De heer Janssen (weth.)Mijnheer de voorzitter, de opmer kingen die in tweede termijn door de verschillende fracties zijn gemaakt, geven mij geen aanleiding om nu het woord te voeren De Voorzitter: Dat betekent dat wij hiermee gekomen zijn aan het eind van de tweede termijn. Motie nrs1, 2 en 3 zijn overgenomen. Motie nummer 4 komt in stemming. Motie nr. 5 is overgenomen, maar desalniettemin wil men daar graag stemming over. Motie nr. 6 komt in stemming. Motie nr. 7 is ingetrokken. Motie nrs. 8 en 9 zijn overgenomen. Ik zou willen voorstellen om eerst de moties even af te werken Ik kan mij ook voorstellen dat wij stemmen over het Beleidsplan, maar de stemming over de begroting zou ik wil len uitstellen tot aan het eind van de vergadering, omdat het eigenlijk een beetje onlogisch is als je een begroting vaststelt en vervolgens op allerlei onderdelen gaat zitten vertellen dat er ernstige bezwaren zijn en misschien zelfs ook nog weer via stemmingen die bezwaren tot uitdrukking worden gebracht. Is dat een lijn die u aanspreekt? Dan volgen nu de stemverklaringen. De heer Bilker: Een stemverklaring over de motie van de D66-fractie, de evaluatie van de reorganisatie van het gemeentelijk apparaat, daar had ik nog niets over gezegd. Wij hebben net besloten dat er in de Commissie Middelen een overzicht van knelpunten in behandeling wordt genomen, zodat wij inderdaad in 1993 goed kunnen evalueren. Ik ben dat volledig met wethouder Koopmans eens. Daarom hebben wij geen behoefte aan genoemde motie. Dan over onze motie betreffende het openbaar onderwijs ex artikel 61 het volgende. Wij betreuren dat voor deze motie geen meerderheid in deze raad te vinden is. Elders is men in de-e discussie verder, Leeuwarden nog niet. Wij illen uiteraard dat er voor deze zaak een breed draagvlak bestaat en dat blijkt nog niet het geval te zijn. Dus op dit moment trekken wij de motie in. (De Voorzitter: Motie nr. 4 wordt ingetrokken.) (De heer De Jong: Voorzitter, als mede-indiener van deze motie, wil ik naar voren brengen dat ik mij kan vinden in de woorden van de heer Bilker.) 154 De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de moties. Ik breng in stemming motie nr. 5, die weliswaar is overge nomen. Gelet op het feit dat de motie overgenomen is kan ik van harte aanbevelen om de motie krachtig te ondersteunen. Willen de voorstemmers bij handopsteking hun stem uitbren gen? Motie nr. 5 wordt met algemene stemmen aangenomen. Ik breng in stemming motie nr. 6. Voor stemmen de leden van de D66-fractie. De motie is ver worpen Aan de orde is de stemming over het Beleidsplan. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezeg gingen van de burgemeester en wethouders Punt 3 (bijlage nr. 303). De Voorzitter: Aan de orde is Herwaardering 1991-1995. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, de financiële positie van de gemeente is belabberd. Het lijkt er op, als wij het college moeten geloven, dat dit ook de komende jaren nog zo blijft. Dat betekent bezuinigen nu, maar ook bezuinigen in de toekomst. Dat zal moeten, omdat ook wij vinden dat de begroting sluitend gehouden moet worden, omdat ook wij vinden dat de algemene reserve op een verant woord peil gehouden moet worden en omdat wij ook vinden dat er financiële ruimte vrijgemaakt moet worden, zodat ver nieuwend beleid mogelijk blijft. Allemaal zaken die de PvdA-fractie belangrijk vindt en dus ontkomen wij er niet aan pijnlijke keuzes te maken nu. Mijn fractie neemt daar dan ook haar verantwoordelijkheid in. Die keuzes moeten wel beargumenteerd worden. De belangrijkste politieke keuzes zijn aan het begin gemaakt en dat zijn keuzes waar wij ook achter staan. Daarmee bedoel ik de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij de start van deze hele operatie, name lijk de hoofdprioriteiten vanuit het Collegeprogramma, dat wil zeggen sociale vernieuwing, stedelijke vernieuwing en milieu ontzien; belastingverhoging niet als sluitstuk gebruiken bij de begrotingstekorten en zo mogelijk gedwon gen ontslagen voorkomen onder andere door flankerend beleid Politieke keuzes waar wij achter staan. Het is een goed zaak, mijnheer de voorzitter, dat het college zelf samen met de raad vanaf het begin deze hele herwaarderingsopera tie sturing heeft gegeven. Ik wil ook een compliment uitde- 155

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1991 | | pagina 79