Ver Vei Vei Vei Vei Vei Vei R Vei S On C On P Z E Ve Ui C Ve Oi I 1 A< B wing, die daar hard aan getrokken heeft en niet in de laatste plaats onze projectleider sociale vernieuwing, zonder wie wij ongetwijfeld niet zo ver al gekomen zouden zijn. Dat compliment zou ik heel graag door willen spelen De heer Biemans is akkoord met het beleidskader en de vervolgaanpak. Hij heeft instemming, met dezelfde kanttekening ook, met de verdeling van de middelen over 1992. Hij vraagt aandacht voor preventie. Hij heeft dat in de commissie ook even ingebracht. Ik heb toen gewezen op het feit dat er bij de criteria één criterium is dat in ieder geval ook heel nadrukkelijk die preventie benadrukt. Maar ik wil hier nog wel een keer tegen hem zeggen dat uiteraard die preventie heel belangrijk is, anders is het dweilen met de kraan open. Ik denk dat net zo belangrijk als het oplossen van achterstandssituaties ook het werk aan het voorkomen daarvan is. Anders zijn wij over 20-30 jaar nog bezig en dat is hoop ik niet het geval. Wat dat betreft zijn wij het denk ik eens. De heer Burg heeft ook zijn zorg uitgesproken over de ontwikkelingen op rijksniveau. Daar ben ik op ingegaan. Hij is het eens met de opzet. Hij heeft bedenkingen bij de verdeling, maar ik begrijp dat hij daar toch mee instemt. Uiteraard hebben wij in de loop van 1992 de mogelijkheid om als wij dat nodig vinden bijstellin gen te plegen. De heer Peeters Weem heeft dezelfde zaken aangedragen. Hij heeft er op aangedrongen om problemen op uitvoerend niveau zo spoedig mogelijk op te pakken. Daar zijn wij mee bezig, wat dat betreft kan het niet sneller, denk ik. Dan de heer Brinks. Ik ben op de kritische kanttekeningen ingegaan. Ik denk dat wij wat dat betreft niet van mening verschillen. Het rijk doet inderdaad weinig op dit terrein. Lokaal heeft hij kritische kanttekeningen bij sommige bezuinigingen. Iedereen weet dan wel waar wij het over hebben, zegt hij. Ik heb in de commissie ook gezegd, dat je merkt dat het begrip sociale vernieuwing toch wat verschillende geïnterpreteerd wordt. Ik heb bij de PAL-fractie de indruk dat er toch heel veel meer onder dat begrip sociale vernieuwing geschoven wordt dan het college en de meeste andere fracties doen. De discussie daarover zullen wij ongetwijfeld bij de herwaarderingsvoorstel len wel aangaan. Maar ik ben het niet op voorhand met hem eens dat wij op sociale vernieuwing zouden bezuinigen. (De heer Brinks: Ik heb niet gezegd dat wij op sociale vernieuwing bezuinigenik heb gezegd dat wij op gebieden bezuinigen die raken aan die sociale vernieuwing, die er heel direct mee te maken hebben, zonder dat je het meteen sociale vernieuwing gaat noemen. Dat is alleen maar een definitiekwestieMaar zij raken er wel aan, dat heb ik gezegd.) Maar ook dat is natuurlijk zo wijd en zo eng als je dat zelf wilt interpreteren. Ik denk dat je vervolgens bij elk voorstel zou moeten kijken wat daar de consequenties zijn en of die zodanig onaanvaardbaar zijn dat zij inderdaad ook in dit kader onaccepta bel zijn. Daarvan hebben wij als college gezegd, dat soort voorste11 en 16 2 zit er niet bij. Maar die discussie krijgen wij vast met de PAL-fractie op 16 december a.s. nog wel. Dan heeft de heer Brinks mij nog een concrete vraag gesteld over de voorstellen die vorig jaar zijn ingediend door PMZW en het Bureau Soci aal Raadslieden. Die zijn toen inderdaad niet meegenomen met het oog op de herstructurering van de werkgelegenheidsprojecten. Toen was de ver wachting nog dat dat in 1992 in zou gaan en had het dus niet zoveel zin om voor de langere termijn verplichtingen aan te gaan. De herstructure ring van die projecten zal ingaan in 1993, dat weet de heer Brinks. Ik denk dat wij nu bij het opstellen van de uitvoeringsplannen zullen moeten kijken in hoeverre er aanleiding is om voorstellen van PMZW nog in dit kader mee te nemen of in hoeverre zij in feite daarmee haaks gaan staan op zaken die in een wat verdere toekomst liggen. Maar wij zullen er dus heel nadrukkelijk in het kader van het uitvoeringsplan naar kijken. Dan de heer Greving. Hij is ingenomen met de voortvarende start. Ik ben het met hem eens dat met name een flink aantal instellingen op het terrein van de zorg opgeroepen zouden moeten worden om zich meer in te zetten in het kader van de sociale vernieuwing. Een aantal doen dat overigens heel nadrukkelijk wel. Wij moeten ze niet allemaal over één kam scheren. Wat dat betreft zullen wij daar ook zeker het komende jaar actie voor ondernemen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 6 (bijlage nr. 286). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 7 (bijlage nr. 290). De Voorzitter: Aan de orde is het beschikbaar stellen van een krediet voor een communicatie-campagne ten behoeve van het in aanbouw zijnde sport-en recreatiebad aan de Jelsumerstraat/hoek Dammelaan. De heer Brinks: Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie was slechts de raadsbrief aanwezig, de ambtelijke nota was niet meegestuurd 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 9