Bewust betrek ik bij dit onderwerp de contacten tussen wij ken en gemeente. Wij constateren dat er een bonte verzame ling van overlegstructuren tussen gemeente en wijken bestaat. Deze kunnen verschillen al naar gelang een wijk deel uitmaakt van de sociale vernieuwing, een buurtbeheer- project of anderszins. Daarmee hangt samen dat het, naar de wijken toe niet duidelijk is geworden wie bij de gemeente voor contacten met de wijken het eerste aanspreekpunt vormt. Wij constateren verder dat er zeer verschillende verwachtingspatronen bestaan. Het is uit een oogpunt van dienstverlening, maar ook met het oog op de sociale ver nieuwing, van het grootste belang dat deze contacten beter gestroomlijnd worden en dat er daadwerkelijk sprake is van een vlotte en open communicatie met de bevolking. Een werk groep uit de PvdA-fractie buigt zich hier nu over. Wij hopen spoedig met voorstellen tot verbetering te kunnen komen Overigens zijn wij als fractie van de PvdA zelf inmiddels ook met nieuwe initiatieven gekomen richting burgers; na het huis aan huis bezoek van de afgelopen jaren, houden wij nu regelmatig fractievergaderingen in een wijk en hebben wij elke week een van te voren aangekondigde spreekuur. Ook proberen we regelmatig tijd vrij te maken om gezamenlijk door de wijken te fietsen om met eigen ogen te bekijken hoe de stad erbij ligt. Bij dit soort activiteiten loop je als deeltijd-politicus natuurlijk wel tegen fysieke grenzen aan Over grenzen gesproken: de grenzen van de bestuurlijke een heden in ons land staan de laatste tijd voortdurend ter discussie. De kabinetsnota's over Bestuur op Niveau maar ook autonome ontwikkelingen hebben daaraan een grote impuls gegeven. Er staat bijna wekelijks wel een nieuwe Thorbecke op die weer een andere inrichting van de bestuurlijke orga nisatie bepleit. Nu is de problematiek van de grootstede lijke agglomeraties een andere dan hier in Friesland, maar qua grondpatroon lopen we tegen dezelfde problemen aan. Het aantal grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden neemt qua aantal en intensiteit steeds meer toe. Naast de samen werking in het kader van de gemeenschappelijke regelingen (Regio Noord) neemt Leeuwarden deel aan tal van andere ver banden. De belangrijkste daarvan is het stadsgewest. De stadsgewestgemeenten liggen echter weer in drie verschil lende WGR-regio's. Vorig jaar hebben wij alleen al om deze reden gepleit voor een aangepaste indeling van WGR-regio's. Toen hebben wij verwezen naar de evaluatie van de WGR in Friesland in 1995. Nu zijn wij van mening dat die evaluatie naar voren moet worden gehaald. Anders dreigen wij met de achterhaalde regio-indeling maar achter de feiten aan te lopen. Immers het aantal intergemeentelijke overlegverban- den dat dwars door de WGR-regio's heen loopt, neemt steeds 6 meer toe. Dat geldt voor het overlegverband voor de invul ling van de knooppunt-status, maar ook voor tal van nieuwe verbanden op boven-regionale schaal. Naast al jaren bestaande verbanden als de Marrekrite, Hüs en Hiem, OLAF, enz. zijn het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening, de vervoerregio en de nieuwe politie-organisatie relatief jonge loten aan de bestuurlijke stam. Landelijk wordt er bijvoorbeeld voor gepleit de vervoerre gio 's redelijk zwaar op te tuigen, nadere afbakening van de bevoegdheden tussen individuele gemeenten en samenwerkings verbanden is om die reden al nodig. Er is ook een spoedige herbezinning nodig, omdat er in WGR-verband op deze wijze geen integraal beleid valt te voeren èn omdat de democrati sche legitimering van al deze op zichzelf nuttige samenwer kingsverbanden beperkt is. De doorzichtigheid voor de bur ger laat al helemaal te wensen over. Er zal dus een veel doorzichtiger structuur gecreëerd moe ten worden zonder dat de ogen gesloten moeten worden voor de toenemende noodzaak om intergemeentelijke samen te wer ken Het is ons bekend dat de Fryske Akademy en de Rijks Universiteit Groningen hier een onderzoek naar zullen ver richten. Dit onderzoek wordt verricht met het oog op de evaluatie in 1995. De onderzoekers zouden dus wel eens rus tig de tijd kunnen nemen. Zoals ik al eerder zei, die tijd hebben wij niet meer. De PvdA-fractie wil het college dan ook verzoeken er bij de VFG op aan te dringen, dat met dit onderzoek grote haast gemaakt wordt. De afronding moet in elk geval in 1992 tot stand komen. Wat ons betreft zou onmiddellijk daarop vol gend de evaluatie en daarmee ook de verdere discussie in deze raad moeten plaatsvinden. Met die discussie hangt samen wat de meest optimale schaal van gemeenten en provincies is. Wat de provincies betreft rollen regelmatig plaatjes over de tafel over de vraag: "Welke provincies het met welke provincies gaan doen"De drie noordelijke provincies gaan in elk geval op korte ter mijn op vele gebieden nauw met elkaar samenwerken. De ideeën en geruchten over fusie zwellen ook steeds meer aan. Opvallend is dat de Commissaris van de Koningin in Friesland heeft verklaard, dat als er op termijn gefuseerd moet worden ook Overijssel en Gelderland daarbij betrokken moet worden Deze discussie raakt de positie van Leeuwarden als provin ciehoofdstad direct. Bij verandering in die positie en daarmee ook in de uitstraling van Leeuwarden zijn wegzui- geffecten moeilijk exact in te schatten; maar dat wij voor- 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 5