De heer De Beer heeft ook nog gevraagd naar een discussie nota over de belastingen. Hij heeft gevraagd wanneer die nu eigenlijk komt. Ik heb mij daar wat over verbaasd, omdat wij een maand geleden in de Commissie Middelen een discus sienota over deze zaken aan de orde hebben gehad, waarin tal van facetten rond de belastingen aan de orde zijn geweest Ten slotte heeft de heer De Beer gesproken over een heel ander onderwerp, namelijk de LOTA. Hij heeft een motie ingediend om uit de Vereniging LOTA te treden met ingang van 1 januari 1992. Hij motiveert die motie als volgt: de gemeente moet niet aan buitenlands beleid doen. Voorzitter, op dit ogenblik - ik heb dat in de commissie ook al een aantal keren verteld - vinden er besprekingen plaats tussen het bestuur van de LOTA en de VNG om tot een andere invulling van taken te komen met het doel om, nu de omstandigheden in Zuid-Afrika zich wijzigen, te komen tot een opname van de taken van LOTA in de reguliere zaken van de VNG. Ik stel voor dat wij de discussie daarover afwach ten. Ik denk dat die op korte termijn wordt beëindigd. Ik heb dan ook geen behoefte aan de motie ingediend door de heer De Beer. Ik kom dan bij de heer Greving Hij zegt grote zorgen te hebben over de grote projecten. Hij noemt dan de Harmonie, het zwembad en het Stadskantoor. Hij zegt dat er op dat punt een stringente budgetbewaking moet zijn. Voorzitter, ik ben dat met hem eens. Ik wil daar wel bij opmerken dat zorgen hebben op zich natuurlijk terecht is, die moet je altijd hebben als het om projecten gaat van boven de 30 miljoen. De dekking overigens, zoals die tot nu toe is aangegeven, is een reële dekking, anders zou de raad daar niet mee akkoord zijn gegaan. Natuurlijk moet er op goede wijze aan budgetbewaking worden gedaan, daar zijn wij het volkomen over eens. Het college doet dat ook middels projectgroep, stuurgroep etc. Vervolgens heeft de heer Greving nog eens gesproken in het licht van de slechte financiële toestand en de risico's die wij lopen. Zijn fractie heeft in tweede termijn gestemd tegen het Stadskantoor (in eerste termijn was zijn fractie daarmee akkoord) vanwege de overschrijdingen die zich daar voordeden. Ik heb dat toch nog eens even opgezocht, want ik vind toch dat de zaken duidelijk moeten blijven. Wij zijn inderdaad in het tweede voorstel ten aanzien van het Stadskantoor gekomen met een voorstel om 3,6 miljoen meer te besteden. Dat werd in de eerste plaats veroorzaakt door niet geraamde kosten in eerste termijn voor de inrichting van het Stadskantoor. Dat was niet vergeten, maar was toen bewust in dat stadium buiten beschouwing gelaten. Wij had den de parkeervoorziening niet geraamd, wij bouwden 500 m2 meer en bovendien is de grondprijs op een, in mijn ogen, 82 reëlere wijze geraamd. Dat kost inderdaad het nodige aan de algemene reserve. Nu kun je natuurlijk zeggen, dat zijn overschrijdingen, maar als de heer Greving dat vindt dan denk ik dat wij nog eens moeten praten over de inhoud van de woord, want ik denk dat wij dan een meningsverschil heb ben De heer Greving heeft ook gesproken over de algemene reser ve, hij heeft gevraagd naar de stand. Ik kan hem zeggen dat wij bij de algemene reserve altijd een uiterst voorzichtige politiek voeren als het gaat om de stand. Bij elke tegen valler die wij tegenkomen boeken wij daar meteen in, ter wijl wij alle meevallers en alle voedingen in dat fonds pas boeken als die er reëel zijn. Met de door de heer Greving genoemde tegenvallers kan ik zeggen dat de algemene reserve op dit moment nog boven de 4 miljoen zit, zodat er nu direct geen aanleiding is om de maatregelen, zoals hij die citeert uit het Collegeprogramma, te nemen. Dan heeft de heer Greving gezegd dat de begroting 1992 niet sluit. Ik begrijp wel wat hij daarmee bedoelt, want dat heeft hij ook in de commissie opgemerkt. Hij bedoelt daar mee dat de begroting 1992 sluitend is gemaakt met een bedrag uit de algemene reserve van 1,5 miljoen. De heer Greving vindt dat niet een goede dekkingsmogelijkheid. Ik wil toch eens wijzen op de voeding van de algemene reserve, want die vindt natuurlijk voor een groot deel plaats uit middelen die uit de exploitatie van de gemeente komen. Zaken die je normaliter heel gewoon zou kunnen gebruiken als het gaat om die exploitatie. Ik wil nog op een andere zaak wijzen. Als wij van rijkswege moeten bezuinigen van het één op het andere jaar en je zou moeten bezuinigen met ingang van het jaar 1992, zoals het in het onderhavig geval is, als je dat zou willen doorzet ten kun je dat maar op twee manieren doen. Of je gaat tij delijk belasting verhogen om te zorgen dat je die middelen binnen krijgt en dan moet je daar een volgend jaar van afzien, ik neem ten minste aan dat de raad daarop zou staan of je pleegt onbehoorlijk bestuur door allerlei instellin gen op zo'n korte termijn te confronteren met verlagingen, dan kom je jezelf tegen bij de rechter. Dus ik denk dat het in de huidige systematiek niet eens mogelijk is om met name in tussentijdse perioden, tussentijdse jaren, incidenteel te dekken uit de algemene reserve. Overigens, ik scherm niet zo gauw met toezichthouder, maar het is volkomen in overeenstemming met de gevoelens van Gedeputeerde Staten op dit punt De heer Greving heeft verder gezegd dat de laatste tijden zich kenmerken door financiële tegenvallers, herwaarde ringsoperaties en niet sluitende begrotingen. Ten aanzien 83

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 43