en verlangens waar mogelijk gezamenlijk bij bestuurders neerleggen, omdat alleen met dat samenspel goed bestuur mogelijk is. In dat samenspel zijn duidelijkheid en overtuiging twee sleutelbegrippen. Duidelijkheid, daarmee wil ik zeggen dat het bestuur helder en herkenbaar moet zijn voor de burgers. Niet om de zaken heen draaien, maar daadkrachtig en evenwichtig komen tot besluiten zonder deze te willen verpakken in een papierwinkel van voor de burger onbegrijpelijke ambtelijke taal. Het begrip overtuiging is voor het samenspel tussen burgers en gemeentebestuur eveneens van groot belang. Er kan uitslui tend bestuurd worden vanuit een visie. Politieke partijen hebben zich ontwikkeld rond verschillende levensovertuigin gen. Het socialisme, humanisme, liberalisme of de christelij ke geloofsovertuiging, om een aantal te noemen, geven een aantal uitgangspunten die van doorslaggevend belang zijn voor meningsvorming en besluitvorming. Als visie ontbreekt, leidt dit tot willekeur en ontbreekt de overtuigingskracht, het luisteren naar elkaar en het wegen van eikaars argumenten om te komen tot een continuïteit. (Mevrouw Van Olzen: Liberalis me valt niet te vergelijken met een levensovertuiginghet is een levenshoudingIk laat die uitspraak graag voor rekening van mevrouw Van Ulzen. Daarom is het een zorgelijke ontwikkeling dat een aantal politieke partijen, met inlevering van een deel van hun beginselen, zich verdringen rond het politieke midden, dat ten slotte alleen maar grijs is en niet verder komt dan neuzen tellen. De burger voelt zich niet meer betrokken. In de Commissie Algemene Zaken heb ik dit gevaar ontzuiling ge noemd. Ook de individualisering, de heer Bilker heeft dat al gezegd, ik hoorde dat toen ik onderweg was hiernaartoe, waarbij burgers steeds meer op zichzelf gaan leven en zich steeds minder verantwoordelijk weten voor de medeburgers, vormt naar mijn overtuiging niet alleen een bedreiging voor het functioneren van onze democratie, maar voor heel onze samenleving. Het zogenaamde zelfbeschikkingsrecht van de mens leidt maar al te vaak tot aantasting van de levenssfeer van anderen. Terug naar de startnotitie Bestuurlijke Vernieuwing. Ik moet vaststellen dat dit nog slechts een begin is. Anderen hebben dat ook al opgemerkt en het staat ook in de raadsbrief zelf. Tegen de achtergrond van wat ik zoëven gezegd heb, staat mijn fractie nogal terughoudend tegenover het houden van referenda. Niet dat wij niet geïnteresseerd zijn in de mening van de burgers, het tegendeel is waar, maar bij een referendum wordt slechts gevraagd naar een mening, zonder een 18 goede meningsvorming. Het politieke debat wordt versmald en een deel van de verantwoordelijkheid voor besluitvorming wordt gelegd bij de burgers. Naar mijn mening zijn wij in de politiek niet klaar met neuzen tellen, maar moeten de nadelen van een besluit voor de minderheid die dat voor hen met zich mee kan brengen evenwichtig meegewogen worden, zeker als we bezig zijn met belangenafweging. De kracht van onze parlemen taire democratie is juist dat de belangen van minderheden terdege worden meegewogen en dat daarvoor ruimte blijft bestaan. Dat komt bij een referendum onvoldoende tot uiting. De afweging die de burger maakt, is de gang naar de stembus bij de verkiezingen. Dan blijkt, als er ten minste voldoende keuze is, of burgers hun vertrouwen geven aan de voorgestelde kandidaten. Als die keuze er niet is, blijft de burger thuis. Bij de instelling van een gemeentepanel speelt bovengenoemd bezwaar bij mij ook een rol. Maar omdat het hier gaat om een geheel ander soort van informatieverzameling, ligt mijn beoordeling hier toch wat anders. Ik heb twijfels over de a- selectheid van de steekproef. Burgers die wat langer meedoen aan een panel zullen afhaken of geïnteresseerd raken in de politiek, zodat deze groep na verloop van tijd niet meer een afspiegeling is van de Leeuwarder bevolking. Dit meer technische bezwaar is voor mij aanleiding geen voorrang te verlenen aan dit instrument. Mijnheer de voorzitter, tot nu toe heb ik maar weinig opge merkt over de positie van het ambtelijk apparaat bij de bestuurlijke vernieuwing. Ik wil daar kort op ingaan. Het ambtelijk apparaat is onmisbaar voor het samenspel tussen overheid en burgers. Zowel beleidsvoorbereidend als bij de uitvoering. De personen die daarmee zijn belast, bekleden een ambt. Dat hangt onlosmakend samen met het begrip "dienen", in dienst van de overheid, ten dienste van de burgers. Dat houdt voor mij ook in, efficiënt en hardwerkend, klantvriendelijk en vooral weinig bureaucratisch. Zo ervaar ik deze gemeente, generaliserend gesproken, zo ervaar ik hier het ambtelijk apparaat en dat moet zo blijven. Waar dit nog niet het geval is, zal dit zo moeten worden. Samenvattend, mijnheer de voorzitter, de Startnotitie Be stuurlijke Vernieuwing heeft mijn instemming op het onderdeel referendum na en met een lage prioriteit voor een gemeentepa nel, tenzij het college aan mijn bezwaren tegemoet kan komen. De Voorzitter: Het gesprokene overziende moet ik constateren dat u, en dat was ook wel te verwachten, in vergelijking met de besprekingen in de Commissie Algemene Zaken een consisten te lijn volgt. Dat maakt het mij wat dat betreft betrekkelijk 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 10