En gaat over tot de orde van de dag De motie is door mij ondertekend. (De VoorzitterDe motie maakt deel uit van de beraadsla gingen en krijgt volgnr6.) De econoom Flip de Kam heeft becijferd dat er in de jaren tachtig voor ca. 30 miljard aan menselijk kapitaal is ver nietigd in ons land door vervroegde afvloeiing op één of andere wijze. Eerst reorganiseren, vervolgens afslanken; er worden hoge eisen gesteld aan de flexibiliteit van ons gemeentelijk personeel. Goed personeelsbeleid - waaronder actieve terugdringing van ziekteverzuim en voorkoming van arbeidsongeschiktheid - en loopbaanbegeleiding zijn ten slotte van groot belang voor een bedrijvige overheid. Nu het rapport Goede raad is duur er ligt, is het goed daarbij een paar kanttekeningen te plaatsen. In het rap port, dat gaat over de bestuurlijke informatievoorziening in onze gemeente, worden conclusies getrokken met betrek king tot de informatie, die aan de raad wordt verstrekt. Daaraan moet het nodige verbeterd worden. Zo zal de raad beter moeten worden voorzien van strategische informatie, zo zal de inzichtelijkheid moeten worden vergroot. Daarbij kan het instrument van een produktbegroting van belang zi jn Daarbij zal de raad ook kritisch haar eigen functioneren onder de loupe moeten nemen. Besturen op hoofdlijnen is prachtig, maar wij hebben het er dikwijls heel moeilijk mee: wij kletsen lang over details in commissievergaderin gen. Ter versterking van het besturen op hoofdlijnen door de raad is een verwijzing naar Eindhovense model op zijn plaats. Ambtelijke voorstellen gaan daar niet eerst langs het College van B. en W. voordat ze in de raadsadviescom- missie komen. Die werkwijze is uniek in ons land. Het voor deel ervan is dat op deze wijze de verantwoordelijkheid van de ambtenaren voor het eigen produkt nog duidelijker naar voren komt. Bovendien krijgt de gemeenteraad op deze manier meer invloed. Nadeel is dat vooral naar burgers toe verwar ring kan ontstaan over de status van de stukken, die aan een raadsadviescommissie worden voorgelegd. Maar dat pro bleem is oplosbaar. Tevens zal moeten worden bevorderd dat de raad keuzemoge lijkheden voorgelegd krijgt. Wat dit betreft is het raads voorstel herwaardering nu niet bepaald een gelukkige keuze. De D66-fractie wil graag met de overige partijen en het college praten over het Eindhovense model. En nog even terug naar het eerder aangehaalde rapport, op welke wijze denkt het college inhoud te geven aan de aanbevelingen uit 34 het rapport? Wij gaan er in elk geval van uit dat de raad daarbij zal worden betrokken. Mijnheer de voorzitter, er waart weer eens een spook door Nederland. Vooral bij de verkiezingen voor de gemeenteraden in 1990 en voor de provinciebesturen in 1991 is dit spook op tientallen plaatsen gesignaleerd. Het zou hier gaan om een algemene afkeer van de politiek, om een verlies aan vertrouwen in een overheid, die absoluut niet bij machte is om de economische en ecologische crises aan te pakken; ja het zou zelfs gaan om een groeiende aversie tegen wereld vreemde politici, die niet weten wat de mensen bezighoudt en die gespeend zijn van elke vorm van visie en creativi teit Dat beeld vraagt om een nadere nuancering. Wie in alle rust rapporten doorneemt van het Sociaal en Cultureel Planbureau, komt al heel snel tot de conclusie dat de gedachte dat de Nederlandse burgers zich massaal hebben afgewend van de politiek, een hersenschim is. Immers de politieke participatie van de Nederlandse burgers blijft onveranderd stabiel. Wat minder aandacht dus voor de opi niepagina's van de NRC en de Volkskrant en wat meer tijd nemen voor de rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau zou heel veel spookverschijningen al terugbren gen tot meer realistische proporties. En op zich zijn die verhoudingen op gemeentelijk niveau ernstig genoeg. Allerlei onderzoeksresultaten tonen dat ook aan. Waarom kent de burger zijn wethouders en raadsleden niet of nauwelijks? Ligt dat aan de lokale politiek? Het lijkt er veeleer op dat de geëmancipeerde en geïndividuali seerde burger zijn tijd wel beter kan besteden als de uit komst van de verkiezingen weinig relevant is. De burger is veel minder naïef, berekenend, cynisch of apathisch dan de populaire beeldvorming doet vermoeden. Waar het om gaat is, dat de politiek aan de burgers duidelijk moet maken dat lokale verkiezingen wel belangrijk zijn. Daarbij zal gewerkt moeten worden aan de beeldvorming van de gemeente. Het valt lang niet altijd mee om aan de burger uit te leggen, dat een adviesraad onder voorzitterschap van Biesheuvel belangrijk is, als de burger tegelijkertijd ziet, dat wij met een aantal grote projecten tegelijkertijd bezig zijn en als hij ziet dat verschillende tarieven voor hem weer gaan stijgen, omdat wij in financiële problemen zijn geraakt. In die zin zal de overheid ook zelf de tering naar de nering moeten zetten en dat naar buiten toe moeten uitdragen Van groot belang daarbij is een adequaat voorlichtingsbe leid. Het feit dat wij nu al heel lang wachten op een nota PR en voorlichting tekent de situatie. Mijn fractie rekent 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 19