzoek en vergelijking met andere stedelijke knooppunten en dergelijke. Het college denkt dan vervolgens, dat als wij die lijn willen uitzetten, dan is het heel erg goed om dat eens preciezer na te gaan. Want wij constateren dat wij inderdaad eigenlijk als gemeen telijke organisatie onvoldoende weten welke bedrijven op dat terrein in deze provincie precies functioneren, maar vooral ook wat de toekomst visie van die bedrijven is, op welke wijze zij denken daar zaken verder te ontwikkelen en op welke wijze de gemeente door koppeling van belangen daar een rol in kan vervullen. Dat netwerk, daar moet van gezegd worden dat wij daar onvoldoende inzicht in hebben en dat de Kamer van Koophandel dat via de jaarverslagen ook gewoon niet weet. Dan zal je preciezer na moeten gaan hoe die beleving van die verschillende bedrijven op dit terrein binnen Friesland is. Niet alleen binnen Friesland maar ook daarbuiten. Ik denk dan ook dat het heel verstandig is om eens een beter en scherper beeld te krijgen van hoe dat netwerk in elkaar zit, dan wellicht met een verkeerd idee een verkeerd pad op te gaan. Ten aanzien van het nader onderzoek voor wat betreft de bestuurlijke context, kan je natuurlijk wel zeggen dat er meer stadsgewesten zijn. Dat is juist het probleem, ieder stadsgewest is anders. Het stadsgewest Amsterdam heeft een iets andere bestuurlijke context als het stadsgewest 62 Leeuwarden en zo kan ik nog een aantal voorbeelden noemen. Het gaat er nu juist om dat wij willen proberen na te gaan welke bestuurlijke proble men, als het gaat om de uitwerking van bijvoorbeeld het stedelijk knoop punt, wij gaan ondervinden, gelet op de bestuurlijke optuiging zoals die in deze regio, in deze provincie is. Die analyse, wat zou voor een goede ontwikkeling de beste bestuurlijke optuiging zijn, moet gemaakt worden,. Dat is van groot belang, anders zijn wij misschien heel veel verkeerde energie in dingen aan het stoppen. Het college denkt dan ook dat het heel verstandig is om dit voorstel door een extern bureau te laten verrichten. Mevrouw Van Ulzen: Ik wilde toch nog even terugkomen op die tweede vraag. U moet mij niet verkeerd begrijpen, wij ondersteunen natuurlijk wel van harte het belang van de nutri-businessMisschien zou u bij ons in de club eens kunnen vragen, want daar hebben ze wel enige ervaring daarmee. Dat gepaard gaande met die van de Kamer van Koophandel kunt u echt een heel eind komen. Maar de wethouder wil dat niet en op zich hebben wij daar begrip voor. Als wij dan gaan naar het tweede gedeelte, het onderzoek door derden naar de door Leeuwarden ervaren knelpunten en zo, kun je je toch afvragen wat de taak van de gemeente is. Dat is een wijd probleem dat eigenlijk los staat van knooppunten. Dat is eigenlijk iets dat op dit ogenblik natio naal speelt van hoe de toekomstige bestuurlijke organisatie van dit land er uit moet zien. Wij vinden het uiteraard goed dat dit toch onderzocht wordt, omdat de wethouder aangeeft dat hij die gegevens op dit moment zelf nog niet heeft. Ik wil daarbij zeggen, dat ik deze kritische opmer king in het algemeen maak bij al deze onderzoeken. Want het moge zo zijn - en dat is het in dit geval - dat het rijk voor een groot deel terugbe taalt, maar het is natuurlijk toch belastinggeld dat opgebracht is door de Nederlandse burgers. Ik vind dat wij daar eens wat genuanceerder mee om zouden moeten gaan. Zoals van, als wij dit doen dan moeten wij dat doen, want de overheid legt er zoveel bij. Dat proef ik hier een beetje uit. Overigens hoop ik dat het onderzoek dat opbrengt wat er van verwacht wordt en dat het succes zal hebben. De heer Timmermans (weth.): Nog slechts één opmerking. Mevrouw Van Ulzen doet het voorstel om eens met haar club te komen praten, want wellicht is in de achterban wel kennis daarover. Ik kan haar geruststellen, ik heb recent een uitnodiging gehad om eens aan haar club te komen vertellen hoe het gemeentebestuur denkt daar invulling aan te gaan geven. Dus ik ben vol verwachting. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 32