ook op wat de heer Greving heeft gezegd - door de bank geno men wij ook veel geluiden van tevredenheid mogen beluisteren. Dat mag je ook weer niet in een situatie brengen van een zekere apathie, van het gaat wel goed. Je moet wel kritisch blijven kijken naar die dingen die niet goed gaan. Maar over het algemeen is gebleken, ook na een ingrijpend reorganisa tieproces, dat ons ambtelijk apparaat een geweldige veer kracht aan de dag weet te leggen, ondanks bezuinigingsmaatre gelen die als een zwaarwegende hypotheek op datzelfde appa raat ligt. In het kader van de gedane toezeggingen kan ik u meedelen dat in de Commissie Middelen een plan van aanpak zal komen ter stond na de zomervakantie voor een tussenevaluatie waarin behalve op de bereikte resultaten ook zal worden ingegaan op de plannen voor de toekomst. Los daarvan zal de gevraagde informatie zoals die is toegezegd volgens het verslag van de Commissie Algemene Zaken, via de inbreng van het overleg van de CDR aan u worden verstrekt. De heer Heins zegt: je kunt mij een hele hoop vertellen, maar wij hebben te maken met klagende burgers, het is volstrekt noodzakelijk dat wij die klachten ook verwoorden in raadscom missie en raad, dat hoort wezenlijk bij het raadlidmaatschap. Ik zal de laatste zijn om dat te bestrijden, maar daar gaat wel een traject aan vooraf. Op het moment dat klachten u bereiken, vind ik dat degene die dan gaat zitten wachten tot er toevallig een commissievergadering of een raadsvergadering is, tekort schiet. Want dan hebben wij in dit land een tele foon, het reguliere frequente contact zowel met ambtelijke medewerkers als met portefeuillehouders. Die weg moet eerst bewandeld worden om te proberen die burgers zo snel en zo goed mogelijk aan hun trekken te laten komen. De heer De Beer is nog eens ingegaan op de vraag wat wij nu doen met de uitslag van een raadgevend referendum. Ik meen te mogen volstaan met te verwijzen naar de reactie die ik daarop ook al in de Commissie Algemene Zaken heb gegeven. Ik heb toen gezegd: de uitslag is niet vrijblijvend, maar het is ook geen besluitvormend referendum. (Mevrouw Van Olzen: Maar wat is het dan wel?) Het is het consulteren van de bevolking om vervolgens de uitkomsten van die consultatie zeer ter harte te nemen. Dat betekent dat je geen vrijblijvendheid hebt. Je hebt de formele bevoegdheid om alles naast je neer te leggen, maar wie één keer het pad op gaat om een advies te vragen, kan om dat advies dan - mits het ook hout snijdt - moeilijk heen. Dat is niets bijzonders, want het gebeurt dagelijks wanneer wij adviesbureaus inhuren. Dan bent u als raadsleden de eerste om het college er op te attenderen dat zij een 22 koers gaat varen in afwijking van de deskundig uitgebrachte adviezen. Daarom denk ik dat als je dit helemaal zwart-wit op een weegschaaltje wilt gaan leggen, je toch ook niet goed bezig bent. (Mevrouw Van Olzen: Voorzittermag ik vragen wat u bedoelt met of het wel of geen hout snijdt? Want de verduidelijking is voor mij niet erg groot.) Daar wil ik best iets van zeggen als het u nog niet duidelijk is. Misschien dat het helpt als ik u er op wijs dat het percentage van de uitslag dat voor of tegen uitspreekt - je zult met een heldere vraagstelling moeten werken - mee bepalend kan zijn voor de uiteindelijke beslissing die je neemt. Als blijkt dat het om een heel minimale meerderheid gaat, waarbij je zelf op basis van andere signalen uit de samenleving twijfelt of dan nu wel representatief is, dan heb je iets meer vrijheid dan wanneer er een overduidelijke uitspraak ligt dat men een bepaalde richting wel of niet in wil. Maar waar praten wij over? U was immers tegen het referendum. Mocht dit er ooit komen, dan hebben wij ten eerste nog met elkaar te discussiëren over de vraagstelling, ten tweede - als de uitkomst daar is - hebben degenen die daar dan wel wat in zien het eerste spreekrecht, kom mij zo voor, om daar een oordeel over uit te spreken. De heer Greving zei iets over het zelfbeschikkingsrecht van de mensen. Nu weet ik niet of ik hem goed begrepen heb, maar ik heb opgetekend dat hij bedoelde te zeggen: dat het accen tueren van het zelfbeschikkingsrecht van de mens niet altijd als een goede zaak moet worden beschouwd. Is dat wel een juiste interpretatie? (De heer Greving: Ik heb daar letter lijk van op papier staan: Het zogenaamde zelfbeschikkings recht in het verlengde van de individualiseringhet zoge naamde zelfbeschikkingsrecht van de mens, leidt maar al te vaak tot aantasting van de levenssfeer van anderenIk heb het dan toch goed begrepen. Ik heb er behoefte aan daar tegenover te zetten wat ik denk dat één van de allerbelangrijkste verworvenheden van onze democratie is. De vrijheid om zelf te kiezen, zelf te beslis sen, zelf je positie te bepalen, zelf "ja" te zeggen en ook zelf "nee" te zeggen tegen die dingen die je niet wilt. Wat dat betreft ben ik een verklaard voorstander en ook een overtuigd voorstander van het zo goed mogelijk tot uitdruk king laten brengen van dat zelfbeschikkingsrecht van de mens. Ik denk dat wij daarin een verschillende benadering er op na houden. Ik meen hiermee te kunnen volstaan in de reactie op het door u gesprokene. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 12