niet een verschillende is. Wij zijn het, denk ik, volstrekt eens dat het hier moet gaan om een groenvoorziening. De vraag is alleen hoe je dat regelt. Wij hebben met elkaar in het verleden geconstateerd dat onze bestemmingsplannen voor bestaande gebieden een conserverende uitwerking hebben, met als gevolg dat wij nogal vaak gecon fronteerd worden met afwijkingen. Die zijn stedebouwkundig inhoudelijk best mogelijk, maar ten gevolge van de te strikte gedetailleerde regelgeving betekent dit dat je voor iedere afwijking een artikel 19 procedure moet volgen. Nog los van de kosten van zo'n gedetailleerd bestemmingsplan. Wij hebben dus met elkaar gestreefd naar het vinden van een meer globale planvorming, met name ook omdat dat toch klantvriendelijker in de uitwerking zou zijn. Het probleem van die benadering is dat de regelgeving, zoals die nu in het plan is, ertoe leidt dat je moet constateren dat door deze globale planvorming er overal - overigens nauw met elkaar samenhangend - in de tekst en in de regelgeving verwijzingen staan. Dit in tegenstelling tot vroeger waar alle regeltjes vlak bij elkaar stonden in één artikel en dus de burger precies kon zien wat er nu wel of niet mocht. Dat betekent dus dat voor het gebruik voor de burger geconstateerd moet worden, dat is een recente consta tering, dat het vrij lastig is om zo'n bestemmingsplan te doorgronden. Toch moet ook worden geconstateerd dat het totaal van het plan, zoals het hier ligt, planologisch juri disch eigenlijk heel precies en goed in elkaar steekt, met andere woorden dat er geen grote risico's zijn. Juist vanwege het gegeven dat die regelgeving niet meer in één artikel staat, maar door de teksttoelichting en in de voorschriften verspreid zijn, is het buitengewoon lastig om het voorstel, zoals de heer Heins dat doet, naar voren te brengen. Dat betekent niet alleen dat je de kaart moet aanpassen, maar ook de hele systematiek van je bestemmingsplan, de toelichting, de wijze waarop de toelichting in elkaar steekt, moet je gaan veranderen. Dan komt de vraag of datgene nu echt noodzakelijk is. Moet je nu het hele plan zowel qua tekst als qua regelge ving gaan zitten aanpassen omdat je één ding nog, althans ogenschijnlijk, explicieter wilt vastleggen? Ik denk dat dat niet nodig is, voorzitter. Het bestemmingsplan zoals dat hier ligt geeft in het desbetreffende artikel 3 voor woondoelein- den de beschrijving van het gebied en van de functies en heel expliciet wordt er ook aangegeven "de gronden op de kaart aangegeven met groen zullen overwegend een groen karakter verkrijgen, een grasbeplanting"Met andere woorden, er staat verschrikkelijk eenduidig dat het gebied wat als zodanig benoemd is die functie moet hebben. Daarmee is er naar mijn stellige overtuiging geen aanleiding om nu de hele systema tiek van het plan gaan te veranderen, omdat datgene dat je wilt bereiken in beide modellen identiek is. In die zin zou 20 ik de motie dan ook willen ontraden. De heer Heins: De wethouder heeft nog één vraagje laten liggen. Dat is of er niet bij de eigenaar op aangedrongen kan worden om de panden zo gauw mogelijk te slopen. Wat er ook gebeurt, die gebouwen kunnen zonder meer gesloopt worden. Wat de motie betreft komen wij misschien tot een wat rare discussie. In de voorschriften staat dat de gronden overwe gend een groen karakter zullen moeten krijgen. Dat "overwe gend" houdt in dat er nog steeds bebouwing mogelijk is. Eén van de plannen van Van Slooten gaat er ook van uit dat daar bebouwing komt. Wat ik zou willen is dat de wethouder zou zeggen, dan schrappen wij het woordje "overwegend", want het gaat over een groenplek, waarvan ook in het structuurmodel heel duidelijk staat dat daar de claim van groen op ligt. Dat heeft als het ware een bovenbuurts belang of in ieder geval boven de directe woonomgeving. Het heeft een functie voor de hele wijk, het betreft eigenlijk maar een klein stukje. Als de wethouder nu zegt dat "overwegend" kan wat ons betreft weg, want het moet daar gewoon groen worden, dan zijn wij ge neigd om de motie in te trekken. Want dan bedoelen wij echt hetzelfde en staat er ook hetzelfde. Maar "overwegend groen" betekent nog steeds dat daar bebouwing mogelijk is en dat zou in strijd zijn met eerder gedane uitspraken. De heer Schreuder: Mijnheer de voorzitter, even een reactie op de motie. Ik denk dat ik kort kan zijn, ik ben het volle dig eens met het antwoord dat door de wethouder is gegeven. Wij denken dat het voldoende veilig is vastgesteld in het bestemmingsplan. Wij zullen de motie niet steunen. Een ander punt is dat ik er nog even aan wil herinneren dat in de commissie is toegezegd dat over twee zaken nader over leg met de betrokkenen zal worden gehouden. Dat betreft parkeerplaatsen en een ander aspect. Ik wou toch wel eventjes opmerken dat ik aan dat overleg met die betrokkenen zeer grote waarde hecht. De heer Timmermans (weth.In eerste instantie heb ik de vraag van de heer Heins vergeten met betrekking tot het zo snel mogelijk slopen van de bestaande gebouwen en dat in het overleg ook in te brengen. Ik zeg dat graag toe. Ik ga ervan uit dat "overwegend" neergezet is omdat er bij voorbeeld ook een pleintje in zou kunnen. Dat is niet groen. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 11