ft >- Dan heeft de heer Greving gezegd dat er nu niet een cultuur is van het melden van budgetoverschrijdingen. Ik wil daar toch wel iets van zeggen, want ik vind dat dit bij de Wester- kerk juist wel het geval was. Toen men ambtelijk wist dat er sprake was van een budgetoverschrijding heeft men dat mij gemeld, dat was in augustus. Ik heb dat toen zo snel als mogelijk in het college en in de commissie gemeld. Waar het om gaat is dat het financieel beheer niet actueel genoeg was, dat wij niet op het tijdstip dat dat moest inzicht hadden in de werkelijke financiële situatie, met name gericht op het aangaan van bepaalde verplichtingen. Omdat dat achter liep, kwamen de meldingen pas als het kwaad al geschied was, om zo maar te zeggen. Dat was natuurlijk niet goed. Het is niet zo dat wanneer er sprake is van budgetoverschrijding, die niet gemeld worden in onze organisatie. De heer Greving heeft gezegd dat de wethouder de ambtelijke organisatie moet aanspreken. Daar heb ik op gereageerd naar de heer Bilker toe. Hij had het over zwaar weer, ik weet niet precies wat voor hem zwaar weer is en wat hij daarmee be doelt. Het is wel zo dat in de raadsbrief duidelijk is aange geven dat het college een bepaalde verantwoordelijkheid voor het project op zich neemt. Van de kant van de PAL-fractie zijn er uitnodigingen aan mijn adres gedaan. Misschien dat ik, omdat je dat toch niet in je koude kleren gaat zitten, dingen naar voren heb gebracht uit besloten commissievergaderingen, die ik misschien beter niet had kunnen zeggen. Dit heeft ook te maken met het feit dat, terwijl je hier rustig over zit te praten, dat natuurlijk toch wel heel wat betekent en ik mij dus zit af te vragen wat ik dan persoonlijk fout heb gedaan. Maar zoals de heer Brinks hec formuleert gaat het om de verantwoordelijkheid van het college, zoals wij dat ook in de raadsbrief hebben aange geven. Als de heer Brinks vindt dat het college daarin fouten heeft gemaakt die onacceptabel zijn - ze zijn natuurlijk niet goed te praten - kan hij dat naar het college toe natuurlijk uitspreken. Maar als het gaat om mijn persoonlijk functione ren - en dat heb ik van de kant van de PAL-fractie heel goed begrepen - is de manier waarop wij het in de commissie behan deld hebben voor hen volstrekt onaanvaardbaar. Dat heb ik de heer Hiemstra in elk geval niet horen zeggen, dat is mis schien ook wat lastig, omdat zijn fractie niet in de commis sie vertegenwoordigd is. Maar hij zou uit de verslagen daar van een bepaalde indruk kunnen krijgen. Dan heeft de heer Brinks gezegd: je mag niet citeren uit een besloten commissievergadering. Als ik dat gedaan heb, maak ik daarvoor mijn excuses, want dat mag inderdaad niet. Dat heeft ook te maken met dat ik van hem begrijp dat hij de conclusie 66 van het college, die een collectieve verantwoordelijkheid voor de gang van zaken neemt, niet deelt, maar zich heel nadrukkelijk richt op de manier waarop ik persoonlijk met dat project bezit ben geweest. Hij vindt de manier waarop ik dat gedaan heb zodanig dat hij geen vertrouwen meer heeft in mijn functioneren als wethouder. Als dat vertrouwen er niet is, dan houdt het op wat zijn fractie betreft, ik vind dat jam mer. Ik constateer daar waar hij mijn functioneren als het niet nemen van verantwoordelijkheden en het schenden van vertrouwen kwalificeert, alle andere fracties in deze raad dat niet doen. Dat geeft mij dan weer vertrouwen om er in de toekomst als wethouder goed tegen aan te gaan. Toen de heer Terpstra zijn verhaal hield, viel de heer Heins hem in de rede en zei: je neemt als raad een besluit en de uitvoering ligt dan in de handen van het college. Een rakere typering had ik niet kunnen geven. Het college constateert nu dat er bij de uitvoering een paar dingen mis zijn gelopen en dat het college daar de verantwoordelijkheid voor draagt. De heer Terpstra heeft nog gevraagd hoe het gaat met een aantal onderdelen van het project die nog niet z<jn uitge voerd. Ik wil mij aansluiten bij zijn voorstel om in de commissievergadering daar met elkaar over van gedachten te wisselen. De Voorzitter: Dan heb ik er behoefte aan om even de stand van zaken op te maken. Als ik het goed begrepen heb, zegt de D66-fractie dat zij tegen het voorstel zal stemmen. Ik heb dat de PAL-fractie niet horen zeggen. De heer Brinks: Wij zijn voor het voorstel om het krediet beschikbaar te stellen, omdat het geld toch al uitgegeven is. Anders kom je in een heel rare bestuurlijke situatie terecht. Maar wij distantiëren ons wel van de raadsbrief, vooral omdat er geen politieke consequenties getrokken worden uit verant woordelijkheden en dergelijke. De Voorzitter: Maar wat voorligt is een besluit dat genomen moet worden en ik begrijp dat de PAL-fractie daarvan zegt dat zij instemt met dat besluit. (De heer Koopmans: Wat betekent het dan als de heer Brinks zegt: wij distantiëren ons van de raadsbriefIk begrijp daar niets van.) (De heer Heins: Dat is een toevoeging van onze kant en staat in de notulen vermeldmaar het besluit kan niet niet genomen worden.) Het standpunt van de PAL-fractie 67

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 34