De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik ben begonnen met een overzicht te geven over hoe wij kwamen tot. Ik denk dat het dan helemaal niet gek is dat wanneer je in 1989 een voorstel hebt gedaan om via een turn key project te komen tot het Stadskantoor, je in die opsomming dit ook meeneemt. Ik denk dat als wij dat toen hadden gedaan, wij hier nu niet met deze ellende hadden gezeten. Verder ben ik van mening dat ik niet gezegd heb dat wij niet juist zijn ingelicht, ik heb duidelijk gezegd "rïiet altijd volledig" en dat is heel iets anders, maar ik meen dat ik dit ook al duidelijk heb gemaakt. Ik heb alle bezwaren opgenoemd, ik ga ze niet weer oplepe len. Het is duidelijk hoe wij over de situatie nu denken en de motie is dacht ik ook duidelijk genoeg. De heer Brinks: Voorzitter, de uitleg van de wethouder over het afboeken van het bedrag van de grondkosten, waar hij zei: "dat kost ons wel degelijk geld als gemeente, je moet niet doen alsof dat eigenlijk niets kost, maar je moet doen dat dat wel 3 miljoen kost", is des temeer een reden om te spreken over een voorstel van 5,6 miljoen in plaats van een voorstel van 3,4 of 1 miljoen, zoals in eerste instantie door de PvdA-fractie gesuggereerd werd. De wethouder legt uit hoe het gezeten heeft met die palen. Hij zegt dat wij niet eerder hadden kunnen sonderen. Ik vind dat een misser en ik blijf het ook vinden. Dan zegt de wethouder, wij gaan nog een keertje een bood schap maken voor de inwoners. Misschien dat dit dan niet alleen een financiële boodschap is aan de bewoners van Leeuwarden, in de zin van zo hebben wij het gedaan, maar dat het ook de noodzaak uitlegt waarom wij met een aantal projecten bezig zijn. Dan zou ik ook alle grote projecten mee willen nemen, want het is namelijk de breedheid van projecten tegenover de bezuinigingen die wij in december j.l. hebben vastgesteld. Dat is ook waar de inwoners van Leeuwarden vragen over stellen. Het zal duidelijk zijn dat wij de motie van de PvdA-fractie niet ondersteunen. De motie van de D66- en WD-fractie is naar mijn idee het besluit van 23 september 1991. Daar waren wij tegen en wij zullen er nu ook tegen zijn. Dus ook die motie zullen wij niet steunen. De heer Greving: Voorzitter, ik wou onder anderen graag nog 55 even reageren op wat de wethouder gezegd heeft. Hij heeft ten aanzien van het afboeken en ten aanzien van de algemene reserve gezegd dat dit eigenlijk lood om oud ijzer is, het college heeft die keuze nu een keer gemaakt en de raad is daar tot nu toe mee akkoord gegaan. Mijn vraag is toch, waarom kiezen wij niet bij een derge lijk project voor een wat hogere financiering. Want afboe ken op de algemene reserve, wij werken steeds tegen die ondergrens van de bandbreedte aan, betekent wel dat wij op korte termijn heel weinig geld om handen hebben om effec tief ons beleid hier te gaan effectueren binnen deze ge meente. Er zijn nog wat knelpunten die om een oplossing vragen. Ik weet best dat als je een wat ruimere financie ring over een lange periode van 50 jaar gaat uitsmeren, dat ook rentelasten met zich meebrengt, maar het betekent wel dat wij dan af zijn van een zo korte termijn dekking als het afboeken op die algemene reserve. (De heer Koopaana: Wat bedoelt de heer Greving met een wat ruimere financie ring kiezen?) Dat er niet een financiering wordt aange vraagd voor het bedrag dat er nu staat, maar dat je een krediet moet zien te krijgen van de BNG van 55 misschien wel 60 miljoen voor dit project. (De heer Koopmans: Dat moet de raad wel toestaan.Ja, maar dat zou een wat andere invalshoek geven, met name ook voor wat betreft de financi ële ruimte voor de komende jaren. Wij zijn nu geconfron teerd als raad met dat er geen ruimte is voor nieuw beleid, terwijl de gemeenschap vraagt om nieuw beleid. Op die ma nier smeer je de lasten van dit gebouw, wat een lange ter mijn investering is, ook over die langere termijn uit. Ik vind dat een veel fraaiere zaak, bovendien wordt dan duide lijk wat dit gebouw in werkelijkheid kost. Ik vind ook, om de zaken zuiver te houden, dat je moet gaan kijken naar wat wij hiervan moeten doorberekenen naar de verschillende diensten die gebruik maken van dit gebouw. Ik heb nu de indruk dat dit gebouw te goedkoop aan de diensten wordt aangeboden. Nu kun je zeggen, dat is een kwestie van vestzak-broekzak. Dat zal allemaal wel waar zijn, maar ik vind dat je dit soort projecten zuiver moet houden. Het zou binnen het bedrijfsleven niet voorkomen dat men zegt: wij schaffen een gebouw aan van 60 miljoen, maar het komt beter uit om dat op dit moment er voor 50 miljoen op te zetten, wij moeten kijken of wij nog wat in de achterzak hebben enz. Ik denk dat de fiscus dan ook wat problemen kan hebben. In de gemeente gaat dat wat anders, wij kunnen als raad voor een andere vorm van financiering kiezen. Maar ik zeg dat ik dat niet fraai vind en dat het ons beperkt in de beleidsruimte voor de komende jaren. Dat is één van de gro te bezwaren die ik blijf hebben tegen het ten laste van de algemene reserve te brengen, terwijl de boekwinsten van de 56

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 29