geeft het Stadskantoor te realiseren voor een bedrag van 47.808.900, Het zal u duidelijk zijn, voorzitter, dat wij die motie afwij zen. Ik kom dan bij de heer De Beer. Ook hij is begonnen met een opsomming van hoe de feiten tot stand zijn gekomen. Hij heeft daar ook bij genoemd dat er indertijd een turn key project is aangeboden. Dat is inderdaad het geval, maar ik constateer ook, dat de raad in hele grote meerderheid in dertijd daar niet voor heeft gekozen. (Mevrouw Van Ulzen: Dat was dan heel dom.Dat vindt mevrouw Van Ulzen, maar dat wil niet zeggen dat je daar nu maar weer op terug kunt komen. Mevrouw Van Ulzen wil ons toch niet verwijten dat wij op dat project niet zijn doorgegaan. (Mevrouw Van Ul zen: Wij willen de wethouder er aan herinnerenIk denk wel dat dat voldoende is.) Niet mij, maar de raad. (De Voorzit ter: Als de raad een besluit neemt dan is dat de laatste wijsheid en dat wordt uitgevoerdHet heeft geen enkele zin om later te roepen: "onze mening was nu net de meest wij ze" want dat is ook altijd zeer betrekkelijk. Dan zegt de heer De Beer, het eerste besluit was van april 1990, vervolgens moesten in mei 1991 de inrichtingskosten er nog bij. Ik wil er toch op wijzen dat wij in april 1990 een soort principebesluit hebben genomen. In dat voorstel stond heel duidelijk "over de inrichtingskosten zullen wij u nadere voorstellen doen". Ik heb dat in de commissie ook heel duidelijk tegen mevrouw Waalkens gezegd. Dan vind ik het onjuist dat er toch steeds weer wordt gezegd: toen had den wij de inrichtingskosten vergeten. Dat is grote onzin, die hadden wij de eerste keer niet meegenomen, dat wist iedereen. Dan is het nu 1992, zegt de heer De Beer, de aanbesteding heeft plaatsgevonden, er zijn overschrijdingen, er moet onvoorzien bij en hij komt tot de conclusie dat het niet meer moet. Hij zegt dan ook: de raad is niet volledig inge licht over de vierkante meterprijs. Dat bestrijd ik weer. Wij hebben in 1990 gezegd 2.200,per m2Wij hebben in mei 1991 geen aanleiding gevonden om die vierkante meter- prijs bij te stellen, maar dat wil nog niet zeggen dat de raad niet volledig is ingelicht. Ik heb de heer De Beer overigens in mei 1991 niet horen vragen of de vierkante meterprijs ook bijgesteld moest worden. (De heer De Beer: Wij rekenden er ook op dat de informatie juist was.) Die was ook juist op dat moment. (De heer De Beer: Nu blijkt dat die 2.200,niet juist is.) Dat begrijp ik wel, maar dat is toch het risico dat je loopt als je gaat aanbeste den? (De heer De Beer: Jawel, maar dan moet de wethouder de 49 zaak niet omdraaien, dat is wat ik gezegd heb.) De heer De Beer zegt dat ik onjuiste informatie geef en dat bestrijd ik. (De heer De Beer: Niet altijd volledige, dat is heel iets anders dan onjuist.) Over de bouw de bouwrente en grondrente heb ik inmiddels gesproken. Over de lonen heb ik ook het nodige gezegd. Dan zegt de heer De Beer dat de OGB met meer wordt ver hoogd. Ik maak hem er op attent dat wij bij belastingen en lonen en prijzen te maken hebben met verschillende indexen. Wij passen de index die hierbij hoort toe. Er zijn veel risico's, ik heb gezegd dat in de loon- en prijsstijgingen een risico zit. De boekwinst op gebouwen daarvan heb ik ook gezegd dat wij de gebouwen inderdaad moeten verkopen, daar zit een zekere risico in. Ik heb ook gezegd dat wij vlak voor de commissievergadering nog eens om de tafel hebben gezeten om die hele zaak eens op een rij te zetten en dat dat ons geen aanleiding heeft gegeven tot bijstelling van die bedragen. (De heer De Beer: Dat was er met die 2.200,ook niet.) Over het afkopen van de risicoregeling heb ik gesproken en over de algemene reserve ook. Ik kom dan bij de heer Brinke. Ook hij heeft nogeens opgesomd wat het standpunt van de PAL-fractie is geweest gedurende de reeks van beslissingen die zijn genomen. Ik moet zeggen, dat is redelijk consis tent geweest. De PAL-fractie was alle drie keren tegen. Nu blijkt dat de risico's te groot zijn, de extra rente, de langere palen, zegt de PAL-fractie. Voorzitter ik bestrijd dat, ik heb dat in de commissie ook gezegd. Het is niet een detail in die zin dat het niets zou kosten, het kost wel het nodige, maar wij hebben wel uitgelegd hoe het kwam en wij hebben ook uitgelegd dat de sondering pas kon plaats vinden op het moment dat het gebouw afgebroken was. Wij hebben ook uitgelegd dat er geen bouwtekeningen voorhanden waren van de oude panden. (De heer Heins: Waren er ook bij Aegon geen palenplannen?Nee, er waren wel bouwtekeningen, maar geen palentekeningen. (De heer Greving: De sondering bestond wel, alleen niet bij Aegon, maar ik weet wel waar ze wel lagen. Ik heb gisteravond iemand gesproken die ze zelf heeft gemaaktDat had ik graag eerder van de heer Greving gehoord. (De heer Greving: Ik neem aan dat de amb telijke dienst dat soort informatie natrekt.) Wij hebben dat nagegaan, tot een aantal keren toe, ik heb ze niet bo ven water kunnen krijgen en onze adviseurs ook niet. 50

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 26