Zoals de heer Bilker reeds bij het vorige punt aangaf is op
17 december 1990 door de gemeenteraad een motie aangenomen
waarin het college van b. en w. wordt opgedragen in de eer
ste helft van 1991 aan de desbetreffende raadsadviescommis-
sie (de Commissie Middelen) een discussienota voor te leg
gen waarin onder andere wordt aangegeven op welke wijze een
aanvaardbare belastingdruk voor de burger meer uitgangspunt
dan sluitpost bij de gemeentelijke begrotingsvoorbereiding
kan zijn en hoe het meerjarenperspectief van deze belas
tingdruk na verwachting er uit zal gaan zien. Alsmede op
welke wijze de gemeente gaat anticiperen op verwachte
financiële problemen. Welke verhouding tussen bezuiniging
en eventuele belastingdruk wordt gehanteerd en hoe wordt
het bezuinigingsproces inhoudelijk gestuurd. Deze discus
sienota is inderdaad, zij het niet binnen een half jaar, in
de Commissie Middelen behandeld. Onze kritiek toen en nu is
dat deze discussienota een goede inventarisatie geeft van
wat er nu allemaal op dit gebied speelt, met goed cijferma
teriaal onderbouwd, maar niet ingaat op de wellicht moei
lijk te beantwoorden vragen. Zoals wat is een aanvaardbare
belastingdruk voor de inwoners van Leeuwarden; wat zijn de
mogelijke plafonds in deze belastingdruk; wat is het meer
jarenperspectief van met name de afvalstoffenheffing en de
rioolrechten? Deze vragen moeten toch beantwoord worden om
goed te kunnen omgaan met toekomstige belastingvoorstellen.
En dat deze voorstellen er komen, mijnheer de voorzitter,
is wel zeker. Ik hoef u slechts te wijzen op de financiële
consequenties van het Milieu Uitvoeringsprograroma welke
doorberekend gaan worden in de rioolrechten en de afval
stoffenheffing. Het moet toch mogelijk zijn om toekomstige
belasting- en retributieverhogingen enigszins in kaart te
brengen en deze bijvoorbeeld los te laten op een aantal
rekenvoorbeelden, om op deze manier de concrete effecten te
kunnen zien van de financiële gevolgen voor onze burgers
van deze verhogingvoorstellenWij verzoeken dan ook het
college om in de loop van 1992 met zo'n notitie te komen in
de Commissie Middelen en in ieder geval deze notitie aan te
bieden voordat de nieuwe belasting- en retributievoorstel-
len voor 1993 in de commissie worden behandeld. Dat het
nodig is om zo'n notitie op te stellen, blijkt wel uit de
nu voorliggende voorstellen voor verhogingen van de diverse
belastingen en retributies voor 1992, door wat van oorzaken
of om wat van redenen dan ook. Om enige te noemen:
een OGB-verhoging van ruim 4%;
een afvalstoffenheffing-verhoging van 46%;
de rioolrechten gaan omhoog met circa 14%,
waarbij ik de aanzienlijke verhogingen van tussen de 20 en
40% op bedrij fsafvalverwerking, containerafvalklein-che-
misch afval en de leges maar niet noem, omdat deze verderop
op de agenda staan. Het cumulatief effect, het opstape
234
lingseffect, van al deze verhogingen baart ons ernstige
zorgen. Vandaar ons verzoek aan het college, wij, de poli
tiek zal in de toekomst deze cumulatieve effecten nauwlet
tend in de gaten dienen te houden en te toetsen op toekom
stige verhogingsvoorstellen en de mogelijkheid en
wenselijkheid of deze wel of niet ingevoerd dienen te wor
den
Nu naar de voorstellen zelf.
Onze fractie gaat, ondanks de reeds eerder uitgesproken
ernstige zorg over het cumulatieve effect van deze verho
gingen, akkoord met de verhoging OGB voor 1992, de verho
ging van de hondenbelasting, de precariorechten en de
beursrechtenOver de rioolrechtenverhoging voor 1992 het
volgende
Voor ons ligt een voorstel om voortaan uit de rioolrechten
te gaan bekostigen het opstellen van een rioolbeheersplan
met kosten per jaar van 76.000,-- gedurende 10 jaar. Wij
kunnen als fractie hiermee akkoord gaan. De kosten voort
vloeiende uit het Milieu Uitvoeringsprogramma gaat onze
fractie ook mee akkoord. Meer moeite hebben wij met het
overhevelen van de kapitaallasten van de investeringen ten
behoeve van de riolering vanuit de stelpost Civiel-techni-
sche werken naar de kosten van riolering en deze te gaan
dekken uit de rioolrechten en wel om de volgende redenen.
Volgens onze fractie zijn in de planning voor de investe
ringen in de riolering voor 1991 en 1992 in de stelpost
Civiel-technische werken uitgaven geraamd en wellicht ook
voor latere jaren. Ook de verdubbeling van rijksweg 31
zorgt voor het vrijvallen van middelen ten behoeve van rio
leringsuitgaven. Ook binnen het Fonds Stadsvernieuwing val
len middelen vrij. Uit geen van de stukken blijkt wat er
met deze vrijvallende middelen gaat gebeuren. Reden voor
onze fractie om het college te verzoeken om in de Commissie
Middelen te komen met een overzicht van alle vrijvallende
middelen in de komende jaren door het aannemen van het uit
gangspunt dat de kosten voor riolering voortaan betaald
dienen te worden uit de opbrengsten van de rioolrechten en
wat er met deze vrijkomende middelen gaat gebeuren. Onze
fractie vindt dat deze middelen terug dienen te vloeien
naar de algemene middelen. Tevens dient men te komen met
een overzicht van de te verwachten investeringen en de
daarbijbehorende kapitaallasten ten behoeve van de riole
ring in Leeuwarden voor de komende jaren, met daarbij aan
gegeven wat alleen al dit aspect voor de hoogte van de
rioolrechten in de komende jaren betekent.
Ten slotte mijnheer de voorzitter, met ingang van 1992 gaan
de gemeentes ingevolge de Wet overdracht taken het invorde
ren van de OGB van het rijk overnemen. Om de invorderings
kosten zo laag mogelijk te houden wordt door het college
voorgesteld de OGB en de rioolrechten door samenvoeging op
235