had de indruk dat er via een misverstand een beoordeling werd
gegeven die de mijne niet is.
De heer Bilker heeft daar ook de naamswijziging aan gekop
peld. Ik moet zeggen dat ik eigenlijk niet zo heel goed weet
wat ik daarmee moet. Wij hebben in de commissievergadering
van a.s. woensdag het concept-huurcontract wat wij met de
stichting willen sluiten en in dat concept wordt de stichting
aangeduid als de "Stichting Westerkerk"Tegelijkertijd heeft
men bij de opening de naam van het theater veranderd in
"Theater Romijn". Hoe dat nu formeel en juridisch allemaal
precies zit, weet ik niet. Als de heer Bilker daar prijs op
stelt, wil ik proberen dat voor woensdag nog uit te zoeken.
(De heer Bilker: Het gaat mij voorzitteren dat schijnt de
wethouder niet te begrijpenom de onelegante wijze waarop
dit is gegaan. Op dezelfde dag dat wij de moeizame discussie
hebben gehad om de overschrijding vast te stellenlezen wij
bij thuiskomst in de krant dat de stichting de naam heeft
gewijzigd. Ik vind dat niet elegant en dat is een oordeel.)
Misschien zonder de stichting te willen verdedigen, dat het
in de krant stond was naar mijn stellige overtuiging ook niet
de bedoeling van de stichting. Om de één of andere reden
heeft de krant het zinvol gevonden om een paar dagen voor de
officiële opening naar buiten te treden met de bekendmaking
van de nieuwe naam. Ik snapte dat ook niet zo goed, maar
goed, ieder heeft zo zijn eigen verantwoordelijkheden in deze
maatschappij
De heer De Beer heeft nog eens onderstreept hoe het proces is
gegaan en wat daar allemaal in is fout gegaan. In grote
lijnen volgt hij daarbij de rapportages die ook door het
college zijn vastgesteld.
De heer De Beer geeft ook aan dat verder onderzoek doen naar
allerlei onderdelen van processen die zich hebben afgespeeld
niet zinvol is, omdat de antwoorden op die vragen de oplos
sing niet dichterbij brengen en de hoofdoorzaak ook niet
verandert. Ik trek daaruit de conclusie dat de heer De Beer
van mening is dat de informatieverstrekking vanuit het colle
ge over dit project voor zijn fractie voldoende is om daar
een oordeel over te vellen.
Dan heeft de heer Hiemstra in een viertal punten een algemene
beoordeling gegeven van waar het college wel en met name niet
toe in staat is. Ik ben al begonnen met te zeggen dat ik heel
veel moeite met die beoordeling heb, omdat dat een soortement
algemene kwalificering van het werken in deze gemeente is die
ik - en ik kan wel zeggen namens het college - niet deel.
De heer Greving heeft gezegd in te stemmen met de beoordeling
van de heer Bilker, maar overigens mijn antwoord te willen
58
afwachten voor hij zijn standpunt over de zaak bekend maakt.
Dan heeft de heer Terpstra aangegeven dat er natuurlijk een
hoop is misgegaan, dat dat in zijn ogen een incident is, een
vervelend incident, een grote overschrijding, maar dat het
ook niet aangaat om nu alle projecten van de gemeente als
zodanig te kwalificeren.
Hij heeft ook aangegeven - en dat is een punt waar ik wel
blij mee ben - dat de mensen die op de werkvloer stonden met
groot enthousiasme en met meer inzet dan je normaliter van ze
zou mogen verwachten - ook toen hun baas failliet ging -
hebben doorgewerkt om van het theater te maken wat het nu is.
Dat is een positieve inzet die wel eens wat verdwijnt achter
de discussies over de budgetoverschrijding.
De heer Terpstra heeft een aantal omstandigheden aangegeven
op basis waarvan de budgetoverschrijding niet verklaard kan
worden, maar wel aangegeven kan worden waarom het goed behe
ren van het budget onder uitzonderlijke spanning stond. Ik
ben het met die verklaringen van hem wel eens.
Tot slot kom ik bij de bijdrage van de PAL-fractie.
De PAL-fractie zegt - om het maar even samen te vatten - het
is allemaal de schuld van wethouder Janssen en hij moet daar
maar zijn conclusies uit trekken. De PAL-fractie baseert zich
daarbij op met name de informatieverstrekking van de kant van
het college naar de raad en kwalificeert die als onvoldoende.
Ik heb daar eigenlijk twee problemen mee.
Het eerste probleem is dat wij in de commissie in besloten
heid de rapporten besproken hebben. Daar hebben wij gesproken
over het ontbreken van informatie, van de kant van de PAL-
fractie zijn daar een aantal voorbeelden naar voren gebracht.
Er zijn drie zaken aan de orde gesteld.
Er is gesproken over het ontbreken van een briefwisseling
tussen college en Stichting Westerkerk. Daarvan heb ik aange
geven dat wij dat alsnog voor u kunnen regelen.
Er is gesproken over het ontbreken van inzicht in waar nu
exact de financiële overschrijdingen zaten. Daarvan heb ik
gezegd dat dat een misverstand is, dat inzicht is er wel
degelijk en het resultaat van dat inzicht vindt u bij de ter
inzage gelegde stukken.
Ten derde heeft de PAL-fractie aangegeven dat de rapportage
over de verantwoordelijkheidsverdeling onvoldoende uitgewerkt
was
Wat die rapportage betreft heb ik goed geluisterd naar wat
andere commissieleden over die zaak gezegd hebben. Ik heb dat
vanavond in deze raad nog eens een keertje gehoord, namelijk
dat alle fracties vinden - ten minste ik heb geen enkele
fractie iets anders horen zeggen - dat de informatie die van
de kant van het college naar de raadsleden is gepresenteerd
59