van deze maatschappij te maken hebben met de toekomst van
onze verzorgingsstaat. Sinds het Eerste Christelijk Sociaal
Congres in 1891, nu honderd jaar geleden, is in de sociale
voorziening veel tot stand gebracht.
Toch is er sprake van een crisis in de verzorgingsstaat.
Er is ook in aanzienlijke mate sprake van misbruik en onei
genlijk gebruik van de sociale voorzieningen. Subsidies
komen te vaak ten goede aan de beter betaalden.
Maar wat dieper zit: individuele verantwoordelijkheden van
de burgers kunnen in onze verzorgingsstaat worden afgekocht
met anonieme en onherkenbare collectieve verantwoordelijk
heden. Is er nog de zorg voor elkaar?
De belangstelling voor vrijwilligerswerk neemt toe.
Dat verdient een positieve waardering van de overheid.
De totalitaire communistische heilstaat is failliet.
Socialistische idealen wankelen.
In deze door de zonde gebroken samenleving komt het aan op
de vernieuwende invulling van christelijke begrippen als
trouw, naastenliefde en barmhartigheid bij een geopende
bijbel
In dat licht kunnen wij verder in 1992.
Dank u wel
Da Voorzitter: Ik begin met de beantwoording.
Eenstemmigheid is er te constateren geweest in de waarde
ring voor de ambtelijke medewerkers van de gemeente. Dat
werd mij zelfs al als een eigen spontane inbreng toegedicht
door de heer De Beer. Ik heb ook geen behoefte om dat tegen
te spreken.
Mevrouw De Haan heeft 30 minuten gesproken en heeft in de
aanvang van haar betoog - ik zal dat u allen meedelen want
ik heb de stand bijgehouden - terecht zorgen uitgesproken
over de ontwikkelingen in Europa waarbij racisme en discri
minatie opnieuw de kop opsteken. Er is geen aanleiding te
veronderstellen dat een dergelijke ontwikkeling in de
Nederlandse verhoudingen geen voedingsbodem op enig moment
zou kunnen vinden. Ik denk dat er alle aanleiding is om met
elkaar bijzonder waakzaam te blijven ten aanzien van ont
wikkelingen die in die richting duiden. Dat wordt moeilij
ker nu grote groepen burgers niet meer de moeite nemen aan
de verkiezingen deel te nemen. Wij weten inmiddels via een
onderzoek in de gemeente Almere dat de burgers de gemeente
vooral zien als een niet politiek dienstverlenend orgaan.
Gemeentepolitiek is hen wel bekend, ik citeer een artikel
uit Overheidsmanagement van de heer Zunderdorp, oud-wethou
der van Groningen: "Maar echt belangrijk vinden zij het
niet". Dezelfde burgers geven echter in het onderzoek naar
hun opvattingen over het karakter van hun woonplaats aan,
zeer geïnteresseerd te zijn in de ontwikkeling daarvan.
Maar het maken van keuzes daarin in strategische zin is nu
68
juist wel een hoofdtaak van de politiek. Wat dat betreft
ligt er nog een hele hoop te doen. Gezamenlijk initiatief
van de politieke partijen om te zoeken naar wegen hoe je
toch dichter bij de bevolking kunt komen, juich ik van
harte toe.
In het betoog van mevrouw De Haam pleit zij voor een noti
tie voor de zomervakantie uit te brengen, waarin een meer
integrale aanpak voor de bestuurlijke vernieuwing wordt
aangegeven. Dat staat - als ik het goed begrepen heb - los
van de kadernota waaraan gewerkt is en die in de planning
zit. Ik heb de neiging hier een toezegging te doen, maar
bevind mij tegelijkertijd toch een beetje in de problemen,
omdat wij in de laatste vergadering van de Commissie
Algemene Zaken de planning op tafel gehad hebben. Daar heb
ben wij ook min of meer afspraken gemaakt. Dus ik denk dat
ik dit verzoek moet doorschuiven naar de Commissie Algemene
Zaken, waar met inbegrip van de planning zoals die daar
ligt een keus gemaakt kan worden. (Mevrouw De Haan: Maar
even ter verduidelijking, de kadernota was een integrale
beleidsnotitie, dat was de bedoeling. Dat is precies waar
ik nu om vraagWaar het mij om gaat is dat er een integra
le notitie komt op het terrein van bestuurlijke vernieu
wing.) Het lijkt mij dan toch goed dat wij nog een keer
opnieuw in de Commissie Algemene Zaken met elkaar overleg
gen of wij het nu inderdaad het over hetzelfde hebben, wat
in de planning is opgenomen en wat wordt bedoeld. Op het
moment dat je afspraken maakt over een planning, bind je
elkaar daar ook aan. Als het nu weer om iets nieuws gaat
dan wil ik wel weten op welke plaats in de planning dat
nieuwe dan moet komen. Als wij kunnen vertalen datgene dat
in de planning zit in de geest als wat hier bedoeld wordt -
en ik neem voorshands aan dat de kadernota zoals die op dit
ogenblik uitgewerkt wordt die richting uitgaat - dan is er
ook geen spraakverwarring meer. Ik zou willen suggereren
dat wij in de volgende vergadering van de Commissie
Algemene Zaken daar met elkaar proberen duidelijkheid over
te krijgen.
Evaluatie Wet gemeenschappelijke regelingen naar voren
halen en bij de VNG aandringen op haast bij het onderzoek.
Daar is, denk ik, niets op tegen. Ik moet ei' wel op wijzen
dat binnen Friesland de meningen allemaal gelijk gericht
zijn. Er zijn gemeenten die daar iet wat anders over denken
en veel liever dit maar wat op termijn zetten. Het is mij
bekend dat binnen de VNG men nogal zit op de lijn van "dat
heeft de tijd tot 1995". Wij hebben overigens ook zelf
voornemens om tot een onderzoek te komen, wellicht dat één
van de wethouders daar straks nog op ingaat.
69