De heer Oreving: Mevrouw de voorzitter, ik wil toch nog graag iets zeggen over de beantwoording van de wethouder op de vraag van de heer Bilker wat er nu doorgesproken is met de betrokken ambtenaren, de projectleider en of daar ook de nodige consequenties uit getrokken zijn. Ik vind de beant woording die de wethouder daarop gegeven heeft eigenlijk onvoldoende. Wat hij in feite zegt is: wij hebben van tevoren die verantwoordelijkheden niet duidelijk vastgelegd en in kaart gebracht en daarom is de projectleider eigenlijk daarop niet aanspreekbaar. Ik denk dat dit zo niet kan. Ook de ambtelijke dienst weet heel goed welke budgetten hier door de raad zijn vastgesteld en zij zullen ook de ambtelijke verant woordelijkheid moeten dragen wanneer daar een budgetover schrijding plaats vindt. Wij kunnen als raad hen daar niet aan binden, dat is de taak van het college. Maar als het college nu zegt, wij kunnen in die richting eigenlijk niet zoveel doen, denk ik dat wij op verkeerd spoor zitten en dat dan wel degelijk de politieke verantwoordelijkheid van de wethouder heel zwaar moet gaan wegen en hij moet gaan zeggen: dan moet ik wel consequenties trekken uit wat hier is ge beurd. Als hij meent de ambtelijke dienst niet te kunnen aan spreken, dan moet hij die verantwoordelijkheid zelf gaan dragen en in de volle 100% zelf gaan dragen. Dan denk ik dat wij voor de toekomst misschien wel in zwaar weer zijn terecht gekomen Ik wil ook nog een opmerking maken over de andere projecten die op dit moment gaande zijn. De notitie die daarover ge maakt is, is her en der besproken geweest. Ik vind dat die notitie zeker nog de nodige aanvulling verdient en nodig heeft. Dat heb ik ook ingebracht in weliswaar een besloten commissievergadering van de Commissie Middelen. Dus als je hier als wethouder zegt van: "wij hebben naar de toekomst toe een aantal maatregelen genomen, ik neem aan dat die de in stemming hebben van alle fracties", dan maak ik op dat punt zeker nog een voorbehoud. Ik hoop dat het goed gaat, ook met die andere projecten, maar een cultuur die hier lijkt te bestaan van: budgetoverschrij dingen moeten niet gemeld worden, ik denk dat wij daar heel snel vanaf moeten. Ik denk dat wij het de ambtelijke dienst mogen aanrekenen als in de toekomst budgetoverschrijdingen niet dadelijk gemeld gaan worden. Om tot een eindoordeel te komen, mevrouw de voorzitter. Ik ben blij met het resultaat van de Westerkerk en van de res tauratie zoals die er nu ligt. Ik denk dat dit een heel belangrijke aanwinst is voor de gemeente Leeuwarden. Het project is financieel uit de hand gelopen. Naar mijn oordeel 62 rust de verantwoordelijkheid daarvoor bij de wethouder. Zoals ik gezegd heb, ik denk dat wij in zwaar weer komen als de wethouder denkt dat hij de ambtelijke dienst daar niet op kan aanspreken. Ik wacht de tweede termijn van de wethouder af, hoe mijn stemgedrag zal zijn over het voorliggende voorstel. Ik begrijp heel best dat het afwijzen van dit voorstel, zoals de D66-fractie wil doen, in feite ook politiek een onmogelij ke zaak is, maar ik houd dit graag even aan tot de tweede termijn van de wethouder. De heer Brinks: Het eerste dat mij verbaasde in de beantwoor ding van de wethouder naar mij toe, was dat hij citeert uit een besloten commissievergadering, wat ik toch wel heel erg kwalijk vind. Dat moet je niet doen, dat moet je echt laten. De wethouder heeft namelijk gezegd dat het ging over drie punten die de PAL-fractie heeft gevraagd in de besloten commissievergadering en de antwoorden die de wethouder ons daarop gegeven heeft. Ik denk dat dat soort dingen niet kunnen. (De Voorzitter: Even voor alle duidelijkheidIk heb de wethouder niet horen citeren, ik heb de wethouder een samenvatting horen geven van punten die an de orde zijn geweestHet gaat dan niet om het citeren maar om het samen vatten uit een besloten vergadering en ik blijf er bij dat je dat gewoon niet moet doen. Dan heeft het mij verbaasd dat de wethouder zegt van: de PAL- fractie geeft mij de schuld dat het fout gegaan is. Nee, wij hebben helemaal niet over de schuld gesproken, wij hebben het gehad over de verantwoordelijkheid en wij hebben het gehad over het vertrouwen wat wij nu nog kunnen hebben in deze wethouder. Daar ging het over, wat dat betreft blijven wij gewoon op ons standpunt staan en de uitnodiging aan de wet houder blijft ook staan. De heer R. Terpstra: De fractie van D66 heeft een aantal zaken genoemd als mandatering, delegatie, marketingprincipes (wat dat met de Westerkerk uitstaande heeft is mij eerlijk gezegd een beetje onduidelijk)maar ook dat de verstrekte informatie chaotisch en incompleet was. Eigenlijk moet ik zeggen, ik heb altijd het gevoel gehad dat op het moment dat er wat bekend was de commissie zo snel als mogelijk is ge ïnformeerd. Er zijn zelfs vergaderingen tussen gelast en allerlei soorten mogelijkheden bedacht om maar zo snel moge lijk bij elkaar te komen. Waarover wij geïnformeerd werden was naar mijn indruk datgene wat de wethouder wist en daar zit nu precies de bottleneck. Dat bedoelde hij ook ten aan zien van het ambtelijk apparaat. Is er geen lampje gaan 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 32