De heer Bilker heeft nog gezegd: zouden de doelstellingen ook te hoog zijn. Als dat het geval zou zijn, dan staan ons eigenlijk maar twee dingen te doen. In de eerste plaats kun je dan de prioriteiten gaan bijstellen en zorgen dat je prioriteiten stelt ten aanzien van de taken die moeten wor den uitgevoerd. In de tweede plaats zou je aan deskundig heidsbevordering kunnen doen. Vervolgens hebben de fracties van de PvdA, WD en GPF/RPF/SGP nog gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de ISP. Vorige week is er een onderhoud geweest tussen afgevaardigden van het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Friesland, Drenthe en Limburg met de minister. Dat overleg is afgebroken in die zin dat men er niet uit is gekomen. De minister heeft een bod gedaan gericht op het opvangen van de wachtgeldver plichtingen die zouden voortvloeien uit deze operatie. Dat bod was in de ogen van de afgevaardigden van de provincies te laag en de minister heeft daarover niet willen onderhan delen. Wij wachten nu af hoe het verder zal gaan. Wij heb ben afgelopen vrijdagavond als instellingen, maar ook als College van B. en W., nog contact gehad met een aantal noordelijke kamerleden en hen onze ongerustheid over deze zaak nog eens kenbaar gemaakt Er is van verschillende kanten gevraagd wat de inzet van het college zal zijn als deze bezuinigingen onverhoopt doorgaan. Ik wil daar heel duidelijk over zijn, ik heb dat ook in de commissie al een keer gezegd, ik denk dat wij dan moeten komen tot een heroverweging van de taken zoals wij die eigenlijk zien op het hele terrein waar de ISP-gelden ter beschikking worden gesteld, omdat deze bezuinigingen naast de gewone taakstellingen, toch een diepgaande her waardering vragen van deze taken. Waarbij ik dan als uit gang kies, dat is ook het standpunt van het College van B. en W., dat met name die groepen die het het hardst nodig hebben zullen worden ontzien. Dat is overigens overeenkom stig ons Collegeprogramma. Ik kom dan bij een aantal opmerkingen en vragen van frac ties Ik ga beginnen met de WD-fractie. De WD-fractie heeft gezegd dat gebleken is dat verschil lende zaken door privatisering goedkoper kunnen. Het colle ge is daar alert op, het is inderdaad zo dat dat soort zaken bij met name bezuinigingen af en toe aan de orde komen. Waar dat mogelijk is, gebeurt dat. Ik denk overigens dat dat soort zaken ook bij de kerntakendiscussie weer aan de orde zal komen. De heer De Beer heeft verder gevraagd naar een motie rond de betalingsachterstanden, een motie indertijd ingediend door mevrouw Waalkens. Hij heeft gevraagd hoe ver het daar 80 mee is. Ik kan hem zeggen dat die brief inmiddels een aan tal weken uit is naar de Vaste Commissie voor de Financiën. Dan heeft de heer De Beer gevraagd naar de stand van de administratieve organisatie en met name ook wanneer de komst van de eerste MARAP mag worden verwachtOok de heer De Jong heeft daarnaar gevraagd. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de jaarrekening voor 1990. Daarmee zijn de achterstanden in de rekening in belangrijke mate ingelopen. Wij zullen in de vergadering van de Commissie Middelen van 18 december a.s. - dus dat is nog deze week - een eerste discussie hebben over de MARAP, die is daar geagendeerd. Een brainstormende discussie, want ik heb al gezegd in de Commissie Middelen, het is de eerste MARAP en daar wordt eigenlijk meer aangegeven welke knelpunten er zoal zijn, dan dat wij daar direct gevolgen of conclusies uit kunnen trekken. Dan is het de bedoeling dat wij per 1 januari 1993 een nieuw financieel informatiesysteem operationeel hebben, dat alles heeft te maken met de administratieve organisatie. In 1992 de kerntakendiscussie, ik heb daarover gesproken. Het is ook nog de bedoeling dat wij over datgene ik nu opsom in de commissievergadering van 18 december a.s. nog uitvoeriger gaan praten, dan zal één van de deskundigen daarover een korte verhandeling houden. Dan heeft de heer De Beer gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de aanbesteding van het Stadskantoor. Die aanbesteding heeft plaats gehad. Op dit moment worden er nog berekeningen nagetrokken en ik hoop op heel korte termijn in dezelfde Commissie Middelen te komen met de uit slag van de aanbestedingen en eventuele maatregelen of adviezen die daarbij horen. De heer De Beer heeft over de algemene reserve gesproken. Hij heeft gezegd dat de ondergrens moet worden gehandhaafd. Ik kan u vertellen dat ook het college dat nastreeft. Vervolgens heeft de heer De Beer een verhandeling gehouden over de belastingen. Daaruit heb ik een klein beetje de indruk gekregen dat hij vindt dat er wat goocheltrucs wor den uitgehaald of met andere woorden dat hetgeen het colle ge heeft voorgesteld te doen niet helemaal in de haak zou zijn. Mocht die indruk juist zijn, dan wil ik dat toch van de hand wijzen. Wat er is gebeurd, is beslist oorbaar. De systematiek van de wetgeving is veranderd en daar heeft de gemeente zich aan aangepast. Ten aanzien van de overheveling van de post riolering uit het Fonds Stadsvernieuwing naar de rioolheffingen, daarvan kan ik meedelen dat dat pas zal plaatsvinden met ingang van 1992 81

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 42