Voor wat betreft het buurtbeheer heeft mevrouw De Haan nog
gezegd dat wij in dat opzicht bezig zijn met een verande
ringsproces. Ik denk dat dat juist is. Zij heeft gezegd dat
de PvdA-fractie daarmee bezig is, daarover gaat nadenken en
daar suggesties over doet. Ik zie die met veel belangstel
ling tegemoet.
Ik wou het wat betreft de PvdA-fractie hierbij laten.
Wat de CDA-fractie betreft is er nog een vraag gesteld door
de heer Bilker over hoe nu verder met de AVI, na de discus
sies daarover afgelopen vrijdag in het algemeen bestuur. Ik
stel vast dat de positie van Leeuwarden in dat algemeen
bestuur afkalft, was de stemverhouding aanvankelijk 20:10,
afgelopen vrijdag waren er nog slechts 6 tegenstemmers. Ik
denk dat onze positie er daardoor niet sterker op wordt,
ondanks het feit dat ik er van overtuigd ben dat wij nog
steeds hele goede argumenten hebben om ons gelijk te beto
gen en te bewijzen. Het bestuur ontkent dat ook in feite
niet, maar geeft de voorkeur aan een andere lijn. Daar kun
je eindeloos over discussiëren en dat zullen wij ook blij
ven doen. Ik denk dat mijn standpuntbepaling in dat opzicht
aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Wat onze verde
re strategie betreft, hebben wij aanstaande woensdag een
discussie, naar aanleiding van een stuk dat de heer Boorsma
heeft geschreven voor ons, over hoe wij daar nu verder mee
moeten. Ik zou willen voorstellen om die discussie nog maar
even af te wachten
De D66-fractie heeft ook nog iets gezegd over het buurtbe
heer. De heer De Jong heeft gezegd dat je moet inspelen op
die nieuwe situatie en met behulp van de experimenten en de
wetenschap die je daaruit hebt je verdere acties ontkete
nen. Nu moet ik er wel - dat klinkt misschien wat voorzich
tig maar zo bedoel ik het ook echt - op wijzen, weten is
nog geen kunnen. De diensten zijn er op dit moment nog niet
echt helemaal aan toe, er wordt hard aan gewerkt.
Ook de heer Heins heeft gezegd: vertel nu eens precies wat
jullie aan het doen zijn. Er wordt op dit ogenblik gewerkt
aan het verdelen van de budgetten over de wijken. Je moet
heel precies zeggen hoeveel geld er nu in welke wijk
beschikbaar is voor welke doeleinden. Er wordt gewerkt aan
het aanwijzen van contactpersonen per dienst. Maar het is
een lastig proces waarvoor enige tijd nodig is en het is
ook een proces dat je maar één keer kunt doen, vind ik. Je
moet het dan ook meteen goed doen. Dat moet niet met vallen
en opstaan, eens een beetje proberen sus en een beetje zo,
want dan ligt de mislukking al weer voor de deur. Het moet
nu in eén keer goed. Daar hebben wij even tijd voor nodig.
Ik kom dan bij de PAL-fractie. Ik neem aan dat mijn opmer
kingen over het aantrekken van nieuwe bedrijven en het ren
dement daarvan ook voldoende antwoord hebben gegeven op de
150
vragen die de heer Heins gesteld heeft. Hij heeft daar nog
één opmerking bij gemaakt, namelijk dat je de bestaande
bedrijven niet moet vergeten. Daar ben ik het van harte mee
eens. Ik heb al vaker geschreven en ook gezegd, wij hebben
3000 bedrijven in Leeuwarden, als elk bedrijf er één of
twee medewerkers bij zou hebben, zouden wij van de werk
loosheid af zijn. Nu weet ik dat dat een te eenvoudige
stelling is, maar het illustreert wel de manier waarop ik
daarover denk. Ik denk inderdaad dat het een heel belang
rijk aspect is, dat je moet proberen om die expansie te
bevorderen door een goede samenwerkingshouding, door mede
werking, door ruimte ook te geven aan die expansie. Dat is
zeker zo belangrijk als het aantrekken van nieuwe bedrij
ven. (De heer Heins: Zou het niet gezien het rendement waar
de wethouder het ook over had in eerste instantie, die paar
procent dat je dan aan beïnvloeding kunt doen om nieuwe
bedrijven aan te trekken, niet veel beter zijn om juist
nieuwe middelen aan te wenden om de bestaande bedrijven te
behouden, in plaats dat je nog meer geld gaat steken in
acquisitie van bedrijven die hun beslissing toch voorname
lijk laten leiden door eigen zaken in plaats van wat de
gemeente graag wil.) Ik denk dat het en-en is, er is
natuurlijk een zeker grensnut, van hoe meer geld je er in
stopt, hoe minder opbrengst op enig moment. Die grens moet
je met elkaar een keer bepalen en die discussie zullen wij
in de commissie maar eens voeren.
Ik heb met vreugde gehoord van de heer Heins dat hij toch
ten aanzien van het buurtbeheer nog hoop heeft, maar hij is
wel somber. Dat lijkt mij een wat tegenstrijdige gemoedssi
tuatie op te leveren. Maar hoe somberder je bent, hoe hoop
voller je soms ook bent, omdat het dan alleen maar beter
kan. (De heer Heins: Dat hangt een beetje van de daadkracht
van dit college af. Of zij dat binnen een half jaar voor
elkaar kan krijgen.) Ik heb gezegd wat wij daar aan gaan
doen, maar ik heb ook gezegd dat ik daar toch een beroep
doe op u allen doe, dat u daaraan ook meewerkt, namelijk
door niet alleen maar te roepen dat het niet kan, maar door
ook in de richting van wijken en buurten een beroep op hen
te doen van doe ook eens wat, help mee. (De heer Heins: Ik
heb een signaal doorgegeven uit de wijken.) Maar de heer
Heins heeft zelf ook een verantwoordelijkheid. (De heer
Heins: Ik heb zelf gezegd dat als ik beoordeel wat er tot
nu toe is gebeurd, dan zeg ik het is mislukt. Daarbij heb
ik terug gezien.) Maar ik kijk nu vooruit en doe een beroep
op de heer Heins om daaraan mee te werken. (De heer Heins:
Dan zie ik het heel somber in. Wij zullen op alle momenten
meewerken, maar gezien wat ik tot nu toe heb gehoord, heb
ik niet veel hoop. Ik heb alleen maar mijn toekomstperspec
tief bepaald op wat ik in het verleden heb gezien.) En op
de plannen die ik hier heb ontvouwd. (Mevrouw De Haan: Wat
concludeer jij dan voor jezelf daaruit? Want je kan conclu-
151